Editie 35, 1936: Berend Albertus Kwast en Pieter Eibergen, 'Bos-Niermeyer Schoolatlas der geheele aarde'
Bij de totstandkoming van de 35ste editie van de Bosatlas uit 1936 krijgt Berend Albertus Kwast hulp. Hij doet de redactie nu samen met Pieter Eibergen (1889-1972), ook aardrijkskundeleraar in Groningen, met ervaring in Indonesië. De volgorde van de kaarten van Nederland is in deze editie veranderd: de havenkaart komt nu pas na de provinciekaarten. Na de grondsoorten komt nu eerst de hoogteligging, dan de neerslag en hoe we die weer kwijtraken, dan het overzicht wat we ervan gemaakt hebben, voordat we inzoomen op de provincies en daarna verder inzoomen op de havens. Het is zo wel een logischer structuur geworden. Pièce de résistance is de nieuwe kaart van Oost-Europa die ons confronteert met de persoonsverheerlijking in Rusland, en met problemen bij het omzetten van namen van het Cyrillische naar het Latijnse alfabet en spelling in het algemeen. De atlas loopt al vooruit op de voor het onderwijs bestemde spellingsvereenvoudiging van 1937.
Kaartverschillen met de 34ste editie
[Kaart 1]
De beide poolkaarten zijn opnieuw getekend, helaas nog niet op dezelfde schaal. We zien nu eindelijk hoe de westkust van het Noordland (‘Nic. II land’) er uitziet. Het aantal weergegeven tochten is teruggebracht tot het essentiële (MacClure die als eerste de Noordwestelijke en Nordenskjöld die als eerste de Noordoostelijke doorvaart verkende). Op de poolkaarten betekent wit niet langer onbekend; op de Zuidpoolkaart betekent het gewoon permanent met ijs bedekt gebied. Zowel het Noord- als het Zuidpoolgebied zijn in sectoren verdeeld door de landen die daar aanspraak op maken. Het Zuidpoolgebied is actief geëxploreerd sedert de vorige editie, het aantal namen is meer dan verdubbeld.
[Kaart 2]
Op blad 2 is op de zes klimaatkaartjes de hoogteaanduiding boven 1.000 meter weggenomen, die er in de zeventiende druk in gekomen was; nu kunnen de kleuren beter worden afgelezen. Bij de iso-amplitudenkaart blijkt dat er ook veel gemeten is op zee, de isolijnen daar hebben veel meer detail gekregen.
[Kaart 3]
Op blad 3 werd van de hoofdkaart (plantengroei en zeestromen) de grens van het pakijs in de winter weggehaald. De grens tot hoe dichtbij de equator ijsbergen voorkomen, is gehandhaafd. Op het kaartje van de jaarlijkse neerslag is de ‘aequatoriale grens van de sneeuwval in het laagland’ aangebracht: dat wil zeggen hoe dicht bij de equator nog sneeuw kan vallen beneden de 200 meter. In plaats van het kaartje van de cultuurvormen is er een neerslagkaartje van Europa opgenomen; een dergelijke kaart zat ook al in de elfde editie. De legenda’s van beide neerslagkaarten op deze bladzij hebben praktisch dezelfde tinten voor dezelfde waarden.
[Kaart 4a] en [Kaart 4b]
In twee jaar tijd (sedert de 34ste editie) is het luchtvaartnet al behoorlijk uitgebreid. China is erin opgenomen, de Sahara vormt geen hindernis meer, en Australië is met de rest van de wereld verbonden. Het net in Europa is minder sterk gewijzigd, en dat geldt ook onze route naar Indië.
[Kaart 4]
Koloniën en wereldverkeer: De grens tussen Libië, de Franse en Britse Soedan is gewijzigd. Er is een grens tussen Canada en Newfoundland ingevoerd, omdat die nog niet tot hetzelfde dominion behoren. Pas in 1949 wordt Newfoundland een Canadese provincie. In 1935 kregen de Filippijnen zelfbestuur (de status van Amerikaans gemenebest) en de belofte binnen tien jaar geheel onafhankelijk te zijn; dat is de reden waarom het niet meer als Amerikaanse kolonie aangegeven staat. Er worden niet langer steden met meer dan 500.000 inwoners op deze kaart onderscheiden.
