'Thresoor der zeevaert' van Waghenaer

De kust is veilig!

Boekdruk titelpagina 'Thresoor der zeevaert', 1596

Handzaam en accuraat. Dat was de zeemansgids Thresoor der zeevaert, die de Enkhuizer stuurman Lucas Jansz. Waghenaer (1534/35-1606) in 1592 publiceerde. Hiermee konden schippers voortaan veel veiliger dan voorheen manoeuvreren langs de West-Europese kusten.

Hollandse maritieme expansie

Gedurende de 16de eeuw expandeerde de Hollandse maritieme handel op de kusten van West-Europa. Als gevolg daarvan nam de vraag naar betrouwbare navigatiewerken toe. Waghenaer toonde zich de meest vooraanstaande pionier op dit terrein. Zijn drie zeemansgidsen in verschillende formaten – Spieghel der zeevaerdt, Thresoor der zeevaert en Enckhuyser zee-caert-boeck – betekenden een mijlpaal in de ontwikkeling van de West-Europese navigatie en waren voor zijn tijdgenoten en de volgende generaties van grote invloed.

Eerste zeeatlas ter wereld

Gegraveerde titelpagina Thresoor der zeevaert, 1596

De voltooiing van de 23 kaarten voor het eerste deel van zijn Spieghel der zeevaerdt omstreeks 1580 stelde Waghenaer in staat om in 1584 de allereerste zeeatlas ter wereld te publiceren. Hij leverde hiermee origineel werk af en kopieerde niet naar bestaande bronnen. Waghenaer vervaardigde de zeeatlas deels op basis van zijn eigen waarnemingen als stuurman en deels op basis van zijn grote praktijkervaring in navigatietechnieken.

Folioformaat

De Spieghel der zeevaerdt werd een overweldigend succes. De zeeatlas vormde niet alleen voor de Nederlandse zeevaarders een onmisbaar hulpmiddel, maar ook voor hun Franse, Duitse, Engelse, Spaanse en Portugese collega’s. Tot ver in de 17de eeuw gebruikten zij de atlas bij het navigeren langs de Europese kusten. Het folioformaat van de Spieghel der zeevaerdt was eveneens een noviteit; voorheen bedienden schippers zich van zeemansgidsen op voornamelijk oblongformaat. Toch bleek het folioformaat aan boord van een schip niet altijd even praktisch in het gebruik. De kleinere en handzamere zeemansgidsen Thresoor der zeevaert (1592, oblong) en Enchuyser zee-caert-boeck (1598, octavo) waren dan ook een logische toevoeging aan Waghenaers fonds van maritieme navigatiewerken.

Houtsnedekaart van Santa Cruz de la Palma, 'Thresoor der zeevaert'

Van fouten gezuiverd

Het Thresoor der zeevaert verscheen weer in het vertrouwde oblongformaat. Net als de Spieghel is de zeemansgids een mix van tekst, kustprofielen en kaarten. Waghenaer, die de atlas opdraagt aan Prins Maurits van Oranje (1567-1625), beschrijft enkele interessante details over de totstandkoming van het Thresoor. Bij het samenstellen van de zeemansgids zegt hij goed vooronderzoek te hebben verricht. Zo had hij oudere navigatiewerken en zeekaarten nauwkeurig bestudeerd en met elkaar vergeleken. Hieruit volgde een lange lijst met fouten, die in de vroegere zeemansgidsen voorkwamen. Het Thresoor opent dan ook met een ‘Register vande ghebreken ende vervalssinghen van alle zeecaerten die ghemaeckt zijn van de Oostersche ende Westersche zeevaert’.

Kustprofiel van Gibraltar, 'Thresoor der zeevaert', 1596

Geen verstand van zeevaart?

Tot dan toe gangbare zeemansgidsen, waaronder het ‘Leescaerteboeck van Wisbuy’ en de werken van Govert Willemsz. van Hollesloot (1587) en Adriaen Gerritsz. (1588), krijgen op die manier vele tientallen fouten en gebreken aangewreven. Maar Waghenaer rekent dit Willemsz. en Gerritsz. niet persoonlijk aan:

‘dese twee mannen [… zijn] seer treffelijcke stuermannen ende piloten gheweest […] soo gheloove ick wel, indien zij lieden in leven gheweest hadden, alsmen henlieder schriften hadde willen in drucke laten uytgaen, ende dat zij de selve hadden moghen corrigeren, datmen by hunlieden alsulcke groote fauten niet en soude bevonden hebben. Maer henlieden schriften comende in vreemde handen, soo en hebben die hun uytterste beste niet ghedaen [… en] vande saken vander zeevaert gheen verstant ghehadt en hebben.’

