Editie 16, 1904: Jan Frederik Niermeyer, 'Bos’ Schoolatlas der geheele aarde'
Na het overlijden van Pieter Roelf Bos in 1902 wordt de redactie van de Bosatlas overgenomen door Jan Frederik Niermeyer, een aardrijkskundeleraar die ten behoeve van de herziening van Veths standaardwerk over Java ook Indonesië bereisd heeft. Hij moet - zo blijkt vanaf de zestiende editie - niets hebben van Bos’ geëxperimenteer met kleuren, en voert de traditionele weergave van dieptetinten weer in: lichtblauw voor ondiep en donkerblauw voor diep water.
‘In de laagvlakten der Landen van Europa zijn de streken boven en beneden 100 M verschillend getint. Daarbij zijn wat sprekender kleuren gebruikt dan in de beide vorige drukken,’ zegt Niermeyer in het voorwoord. Het is inderdaad de atlaseditie met het helderste groen geworden. Er zijn nieuwe stadsplattegronden van Batavia (Jakarta) en Soerabaja (Surabaya) opgenomen, en een etnografische kaart van het roerige Balkangebied, met plattegrond van Constantinopel (Istanbul).
Kaartverschillen met de vijftiende editie
[Kaart I]
Op kaart 1 is een nieuw meest noordelijk bereikte punt aangegeven (86° 33’ noorderbreedte) bereikt in 1900 door de Italiaan Cagni, vanuit een basis op Frans Jozefland. Het punt dat in 1906 door Peary bereikt zou zijn, op 82° 6’, is als kwestieus aangemerkt. De tekening van Ellesmere Land en Heilprin Land is sterk verbeterd. Op Antarctica is de kust van Grahamland wat verder ingetekend. Mt. Melbourne en Eduard Land zijn toegevoegd, evenals het in 1902 zuidelijkste bereikte punt (Scott 1902, 82° 17’ zuiderbreedte). De op de vorige druk ingetekende kust van Alexander land (tussen 75° en 105° westerlengte) is nu weer ongedaan gemaakt. Niermeyer is erg geïnteresseerd in onderzeese telegraafkabels en oceanografisch onderzoek, en dat zien we meteen: het dieptelijnenbeeld is op de meeste kaarten aangepast aan de nieuwste gegevens, de diepzeetroggen lopen anders en een extra dieptelijn (-8.000 meter) is ingevoerd. De stervormige wereldkaart met de drainage van de stroomgebieden der rivieren op de oceanen is vervallen. De kaart van de regen- en sneeuwval van Supan vervangt die van de klimaatprovincies van Supan.
[Kaart II]
Op de wereldkaart zijn de belangrijkste Nederlandse scheepvaartlijnen sterk uitgebreid, zowel in de lijst als op de kaart, waar meer rode (Nederlandse) lijnen te zien zijn. Niermeyer heeft de redactie van het dagblad Scheepvaart bij de actualisering van deze gegevens betrokken. Er is een nieuwe treinverbinding tussen Tsjita en Vladivostok door Mantsjoerije heen ingetekend, met een zijtak van Harbin naar Nioe-tswang (Yinkou) en Tientsin (Tianjin). De trein van Kaapstad naar Bulawayo is doorgetrokken tot aan de Zambezi. Er is op deze kaart een speciaal legendablokje voor staten zonder koloniën geïntroduceerd, en dat impliceert dat het hebben van kolonies als de norm werd beschouwd. De arcering van de Franse en Britse gebieden in de Sahara betekent waarschijnlijk dat ze nog niet geheel onder controle zijn. Gellivaare (Gällivaare) in Zweden is op deze kaart nu per spoor met Narvik verbonden, zodat het ijzererts van de ertsberg makkelijker kan worden geëxporteerd. In West-Australië zijn spoorlijnen tussen Perth, en Menzies in het binnenland en tussen Perth, Geraldton en Northampton aan de kust, en dan landinwaarts naar Nannine gebouwd.
[Kaart IX]
De kaart van de grondsoorten van Nederland heeft een legendawijziging ondergaan: hoogveen (deels afgegraven) is nu opgesplitst in hoogveen (niet afgegraven of ontgonnen) en, met een lichtere tint roze, hoogveen (afgegraven of ontgonnen). Hierdoor kan men de voortgang van de ontginning veel beter volgen op deze kaart én op de provinciekaarten.