Op de kaart van de mensenrassen worden er nog maar veertien in plaats van negentien verschillende rassen onderscheiden. Het lijkt eerst of de mensenrassen in ‘Blanken’ en ‘Negers’ worden verdeeld, maar bij nadere beschouwing geldt de overkoepelende term ‘Negers’ alleen voor de Soedan- en Bantoenegers. Op de Godsdienstenkaart zijn voor Oost-Azië het Boeddhisme en het Brahmanisme als basisgodsdiensten gekozen; door middel van een rode omranding zijn de aanhangers van Sjintoïsme, Confucius en Lao-tse gelokaliseerd. Op zowel de Godsdiensten- als de Rassenkaart zijn de onbewoonde gebieden wit gelaten; die grens valt nu samen met die op de kaart van het Noordpoolgebied op kaartblad 1.
[Kaart 8]
Op de etnografische kaart van Europa is ook de Griekse bevolking uit de kustvlakte van Bulgarije verdwenen. Op hun beurt verdwenen ook de Bulgaren uit Noord-Griekenland.
[Kaart 9]
Nederland Grondsoorten: Het blijft wat tobben hier: nu bevat de Peel ook op deze kaart weer veel niet afgegraven hoogveen, terwijl het gebied daar in de vorige editie helemaal vrij van leek te zijn. Er is duidelijk te zien hoe het Belgische Albertkanaal net buiten het Nederlandse gebied bij Maastricht om naar de Maas loopt. Het patroon van de dieptelijnen op de Wadden is gegeneraliseerd.
[Kaart 11]
Op blad 11 is alleen de kolenkaart blijven staan; die is verduidelijkt door de tekstgegevens eruit te halen en die in een schema te zetten. Het kaartje van het waterschap de Schermeer is vervangen door een kaart van de boezemgebieden in het Hollands-Utrechtse polderland. Een boezem is een watergebied dat dient als tijdelijke berging voor overtollig water uit polders; dat overtollig water wordt op rivieren of op zee geloosd, al of niet met behulp van gemalen. Die gemalen staan dus meest langs rivieren of de zee. Een boezemgebied wordt gevormd door een stel polders dat op dezelfde boezem loost.
Er is op dit blad ook een neerslagkaart van Nederland opgenomen, waarvoor de kleuren ongelukkig gekozen zijn, omdat ze het verloop niet goed laten zien. Het is een complexe kaart, waaruit men zowel informatie over de maand met de meeste en minste regen voor bepaalde plaatsen kan aflezen: Enschede heeft de meeste regen in juli (zwarte naam) en de minste in februari (zwarte stip); Groningen heeft de meeste regen in augustus (rode naam) en de minste in april (blauwe stip).
[Kaart 12]
Nederland overzichtskaart: In plaats van één symbool voor kust- en luchtvaartlichten hebben we nu aparte symbolen voor vuurtorens voor schepen en voor vuurtorens voor de luchtvaart. Die laatste staan in vaste routes: er is een luchtvaartroute vanuit het zuidwesten van Vlissingen via Rotterdam naar Schiphol, één vanuit het zuiden over Rozendaal en Numansdorp naar Rotterdam en Schiphol, en twee uit het oosten, één via Ootmarsum en Harderwijk naar Schiphol, en één via Lonneker, Apeldoorn en Soesterberg. Eindhoven heeft de drempel van 100.000 inwoners overschreden en blijkt een veelvingerige agglomeratie te zijn. Het Twentekanaal is doorgetrokken tot Enschede. De spoorlijnen van Hoorn naar Medemblik, van Alphen naar Uithoorn en van Zuidbroek naar Delfzijl, van Leeuwarden door het Bilt naar Harlingen en Franeker en van Leeuwarden naar Dokkum en Anjum zijn vervallen.
[Kaart 13-16]
De provinciekaarten van Nederland worden nu, net als bij het aardrijkskundeonderwijs gebruikelijk is, in een andere volgorde gepresenteerd: ze beginnen bij Groningen en eindigen bij Limburg. Bij die nieuwe indeling zijn Limburg en Noord-Brabant niet meer gesplitst. De kaarten zijn opnieuw getekend. Volgens Kwast heeft als grondslag gediend ‘de nieuwe kaart 1:200 000 van de Topografische Dienst, in de projectie van Bonne, met als middenmeridiaan de lijn Amsterdam-Chaam.’
