Kaart van het Hoogheemraadschap Zeeburg- en Diemerdijk door Jan Wandelaar
Pronken met water!
Het zijn de oudste territoriale overheidsorganen van het land: de hoogheemraadschappen. Al vanaf de 13de eeuw zijn ze actief in het regelen van de waterhuishouding. Om dit laatste zo goed mogelijk te doen, lieten de hoogheemraadschapsbesturen vanaf circa 1600 gedetailleerde kaarten van hun gebied vervaardigen. Deze kaarten waren echter niet alleen functioneel bedoeld, maar representeerde ook de trotse leden van het bestuur van een zeker moment. Een regelrecht pronkstuk is deze schitterende wandkaart van het Hoogheemraadschap van de Zeeburg- en Diemerdijk.
Gedetailleerd en nauwkeurig
De graveur Jan Wandelaar (1690-1759) kan zich beroepen op het vervaardigen van de spectaculaire kaart. Hij deed dit in opdracht van het hoogheemraadschapsbestuur. Wandelaar werkte in Amsterdam, onder meer als kunstenaar, graveur, schrijver en kunstverzamelaar. Zijn naam is te zien op de onderste banderol van de prachtig gegraveerde decoratie met de adelaar rechtsboven. Het is niet waarschijnlijk dat Wandelaar metingen in het veld heeft verricht. Maar dát er een landmeter aan te pas is gekomen, staat gezien de gedetailleerdheid en nauwkeurigheid van de kaart buiten kijf. De kaart biedt dan ook een schat aan topografische en bodemkundige gegevens en vormt een belangrijke bron voor de geschiedenis van het afgebeelde gebied.
Beeld van de waterhuishouding
Van veel percelen is de eigendomssituatie weergegeven. Bij wielen of kolkgaten zijn de jaren van de desbetreffende dijkdoorbraak vermeld. Vanzelfsprekend biedt de kaart een uitputtend beeld van de vele waterlopen en de waterhuishouding in het poldergebied. Linksboven op de kaart figureert een nog leeg ogende en drooggemaakte Diemermeer. De Diemer- of Watergraafsmeerpolder ontstond in 1629 na droogmaking van het plaatselijke meer. Bij de Sint-Pietersvloed in 1651 brak de zeedijk door en liep de Watergraafsmeer onder. Het jaar daarop werd de polder weer drooggemaakt en verkaveld. Vervolgens zouden welgestelde Amsterdammers de Watergraafsmeer gaan bevolken door middel van de aanleg van buitenplaatsen, maar daar is op deze kaart nog niets van te zien. Met vijf meter onder NAP behoort de polder tegenwoordig tot de laagstgelegen delen van Amsterdam.
Zeedijk
Rechtsonder op de kaart staat de stad Weesp, omgeven door een bijna perfect ronde cirkel. Deze cirkel, aangeduid met ‘Banscheyding’, geeft het rechtsgebied van Weesp weer. Buiten dit gebied gold de rechtspraak van Weesperkarspel. Naast Weesp staat op het totaalbeeld een afbeelding van het Gemeenlandshuis, het gebouw waar het hoogheemraadschapsbestuur zetelde. Linksonder, aan weerszijden van de wapenzuil met ‘Stemmende Hollandse en Stigt-Utrechtse districten’, staan afbeeldingen van de in 1737 voltooide nieuwe zeedijk en – naast de allegorie van Neptunus – de voormalige houten paaldijk. Aan de voet van de nieuwe zeedijk op de kaart staat telkens een beschrijving van de plaatselijke gesteldheid van de zeebodem; ‘Veengrond’, ‘Seer weke & slegte derry’, ‘Klygrond’, ‘Zandgrond’ en dergelijke. Ook wordt met het aantal voeten van circa dertig centimeter de diepte van de zeebodem vlakbij de buitendijkse dijkglooiing vermeld.