[Kaart X]
Op de kaart van de Nederlandse havenwerken is bij Amsterdam in de Indische en de Staatsliedenbuurt nu een deel van de geplande bebouwing gerealiseerd. Bovendien is er een veerverbinding naar Oostzaan ingetekend. In Rotterdam is Delftshaven nu aan de stad vast gebouwd, de Maashaven is gerealiseerd en de bebouwing in Kralingen is verder verdicht. Het symbool voor veerverbindingen, een streepjeslijn, is verder verduidelijkt door het met een stoombootje te combineren.
[Kaart XII]
Nederland overzichtskaart: Bij Brussel zijn op de kaart de voorsteden in de agglomeratie opgenomen; ook bij Gent en Antwerpen is dat gebeurd. Tussen Geldrop en Weert is een spoorlijn geprojecteerd. Tussen Ede en Nijkerk is een railverbinding gelegd, evenals tussen Utrecht en Zeist. Tussen Almelo en Delfzijl is ook een nieuwe spoorverbinding geprojecteerd, door de Noordooster Locaalspoorwegmaatschappij. In Friesland zijn van Leeuwarden uit twee spoorlijnen naar het noorden gelegd, een naar Metslawier en een naar Harlingen en Franeker.
[Kaart XIII-XVI]
Provinciekaarten: Het feit dat wél en níet ontgonnen hoogveen nu met verschillende tinten worden onderscheiden kan men niet op de legenda van de provinciekaarten aflezen, men moet daarvoor terug naar de grondsoortenkaart (nummer IX). In de Peel en de Veenkoloniën is het effect van deze legendawijziging duidelijk te zien. Er is een spoorlijn Nijkerk-Barneveld-Lunteren-Ede aan de kaart toegevoegd, en een aftakking naar Zeist van de spoorlijn tussen Utrecht en Amersfoort bij de plaats ‘Station De Bilt’, het latere Bilthoven. De route van de tram van Heijnenoord naar Strijensas is gecorrigeerd, de bebouwing van Rotterdam is uitgebreid richting Delfshaven, en die in Amsterdam richting Overtoom en Staatsliedenbuurt. In Friesland is de spoorlijn van Leeuwarden naar St. Jacobsparochie doorgetrokken naar Harlingen en Franeker. Van Zwolle is een spoorlijn aangelegd via Ommen naar Beerserveen ; het is het eerste deel van de spoorlijn, van Zwolle tot Ommen, van de Noordooster Locaalspoorwegmaatschappij, in gebruik genomen in 1903. De spoorlijnen van Assen naar Gieten en Stadskanaal en van Almelo naar Hardenberg horen daar ook bij.
In Twente is er een tramlijn gekomen tussen Oldenzaal en Denekamp, en in Gelderland tussen Zutphen en Doetinchem. In Brabant is de trambaan Oosterhout-Dongen verlengd tot Tilburg, en is de ontginning van de Peel langs de Helenavaart verder voortgeschreden. In Zeeuws-Vlaanderen is er een tramlijn tussen Hulst en Walsoorden gekomen, die aansloot op de veerboot over de Westerschelde naar Hansweert. De tramlijn van Maastricht naar Maaseik is weer van de kaart gehaald, mogelijk omwille van de generalisatie. In Limburg betekent het symbool ‘T’ een mijnschacht in exploitatie. Er staan er drie bij Kerkrade en een bij Heerlen. In de Betuwe loopt er nu een tramlijn van Wamel naar Nijmegen.
In 1904 zijn de in 1888 begonnen werken aan de verlegging van de Maasmond en het scheiden van Maas en Waal bij het Fort Sint Andries voltooid. Via de nieuw gegraven Bergsche Maas werd de rivier verbonden met de Amer en kwam zo uit op het Hollandsch Diep.
[Kaart XVIII]
Duitsland natuurkundig: Met uitzondering van de Alpenkaart en de kaart van de kustvormen is bij geen van de landen van Europa in de legenda een hoogteschaal opgenomen. De invoering op alle kaarten van Europa van een hoogtelijn van honderd meter moest men dus alleen uit het voorwoord ervaren. Dat het effect had, evenals de invoering van een wat helderder groene kleur voor het gebied onder honderd meter blijkt uit bijgaande illustratie.