Voor het eerst staat er bij de provinciekaarten een volledige legenda, meteen op de eerste provinciekaart. Nieuw zijn daarin de driehoekjes, die staan voor kastelen of monumenten, zoals crematorium Westerveld, Paleis Soestdijk of Bronbeek. Voor tramlijnen en kanalen zijn de gekozen signaturen veel minder zwaar geworden. Er heeft een ware kaalslag gewoed onder de tramlijnen. Heel Noord-Brabant is bijvoorbeeld tramvrij, en ook elders is het bestand gehalveerd. In het oosten is bijvoorbeeld de lijn Zwolle-Coevorden met de zijtak van Balkbrug naar Meppel verdwenen.
De grondsoorten blijven aangepast worden, bij Hoogeveen en Hollandse Veld is alle hoogveen bijvoorbeeld afgegraven.
De rivierkaart van de Neder-Rijn is onder de kaart van Gelderland geplaatst, en gebaseerd op een nieuwe uitgave van de rivierkaart van Rijkswaterstaat.
In Zuid-Limburg is over de grens de plaats Ternaaien opgenomen maar op de verkeerde plek. Het moet liggen tegenover Eijsden. Er is wat meer systeem gebracht in de landschapsnamen, die wel alle schreefloos, niet meer onderkast of cursief zijn.
[Kaart 14a]
Het algemeen plan van droogmaking van de Zuiderzee werd aangepast, en dat betekende dat de Noordoostpolder zonder randmeren zou worden aangelegd.
[Kaart 20]
Duitsland staatkundig: In Saarland, dat van 1920 tot 1935 onder een mandaat van de Volkerenbond door Groot-Brittannië en Frankrijk was bestuurd, werd in 1935 een volksstemming gehouden. De meerderheid koos voor herintegratie in Duitsland. Het is nu weer als een deel van de Beierse Saar-Palts aangegeven. In Polen is er van Bromberg (Bygoszcz) een spoorlijn om Danzig heen naar Gdingen (Gdynia) aangelegd. Ook verder is het Poolse spoorwegnet aan de nieuwe grenzen aangepast met een directe lijn Warschau-Posen (Poznan) en van Lublin naar Jaroslav (kaartblad 24).
[Kaart 25]
Oost-Europa: Dit blad werd opnieuw getekend op de schaal 1:9 miljoen in plaats van 1:10 miljoen. Er is veel aandacht voor de plaatsnamen geweest: in de Baltische staten zijn met uitzondering van Windau steeds de endoniemen (de plaatselijk officiële versies) gekozen. In Finland zijn de (Finse) meerderheidsnamen als eerste gekozen in plaats van de traditionele Zweedse. Dat wordt bepaald bij de volkstellingen. De namen zijn wel getranscribeerd, dat wil zeggen zó herspeld dat we ze in Nederland goed uit kunnen spreken, dus in plaats van Viipuri ‘Wipoeri’. Wasa heeft blijkbaar nog een Zweedstalige meerderheid, omdat niet de Finse versie Vaasa op de eerste plaats komt. De Noordkaap is bij de schaalvergroting net van de kaart afgevallen. Ook in Roemenië en Turkije wordt getranscribeerd: ‘Cloej’ in plaats van Cluj, ‘Jassy’ in plaats van Iași en ‘Oeskoedar’ in plaats van Üsküdar.
Ook met betrekking tot Rusland – de naam Sovjet-Unie komt alleen op de zwart-wit kaarten voor – is er veel aandacht voor plaatsnamen. Op de Krim, officieel de Autonome Socialistische Sovjetrepubliek van de Krim, met hoofdstad Akmetsjet, is behalve het Russisch ook het Krimtataars een officiële taal. In die taal heet Sebastopol ‘Akhiar’. Van de Oekraïne is Kharkof (Charkiv) niet langer de hoofdstad, maar Kijef (Kyjif). Wjatka is herdoopt in ‘Kirof’; Sergei Kirof was het hoofd van de communistische partijorganisatie in Leningrad en werd in 1934 vermoord, waarna Wjatka als eerbetoon naar hem vernoemd werd. In de Kaukasus wordt Vladikavkaz vernoemd naar de Georgische revolutionair Grigol Ordsjonikidze; in Rusland werd Samara vernoemd naar de revolutionair Valerian Koejbisjef.