Kustkaarten en -profielen

Kustprofielen van Messina, 'Thresoor der zeevaert', 1596

Waghenaers Thresoor bestaat uit drie delen en eindigt met een appendix. Het eerste deel beschrijft de kunst van het navigeren. Het tweede deel, waaraan een sonnet van Janus Dousa (1545-1604) voorafgaat, bevat zeekaarten en zeilinstructies ten behoeve van de navigatie op de West-Europese kusten. Twintig gedetailleerde kustkaarten in koperdiepdruk en vele kustprofielen in houtsnede verduidelijken de tekst. Ofschoon slechts enkele kaarten gesigneerd zijn door de befaamde graveur Johannes van Doetecum, vallen alle kaarten op grond van stijlkenmerken aan hem toe te schrijven.

Nieuwe wateren

Voor het eerst bevatte een Nederlandse uitgave zeekaarten en zeilaanwijzingen voor het navigeren in de wateren ten noorden van Schotland en in de Witte Zee. Voorts is het derde deel, dat ingaat op de navigatie in het westelijk deel van de Middellandse Zee, de vroegste zeemansgids met zeilaanwijzingen voor deze regio. Dit derde deel, met kustprofielen maar zonder zeekaarten, bezit een eigen titel en werd mogelijk ook als afzonderlijke publicatie op de markt gebracht. Tot slot kent het Thresoor een appendix met teksten over het navigeren in niet-Europese wateren.
Ten opzichte van Waghenaers Spieghel der zeevaerdt bevat het Thresoor meer uitgebreide en accurate zeilinstructies. De zeekaarten, met een Nederlandse en Franse titel, hebben een uniforme schaal (1:600.000) en zijn steeds gedrukt over twee pagina’s. De kusten staan op de kaarten in profiel getekend. Riviermondingen en havens worden groter afgebeeld en in de richting van ‘landmarks’ tonen de kaarten loodlijnen (bearing lines).

Zeekaart van de kust van Noordwest-Frankrijk, 'Thresoor der zeevaert', 1596

Edities

De eerste editie van het Thresoor kwam in 1592 in Leiden van de (Plantijnse) pers bij François van Raphelengien (Franciscus Raphelengius). Het hier getoonde exemplaar van de Universiteitsbibliotheek Utrecht is een voorbeeld van de tweede, Nederlandstalige editie uit 1596 met toegevoegd twee kaarten en een beschrijving van de kusten van Marokko. Het is een zeldzame uitgave; Koeman (1967-1971,IV, Wag 17) beschrijft slechts twee exemplaren waaronder het Utrechtse. Worldcat (peildatum 11-10-2013) toont daarnaast nog een exemplaar in de Zeeuwse Bibliotheek te Middelburg. In het Utrechtse exemplaar ontbreken helaas zes zeekaarten: kaarten van de Nederlandse kust, Bretagne, Shetland, De Belt en Barbarije (twee stuks). Snijsporen verraden een moedwillige ontvreemding van de kaarten in het verleden.

Gewilde publicatie

Afbeelding van een kwadrant, 'Thresoor der zeevaert', 1596

De hier beschreven tweede editie verscheen bij de Amsterdamse uitgever Cornelis Claesz., die ook alle daaropvolgende edities in het Nederlands en het Frans voor zijn rekening nam. Het Thresoor bleek een gewilde publicatie; al in 1601 was Claesz. genoodzaakt om de oude en versleten koperplaten van de kaarten te laten vervangen. In 1602 volgde een Nederlandse editie van het Thresoor, met een appendix over de navigatie in Oost- en West-Indië. Deze uitgave illustreert de eerste Nederlandse pogingen om het Portugese handelsimperium in het oosten en het Spaanse imperium in het westen te doorbreken.
Drie jaar na de dood van Waghenaer publiceerde Claesz. een laatste editie van het Thresoor, met een nieuwe titelpagina en een dertigtal zeekaarten. Datzelfde jaar stierf Claesz. en nieuwere uitgaven van de zeemansgidsen van Waghenaer zouden niet meer het licht zien. Waghenaers plek werd nu ingenomen door een nieuwkomer, Willem Jansz. Blaeu. Met het Licht der zeevaert kwam Blaeu in 1608 met een meer actuele zeeatlas, niet naar het voorbeeld van Waghenaers Spieghel maar naar diens Thresoor

Auteur

Zeekaart van de Golf van Biskaje, 'Thresoor der zeevaert', 1596