[Kaart XX]
Zwitserland: Vanuit Interlaken loopt er nu een treintje naar Lauterbrunnen en Murren. Vanuit Brig is men aan het werk aan een spoorwegtunnel onder de Simplonpas naar Domodossola. De lijn door deze tunnel zou in 1906 geopend worden. Ook de al uit 1891 daterende lijn van Visp naar Zermatt is ingetekend, evenals de Albulabahn van Thusis naar Sankt Moritz door een tunnel onder de Albulapas, die in 1904 gereed kwam.
In België zijn de agglomeraties van Antwerpen en Brussel sterk gegroeid, door het mede in de agglomeraties opnemen van de randgemeenten.
[Kaart XXI]
De groei van de agglomeraties geldt ook voor Parijs en nog sterker voor Londen, zoals op de kaart van Frankrijk te zien is.
[Kaart XXII]
Oostenrijk-Hongarije: Van Triëst loopt er nu ook een spoorverbinding naar Pola op het uiteinde van het schiereiland Istrië. In Noordoost-Hongarije is Munkacs nu ook met Msaramaros Sziget en, over de Karpaten heen, met Kolomea (Kolomyja) verbonden.
[Kaart XXIII]
Rusland: Zweden en Finland zijn nu per spoorlijn Uleaborg (Oulu)-Haparanda-Luleå met elkaar verbonden. Op het schiereiland Kola is bij de inhamnaam Katharinahaven nu ook de plaatsnaam Alexandrovsk toegevoegd.
[Kaart XXIV]
Scandinavië: In Noorwegen is de spoorweg van Hönefoss naar Bergen door het Hallingerdal in aanbouw. In 1890 werd het bedrijf Luossavaara–Kiirunavaara AB gesticht om de ertsen bij Kiruna te exploiteren. In 1899 was een spoorverbinding aangelegd tussen Kiruna en Gellivaare (Gällivare). In 1898 nam de Zweedse Rijksdag een wet aan om een spoorlijn aan te leggen van Kiruna naar Narvik in Noorwegen. Die lijn werd in juli 1903 in bedrijf gesteld.
[Kaart XXV]
Groot-Brittannië: Inverness in Schotland is nu ook per spoor met Strome Ferry aan de westkust verbonden. Bij het Fen District is toch ook de naam Holland weer ingevoerd.
[Kaart XXVI]
Spanje en Portugal: De spelling van de plaatsnaam Cordoba is veranderd in ‘Cordova’: de officiële spelling kreeg dus voorrang boven de juiste uitspraak. De omvang van de betwiste gebieden tussen Spanje en Portugal is nu ook op de kaart aangegeven.
[Kaart XXVII]
Italië: Er is een spoorlijn aangelegd langs de Tyrreense kust van het vasteland, van Napels naar Messina. Wat op de kaart van Zwitserland al ‘Domodossola’ heette heet hier nog ‘Domo d’Ossola’. Er is een meer directe spoorverbinding aangelegd tussen Venetië en Triëst. De wisseling van het redacteurschap heeft mogelijk veroorzaakt dat het drooggelegde ‘L. Fucino’ bij Avezzano, oostelijk van Rome, nu opeens weer water bevat. In de volgende editie zal het weer droog zijn, en in de achttiende editie zal er ‘voormalig’ bij worden vermeld, om elk misverstand uit te sluiten.
[Kaart XXVIII]
Balkanschiereiland: In Griekenland is het spoorwegnet uitgebreid, want Pylos en Kalamata zijn nu ook verbonden met het net via Pyrgos en Tripolis. Ten noorden van de Golf van Korinthe is Messolonghi verbonden met Agrinion in het binnenland, centrum van de belangrijke tabaksindustrie, en Kryoneri aan de kust. Aan de overkant van de Egeïsche zee zijn spoorlijnen doorgetrokken naar Konya en Ankara.
[Kaart XXIX]
Nieuw is de staatkundige kaart van de Balkan. Bosnië is daarop ten onrechte helemaal als Oostenrijks gebied ingekleurd, het bleef een Oostenrijks protectoraat; pas in 1908 zou het formeel door Oostenrijk worden geannexeerd. De regio Novi Pasar bleef ook tot 1908 deel van het Oostenrijkse protectoraat. Oost-Roemelië was de facto een deel van Bulgarije, beide gebieden waren nog schatplichtig aan de Turkse Sultan.
