Koptische handschriften
De collectie van Koptische handschriften in de Universiteitsbibliotheek Utrecht
Berlijn, Heidelberg, Kopenhagen, Lund, Oslo, Princeton, Utrecht, zij hebben alle gemeen dat hun universiteitsbibliotheken papyri of andere objecten in hun bezit hebben die voorheen hadden toebehoord aan de Duitse koptoloog Carl Schmidt (1868-1938). Hoewel ook chronologisch de laatste in de rij, verkreeg Utrecht in 1956 toch nog enkele bijzondere papyri en perkamenten handschriften, sommige met unieke teksten.
Handel in papyri in 1944
Het waren niet de eerste Koptische handschriften die in de Universiteitsbibliotheek werden opgenomen. In oktober 1944, terwijl de Geallieerden Zeeland en Noord-Brabant bevrijdden, sloot bibliothecaris Abraham Hulshof een koop met boekenhandelaar Ernst Fischer (1866-1951) uit Freiburg im Breisgau. Voor f. 1700.- verwierf hij vijftien fragmenten van Griekse en Demotische papyri uit een mummie kartonnage en een Koptisch fragment over handelswaar, en enkele middeleeuwse handschriften, onder andere een uit de abdij van Melk in Oostenrijk (nu Hs. 10 B 1).
Hoewel niet alle details duidelijk zijn, waren de papyri waarschijnlijk alle in de jaren 1860 in Egypte opgegraven door de egyptoloog August Eisenlohr (1832-1902), later professor te Heidelberg. Zijn weduwe verkocht ze in 1909 aan Fischer, toen nog woonachtig te Weinberg nabij Heidelberg, via bemiddeling door G. Korn uit Ludwigshafen. De fragmenten zijn nu gecatalogiseerd als Hs. 10 D 1.
De aankoop van de Collectie Schmidt
Van groter belang was de verzameling papyri en perkamenten handschriften die hadden toebehoord aan Carl Schmidt. Deze werden in 1956 voor de Universiteitsbibliotheek verworven door prof. Gilles Quispel (1916-2006). Hij kocht ze van G. Kunta-Schmidt, een nicht van Schmidt. Quispel had eerder de microfilm van een deel van de fragmenten ontvangen en besproken met Paul E. Kahle Jr. (1923-1955). Deze was vooral enthousiast over de tientallen Koptische fragmenten; de waarde van de Demotische en Griekse fragmenten schatte hij lager in. Toch besloot de Universiteit Utrecht de gehele Collectie Schmidt aan te kopen, en de meest belangrijke stukken werden in 1956 tentoongesteld in het Theologisch Instituut, en bij die gelegenheid tussen glasplaten gezet, genummerd 1 t/m 14. Dit werd niet altijd zorgvuldig gedaan: het nummer werd soms geplaatst bij de versozijde van het fragment. Zes andere stukken werden ook tussen glas gezet maar niet genummerd, wellicht omdat ze niet werden tentoongesteld. In de jaren erna werd er onderzoek gedaan naar de fragmenten door Quispel, Jan Zandee (1914-1991) en Roelof van den Broek (1931-). De fragmenten zijn ruwweg gedateerd tussen 200 en 800; waar en hoe Schmidt ze had verkregen is nog onbekend.
Missende bladen
De fragmenten van de apocriefe ‘Handelingen van Andreas’ werden als de belangrijkste beschouwd, maar ook de fragmenten van ‘Het Leven van Eupraxia’, ‘Het Martelaarschap van Sint Pantoleon’, ‘Het Verhaal van Jozef en zijn broers’, ‘Lofrede (encomium) op Sint Theodorus Anatolius’, en een deel van de homilie ‘Over de Maagd Maria’ werden gepubliceerd. Bladen van de laatste tekst en enkele andere, o. a. de ‘Tweede lofrede op het leven van Claudius van Antiochië’, bleken in 1930 al te koop te zijn aangeboden aan de Universiteit van Michigan te Ann Arbor. Daar zag men af van acquisitie, maar men behield de foto’s, waarvan er één een blad biedt dat in de Utrechtse collectie ontbreekt; het is onbekend of dit blad zich ergens anders bevindt of verloren is gegaan.
Catalogisering
In 2017 completeerde Roelof van den Broek zijn Catalogue of the Coptic manuscripts in the Utrecht University Library (pdf, 2017), met daarin een uitgebreide verhandeling over de herkomst van de fragmenten en tevens met transcripties van de fragmenten die voorheen nog niet waren gepubliceerd. In de meeste gevallen gaat het om fragmenten van de Bijbel, met name de Psalmen, waaronder zich ook fragmenten bevinden van een Lycopolitaans Psalter. Over een Grieks-Koptische magische papyrus publiceerde hij een apart artikel.
Digitalisering
In 2017 werden naast Hs 10 D 1 ook de Koptische fragmenten van de Collectie Schmidt gedigitaliseerd. Deze fragmenten waren direct na de verwerving apart gehouden in dozen 1 t/m 5, terwijl de Griekse en Demotische fragmenten alle in doos 6 werden ondergebracht. Hieronder staat het overzicht van de Koptische fragmenten uit dozen 1-5 (B1-B5; de B staat voor het Engelse ‘Box’), met tussen haakjes het catalogusnummer en tussen vierkante haken het paginanummer in de digitale presentatie.