Er is een nieuw omzettingssysteem van het Cyrillisch naar het Nederlands gevolgd, waardoor de uitgangen op ‘-ow’ en ‘-ew’ veranderen in ‘-of’ en ‘-ef’, zoals Kharkow dat nu als ‘Kharkof’ wordt geschreven.
Er is ook een spellingswijziging in het Nederlands zelf: Doode Zee wordt ‘Dode Zee’, Doode Baai ‘Dode Baai’, Roode Zee ‘Rode Zee’, Afdeeling wordt ‘Afdeling’, etcetera. In 1934 is in Nederland voor het onderwijs de spelling Marchant ingevoerd, die onder andere inhield het weglaten van dubbele klinkers uit open lettergrepen (dus ‘lopen’ en ‘eten’ in plaats van ‘loopen’ en ‘eeten’) en van de ch-klank wanneer je die niet uitspreekt (dus ‘vis’ en ‘mens’ in plaats van ‘visch’ en ‘mensch’).
[Kaart 26]
Scandinavië: De spellingen van de namen sporen hier niet met de vorige kaart: ‘Vaasa’, ‘Memel’, ‘Libau’ staan hier op de eerste plaats , en op kaart 25 ‘Wasa’, ‘Liepaja’ en ‘Klaipeda’.
[Kaart 29]
Balkan schiereiland: Op de etnografische kaart zijn de Grieken verdwenen uit de Bulgaarse kustvlakte, en de Bulgaren zijn verdwenen uit het noorden van Grieks Thracië.
[Kaart 30]
Azië natuurkundig: Op de kaart van Palestina komen we naast El Ghor een aantal nieuwe Arabische streeknamen tegen, om naast de Bijbelse (Joodse) namen (Sefel, Saron, Karmel, Jizreel) ook het eigentijdse Arabische karakter van het gebied te benadrukken: El Kerak, Belka, Adzjloen, Hauran (waar de Droezen wonen), En Noekra en Dzjolan, dat we nu kennen als de Golanhoogte.
[Kaart 31]
Azië staatkundig: De naar het westen priemende punt van Soedan is bij het Italiaanse Libië getrokken. De naam van de staat Mandsjoekwo is inmiddels veranderd in ‘Mandsjoetikwo’. De hoofdstad van de autonome Sovjetrepubliek der Boerjaten werd omgedoopt van Werkhneoedinsk (‘Opper-Oedinsk’ aan de rivier de Oede) in ‘Oeljan Oede’ (‘Rood Oede’, nu Ulan Ude).
[Kaart 32]
Zuid- en Oost-Azië: In Brits Indië is Sind in 1935 afgesplitst van Bombay als aparte provincie.
[Kaart 33]
Grote Oceaan: Colombia heeft een haven aan de Amazone verworven van Peru. De telegraafkabel van Menado naar het eiland Jap is vervallen. De kabel van Menado via Jap naar Sjanghai was ooit samen met Duitsland aangelegd, in de 30ste druk wordt hij alleen nog als Nederlands aangegeven, in dezelfde druk is het deel Jap-Sjanghai als Japans aangegeven; na de 31ste druk staat het eigendom van het deel Menado-Jap niet meer vermeld.
[Kaart 34]
Insulinde: De Filippijnen-trog is aangegeven, met dieptelijnen van 6.000 en 8.000 meter, en een dramatische paarse dieptekleur om de zeeën dieper dan 8.000 meter weer te geven. Binnen de archipel zijn de resultaten van het diepzeeonderzoek van de Snellius-expeditie in de dieptelijnen verwerkt.
Het gouvernement Molukken is weer opgeheven, Ambon is weer gewoon een residentie geworden, en de plaatsstippenindeling is weer aangepast: Ambon is de hoofdplaats van de residentie en Ternate , tot voor kort residentiehoofdstad, is weer gedegradeerd tot afdelingshoofdstad. De afdeling Ternate valt weer onder de residentie Ambon.
[Kaart 35]
Java: De railroute Cheribon-Semarang is van tweede nu eerste klasse geworden. Op de plattegronden is ook de verandering aangebracht van spoor- en tramlijnen naar spoorlijnen eerste en tweede klasse.
[Kaart 37]
Op Borneo is het aantal afdelingen van de residentie Zuider- en Oosterafdeling van Borneo teruggebracht van zeven naar vijf: de Doesoenlanden zijn opgesplitst tussen de afdelingen Hoeloesoengai en Koealakapoeas, de afdeling Zuidoostkust van Borneo is verdeeld tussen Bandjermasin en Samarinda.