Op de etnografische kaart komen een aantal niet-verklaarde namen voor: de Szekler vormen een Hongaarse subgroep, Morlaken zijn een van oorsprong Romaanse bevolkingsgroep die recentelijk op een Slavische taal is overgegaan. De Juruken in Anatolië vormen een Turkse groep vergelijkbaar met de Serven in het huidige Kroatië, die oorspronkelijk militaire diensten moesten verlenen in ruil voor belastingvrijstelling en landbouwgrond.
De plattegrond van Constantinopel (Istanbul) is een kartografisch juweeltje; jammer dat er zo weinig aan teksten aan de herkenbare symbolen is toegevoegd, zoals bijvoorbeeld de Galata Toren, het Dolmabahce paleis, het Tophane arsenaal, de gezantenwijk tussen Pera en Galata, de stations, hippodroom en de moskeeën van de sultans Soleiman, Ahmed, Selim en Mohammed II. Met Yildis kiosk (nummer 5) worden de tuinen van de Sultan aangegeven; de haven van Haidar Pasja (nummer 6) was in 1904 pas door Nederlandse ingenieurs ontworpen en aangelegd.
[Kaart XXX]
Azië natuurkundig: Frans Jozefland blijkt een grote groep kleine eilandjes te zijn in plaats van een grotere landmassa. Ook de eilandjes van Koning Karelsland blijken aanmerkelijk geslonken.
[Kaart XXXI]
Azië staatkundig: Thailand heeft alweer verder gebied verloren aan Frankrijk. Het Tonle Sapmeer is nu geheel door Frans gebied omgeven, en in het noorden heeft het ook aan de westzijde van de Mekong gebied aan de Fransen moeten afstaan. Tussen Tsjita en Nertsjinsk in Siberië is een zijspoor van de geplande Trans-Siberische expres door Mantsjoerije naar Wladiwostok aangelegd, en die lijn is via Harbin met Tientsin, Peking en het nu door de Russen gepachte Port Arthur verbonden. Hadhramaut in Zuid-Arabië blijkt opeens ook een Brits protectoraat geworden te zijn.
[Kaart XXXII]
Zuid-Azië: Frans Somaliland is ten koste van Italiaans Eritrea vergroot. In het Tarimbekken zijn ruïnes aangegeven, onder andere van Dandan Oilik en Niya, ontdekt tussen 1896 en 1900 door de Zweedse ontdekkingsreiziger Sven Hedin en de Brits-Hongaarse ontdekkingsreiziger Aurel Stein. In het noorden van Tibet heeft Niermeyer het Dupleix-gebergte opgenomen, met het hoogtecijfer 8.000. Het was in 1890 ontdekt door de Franse ontdekkingsreiziger Pierre Bonvallot, maar bleek later geen achtduizender en ‘slechts’ 6.929 meter hoog.
[Kaart XXXIII]
Insulinde: De dieptelijnen zijn ook hier sterk aangepast aan nieuwe gegevens. Op Nieuw-Guinea is een Assistent-residentie Zuid-Nieuw-Guinea ingesteld, met hoofdplaats Merauke. Daarmee wordt dat gebied onttrokken aan de residentie Ternate; de sultan van Ternate had traditioneel de soevereiniteit over Nieuw-Guinea, daar baseerden de Nederlanders hun claim op Nieuw-Guinea op.
[Kaart XXXIV]
Op de geologische kaart van Java is informatie toegevoegd over de vulkanen: zijn hun namen dubbel onderstreept (zoals bij de Merapi en de Smeroe) dan stoten ze geregeld as uit, zijn ze enkel onderstreept (zoals de Lawoe of de Sindoro) dan zijn er uitbarstingen van bekend, en als ze een stippellijn hebben (zoals de Salak of de Karang) dan stoten ze alleen gassen uit.
Aan de natuurkundige kaart van Java zijn gebergtenamen toegevoegd: ‘Serajoe gebergte’, ‘Pembarisan gebergte’. Het Middelste Kalksteengebergte is veranderd in de ‘Goenoeng Kendeng’, en het Zuidelijke Kalksteengebergte in de ‘Goenoeng Kidoel’. Nieuw zijn de vele bevloeiingskanaaltjes die op de kaart zijn opgenomen: in de Brantasdelta, bij Demak en Magelang, in het Serajoedal, bij de Tjiliwoeng en Tjimanoek-delta en de Tjipomali.