Complexe ontstaansgeschiedenis
De gedetailleerde kaart met een schaal van circa 1:6.000 is ooit, vóór 1734, ontstaan vanuit een veel kleinere kaart. Oorspronkelijk telde de kaart namelijk maar twee bladen, die gemonteerd met de titelstrook gezamenlijk 80 x 103 centimeter maten. Dit kaartgedeelte komt op de latere uitgaven telkens weer terug, maar dan als een relatief steeds kleiner deel van de totale kaart. In een later stadium is de tweebladige kaart uitgebreid tot een wandkaart in acht bladen, die alle van een verschillend formaat zijn. De totale afmetingen van deze gemonteerde versie bedragen 122 x 177 centimeter. Vervolgens werd de achtbladige tweede uitgave gewijzigd in een tienbladige derde uitgave. In een nog later stadium werd de kaart vergroot tot het uiteindelijke totaalformaat van 122 x 210 centimeter in dertien gedrukte bladen.
Zelfstandige deeluitgaven
In de tussentijd werden nog drie deeluitgaven vervaardigd, elk met eigen titels. Twee van deze deeluitgaven volgden ná de uitgave in acht bladen. Mogelijk werden deze kaartdelen als afzonderlijke uitgaven gepubliceerd. Hiertoe werden enkele bestaande koperplaten versneden en – in combinatie met enkele nieuwe koperplaten – tot een nieuwe deeluitgave samengevoegd. De afdrukken van die nieuwe koperplaten hebben enige overlap met de resterende delen van de bestaande koperplaten en bezitten een eigen titel. Bovendien staat aangegeven waar de afdrukken van de platen versneden dienden te worden, wanneer deze nieuwe bladen opgenomen zouden worden in een nieuw te monteren grote kaart van het hele hoogheemraadschap. Op de scans van de afzonderlijk gedigitaliseerde kaartbladen is dit goed te zien. Zo heeft het blad middenboven een eigen titel, De Gebuurte van Overdiemen, net als het kaartblad rechtsboven, Stadt en Banne van Muyden aan de west sy van de Vecht. Ook na de tienbladige uitgave volgde nog een zelfstandige gemonteerde uitgave en wel van het kaartblad linksboven, Kaart van Diemen, Diemer-Brug en Outersdorp, en de bovenste helft van het kaartblad daaronder. Bij de montage tot een wandkaart werden deze deeltitels er afgesneden.
Volop knip- en plakwerk
De tienbladige kaart werd bij de vierde uitgave uiteindelijk met een wapenserie aan weerszijden van het kaartbeeld tot een dertienbladige wandkaart uitgebreid. Hier kwam bij een montage nog heel wat knip- en plakwerk aan te pas om alles op zijn plaats te krijgen. De hier gepresenteerde wandkaart is een voorbeeld van de dertienbladige uitgave, die in verschillende staten bekend is. Het Utrechtse exemplaar heeft in de gemonteerde, digitale versie in totaal twaalf wapens van hoogheemraden, dijkgraaf en secretaris, tien wapens van ‘Stemmende Hollandse en Stigt-Utrechtse districten’ en negentien wapens van ‘Contribuerende districten’. De linker kolom met wapenbladen bevat de familiewapens van de dijkgraaf, hoogheemraden en secretaris van het hoogheemraadschap, zoals die in 1749 in functie waren. De rechter kolom toont de wapens van de functionarissen, die er tussen 1750 en 1755 bij zijn gekomen.
Borstklopperij
Daarnaast zijn er nog 23 extra wapens van bestuurders uit de periode 1732-1781, die bij de oorspronkelijke eindmontage bedoeld waren om de wapens van ex-bestuurders te overplakken of om een nog leeg wapen te vullen. Het jaartal 1781 is daarom leidinggevend voor de publicatiedatum van deze staat van de dertienbladige wandkaart. In de hier getoonde digitale montage zijn de extra wapens echter niet verwerkt, omdat de definitieve positie hiervan op de kaart onbekend is. Niettemin is het eindresultaat een treffend voorbeeld van een echte hoogheemraadschapskaart, waarmee het bestuur niet alleen het waterhuishoudingsbeleid kon bepalen maar zichzelf ook op de borst kon kloppen!