[Kaart 39]
Afrika staatkundig: Italië verwerft voor zijn kolonie Libië een deel van de Soedan.
[Kaart 42]
Verenigde Staten De spoorlijn van Miami naar Key West in Florida werd op 2 september 1935 (Labor Day) door een orkaan verwoest. Op de resten van de spoorlijn werd door de Amerikaanse overheid vervolgens een autoweg aangelegd.
[Kaart 43]
Zuid-Amerika: De grens tussen Peru en Colombia is gewijzigd, als een gevolg van de ‘Guerra Colombo-Peruviana’ (1932-1933). De grens wordt sedertdien gevormd door de rivier de Iça of Putumayo, met een smalle Colombiaanse strook die naar de Amazone loopt, waaraan de haven Leticia werd gebouwd, pal naast de Braziliaanse stad Tabatinga. Ecuador maakte bezwaar, omdat Colombia er zo gebied bij kreeg dat in het verleden door Peru op Ecuador veroverd was. Het kreeg een kleine gebiedsuitbreiding noordwaarts tot de Putumayo. Het in de 19de en 20ste eeuw door Peru op Ecuador veroverde gebied is om onduidelijke redenen gearceerd aangegeven. De grens tussen Brazilië en Colombia wordt ook deels anders getrokken. Wat nog niet op de kaart staat is dat Paraguay het grootste deel van de Boliviaanse Chaco heeft veroverd in de ‘Chaco-oorlog’ die van 1932 tot 1935 duurt. Maar pas in 1938 wordt die oorlog met een vredesverdrag besloten.
[Kaart 44]
Suriname en de Antillen: Op de kaart van het eiland Curaçao is er een eind gemaakt aan de onzekerheid over wat nu Willemstad is. De namen van de wijken Otrabanda, Pietermaai en Schaarlo zijn verwijderd en alleen Willemstad is met plaatsstip over. Het symbool voor vliegveld is weer terug, nu iets zuidelijker, en er zijn ook symbolen geplaatst voor de zoutpannen.
De plattegrond van Willemstad heeft een grotere uitsnede gekregen zodat de hele raffinaderij van de Curaçaosche Petroleum Industrie Maatschappij (een onderdeel van Shell) zichtbaar is. De raffinaderij is gebouwd op Isla, het in het Schottegat vooruitstekende schiereiland tegenover de St. Annabaai. Op deze nieuwe plattegrond zijn werven aangegeven links en rechts van de St. Annabaai en bij Isla, waar ook veel nieuwe steigers en olietanks zijn gekarteerd. Voor industrie en werknemers is een nieuwe nederzetting gecreëerd, Emmastad. Een aantal eilandjes in de baai is met dammen en bruggen met elkaar verbonden. Oostelijk van de Boeskabaai staat nog een symbool voor zoutpan, maar die zal met het door de raffinaderijen vervuilde water een kwijnend bestaan geleden hebben. De rode opdruk voor de stenen bebouwing is zó dominant dat nauwelijks te zien is waar de symbolen voor telegraafkantoor (bij Fort Amsterdam) en radiostation (bij het Riffort) staan.
De plattegrond van Paramaribo is op een kleinere schaal getekend en beslaat nu een groter gebied. Het gebouw van de Koloniale Staten is aangemerkt, het krankzinnigengesticht is niet meer opgenomen en ervoor in de plaats is de cultuurtuin gekarteerd. De ‘steiger der koloniale vaart’ is ook verdwenen, en de KNSM is vervangen door de KWIM. De plattegrond van Willemstad is wel op dezelfde schaal 1:50.000 gebleven, zodat een vergelijking minder zinvol wordt.
Op de kaart van Suriname staat nu een vliegveldsymbool ingetekend bij Republiek, het latere vliegveld Zanderij. De spoorlijn die in de vorige editie niet verder ging dan Kabelstation, is nu weer doorgetrokken tot het oorspronkelijke eindpunt, Dam. Maar er hebben na 1936 over dat laatste deel geen treinen meer gereden. Er is een herziening betreffende de indianendorpen: er blijkt ook een zestal van te bestaan aan de benedenloop en monding van de Marowijne.