Op de staatkundige kaart van Java is de spoorlijn van Batavia naar Krawang doorgetrokken tot Poerwa karta (Purwakarta). De tramlijnen, die Bos er in zijn laatste druk had afgegooid omdat de kaart te druk werd, heeft Niermeyer er weer op laten zetten. De tramlijnen van Soerabaja naar Poerwodadi, Blora en Rembang zijn nieuw, vergeleken met die in de veertiende editie, evenals de lijn die op Madoera van west naar oost loopt. In plaats van de tramlijnen staan nu de hoofdwegen niet langer op de kaart. Het aparte symbool voor spoorwegtunnel komt vijfmaal voor op de kaart.
[Kaart XXXV]
Plattegronden van Batavia en Soerabaja op de schaal 1:100.000. Ze zijn bewerkt naar de kaarten 1:20.000 van de Topografische Dienst in Batavia. Om de kaarten goed te kunnen interpreteren is eigenlijk ook de legenda van de oorspronkelijke kaarten nodig, daaruit blijkt bijvoorbeeld dat de helder gele gebiedjes op de plattegrond van Soerabaja begroeid zijn met alang-alang, taai hoog gras. De gele kleur geeft zonder toevoegingen aan dat het om onbebouwd gebied gaat. Met ‘Nipa’ wordt een palmensoort bedoeld, met ‘Tegals’ wordt op de kaart van Soerabaja niet-geïrrigeerd akkerland aangemerkt. Grasland is groen met een horizontale streepjesarcering, bos geel met een gekrulde arcering. Petit Trouville op de plattegrond van Batavia was de plaats waar de Europeanen in de Javazee gingen zwemmen. Bij de ‘Boom’ bij de monding van de Tjiliwoeng legden in de tijd vóór de aanleg van de haven Tandjong Priok de prauwen of lichters aan die het verkeer met de op de rede geankerde schepen onderhielden. De ‘tijdklep’ in de haven gaf de plaats aan waar men om twaalf uur ’s middags een grote, aan een mast opgehangen bal liet vallen om ook schepen die wat verder weg lagen een tijdsein te geven. Op de plattegrond van Soerabaja zijn tramlijnen ingetekend, naar Sidoardjo, langs de linkeroever van de Kali Soerabaja en naar het westen richting Grissee (Gresik). Het zijn lijnen aangelegd door de ‘OostJava Stoomtram maatschappij’.
De plattegronden zijn in zoverre verwarrend, dat het lijkt of alleen het rode deel tot de stedelijke bebouwing hoort, maar de donkergroene delen, de kampongs, horen er evenzeer toe. Ook is het opmerkelijk dat er wel kerken op staan aangegeven, maar in dit overwegend islamitische gebied geen enkele moskee. Op het bijkaartje dat een deel van Batavia vergroot staat onder andere ‘Mont. Michiels’: het monument voor generaal Michiels, een bevelhebber die op West-Sumatra de Padri-oorlogen door onbeheerst optreden verlengde.
Op de plattegrond van Soerabaja ziet men nog de resten van een plan de stad door water en redoutes te omgeven. Tussen de kampongs liggen complexen van rijstvelden. Bij de marinehaven liggen drie sociëteiten; aan zee was het blijkbaar iets koeler!
[Kaart XXXVI]
Op de kaart van Sumatra is een trambaan ingetekend van Kota Radja in het noorden via Sigli naar Samalanga. Op de kaart van Borneo is aan de oostkust voor het eerst het eilandje Tarakan vermeld. In 1906 begon de Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij hier met de oliewinning.
[Kaart XXXVII]
In de Nijldelta zijn de plaatsen Er-Rahmanijeh en Damanhoer met een spoorlijn verbonden, en is er ook een spoorlijn aangelegd van Ismailia langs de westelijke oever van het Suezkanaal naar Port Said. In de Nijl bij Assoean is een dwarsstreepje aangegeven met de tekst ‘stuw’ ernaast. In 1902 werd hier in de rivier een stuw gebouwd, bedoeld om de jaarlijkse overstromingen van de Nijl te reguleren en binnen de perken te houden. Op de plattegrond van de Nijldelta is een stuw ingetekend vlak voor de plaats waar de Nijl zich vertakt. Door de bouw van die stuw kon de hele delta veel eenvoudiger geïrrigeerd worden.
[Kaart XXXVIII]
Afrika staatkundig laat het resultaat van de Boerenoorlog zien: de Zuid-Afrikaanse Republiek is nu de Transvaal Kolonie en de Oranje Vrijstaat de Oranje Rivier Kolonie geworden. De grenzen tussen Ethiopië en de haar omringende landen zijn nu gedemarceerd. Blijkbaar, gezien de rode bies, claimen de Britten ook de Koefra-oases. Dat was echter het gebied van de Senoessi’s, en het zou pas in de jaren ’30 door de Italianen worden verworven. In Ethiopië is de spoorlijn van Addis-Abeba naar Djibouti ingetekend, maar die lijn zou pas in 1917 gereed zijn. Koeka (Kukawa), in de vijftiende editie nog als hoofdstad van Bornu aangegeven, werd in 1902 door de Britten verwoest en is daarom als ruïne aangegeven. In Kameroen is de plaats Gouvernementskaserne nu omgedoopt in ‘Doeala’ (Douala).
[Kaart XL]
Noord-Amerika natuurkundig: De naam ‘Parry eilanden’ hoort meer westelijk te staan bij Melville en ‘Prins Patrick Eil.’. Wat nu als ‘Parry Eil.’ of als ‘Ringnes Eilanden’ aangegeven staat, zijn in feite de Sverdrup Eilanden, waarvan één van de onderdelen het eiland Ringnes is. Het nabijgelegen ‘Axel Heiberg Eil.’ bestaat niet; het ligt als schiereiland vast aan Ellesmere.
[Kaart XLI]
Noord-Amerika staatkundig: Cuba is nu als onafhankelijke staat aangegeven en Panama is los van Colombia. De Verenigde Staten hadden geprobeerd Colombia ertoe te bewegen de zone, waar het Panamakanaal gebouwd zou worden, voor altijd aan de VS te verpachten. Toen het Colombiaanse parlement dat afwees, steunden de Verenigde Staten een onafhankelijkheidsbeweging in Panama, dat zich met Amerikaanse steun van Colombia losmaakte en meteen aan de Verenigde Staten tot in alle eeuwigheid de kanaalzone verpachtte. ‘Mejico’ wordt vanaf deze druk met een x geschreven: ‘Mexico’.
[Kaart XLII]
Verenigde Staten: ‘Tejas’ wordt voor het eerst in deze atlas met een x geschreven.
[Kaart XLIII]
Zuid-Amerika: In Chili heeft de spoorlijn naar het zuiden nu Valdivia en Corral bereikt. In Uruguay is een spoorlijn van Durazno naar de Braziliaanse grens, en ook een lijn langs de oostelijke oever van de rivier de Uruguay gebouwd. Het grote meer in de Noord-Boliviaanse Llanos de Majo blijkt een moeras te zijn en Peru heeft zijn Amazonegebied tot de rivier de Ica uitgebreid ten koste van Ecuador.
De havenplaats Ensenada bij Buenos Aires aan de Rio de la Plata is opgenomen op de kaart: Nederlanders hadden er de nieuwe havenwerken aangelegd. In Uruguay is Montevideo nu via een spoorlijn naar Uruguyana in Brazilië aan het spoornet van de Braziliaanse staat Rio Grande do Sul verbonden. De spoorlijn uit Sao Paulo heeft zuidwestwaarts de rivier de Iguacu bereikt.
[Kaart XLV]
Op de kaart van Suriname staan de percelen uitgegeven voor goudwinning niet langer op de kaart vermeld; de Surinaamse gold rush is blijkbaar over. Ook met de wederzijdse staatkundige claims gaat dat deels zo: op de kaart van de Guyana’s zijn de Venezolaanse claim op het grootste deel van Brits Guyana en de Franse claim op een deel van Noord-Brazilië vervallen. Alleen de Nederlandse claims op de beide buurstaten en de Braziliaanse op een deel van Brits Guyana bestaan nog. Dankzij de Coppename-expeditie van Majoor Bakhuis is een deel van de ‘onbekende wildernis’ in West-Suriname nu opgeklaard; de Wilhelmina- en Emmaketens en het Oranje-gebergte zijn ingetekend, evenals de bovenlopen van de rivieren de Nickerie, Coppename, Saramacca, Suriname en Tapanahony.