Editie 34, 1934: Berend Albertus Kwast, 'Bos-Niermeyer Schoolatlas der geheele aarde'
Een mooi getalsmatig toeval: in 1934 verscheen editie 34 van de Bosatlas. De atlas getuigt van de inkrimping van de regionale tramlijnen, die nu echt is ingezet. Het regionale stoomtramverkeer is dus over zijn hoogtepunt heen; de autobuslijnen lijken rendabeler te worden dan de trams. Bijvoorbeeld de tram van Roermond via Horn naar Meijel en Deurne gaat nu niet verder dan Meijel; ook de tramlijn van Roermond naar Vlodrop is opgeheven. Datzelfde overkwam de tramlijnen van Hattem naar Kampen, van Kleef naar Emmerik, en van Alkmaar naar Purmerend. De lijn van Schagen naar Alkmaar is deels vervallen.
De redacteuren zijn nu bijna helemaal af van de eilandkartografie. Gebieden krijgen geen lichtere kleur meer wanneer ze niet tot het in de titel genoemde werelddeel behoren, noch wordt de informatie er uitgedund.
Kaartverschillen met de 33ste editie
[Kaart 3]
Plantengroei en zeestromen: De bijkaartjes van typen atollen zijn veranderd: in plaats van voorbeelden uit de Grote Oceaan heeft men voorbeelden uit de Indonesische archipel genomen. Pieter Eibergen, die redacteur Kwast ter zijde staat, heeft al in een artikel in 1927 in het Tijdschrift voor Onderwijs in de Aardrijkskunde gepleit om geen buitenlandse voorbeelden te nemen als we zoveel goede voorbeelden in Nederlands-Indië hebben.
Het kaartje van de regentijden – deels gebaseerd op Köppen – is door een ander vervangen. Beide kaartjes zijn slechts deels met elkaar te correleren: het paarse gebied op de kaart uit de 33ste druk (periodieke regenval in de winter) komt overeen met het blauwe gebied op de kaart in de 34ste druk (streken met droge tijd in het zomerhalfjaar (winterregens); verder wijken de omschrijvingen teveel van elkaar af.
[Kaart 3b]
Kaart van de voornaamste luchtvaartverbindingen op de wereld. De frequentie van de verbindingen staat niet aangegeven.
[Kaart 4a] en [Kaart 4b]
De kaart van de voornaamste vliegdiensten van Europa laat vooral de belangrijke positie van Duitsland zien in dit Europese luchtverkeer.
De kaart van de vliegroute Amsterdam-Batavia werd gewijzigd: de toestellen van de KLM moesten nu onderweg ook nog langs Belgrado, Matroe (Marsa Matroeh), Gaza, Alor Star en Singapore.
[Kaart 4]
Koloniën en wereldverkeer: IJsland, dat in de vorige editie nog een volle Deense kleur kreeg, heeft hier een lichte Deense arcering, vanwege de nieuwe onafhankelijke status. De in het zwart aangegeven buitenlandse scheepvaartroutes met hun vaartijden zijn weggelaten om de kaart duidelijker te maken, dus alleen de Nederlandse routes zijn overgebleven. In de lijst van de scheepvaartmaatschappijen op de achterkant van dit blad staan de buitenlandse scheepvaartmaatschappijen die op Nederlandse havens varen nog wel vermeld. Zoals ook vroeger van de 2de tot de 11de druk op de kaart van Australië, is een schaal voor de wassende breedten toegevoegd, om de vertekening van de Mercatorprojectie beter te kunnen begrijpen. De datumgrens is bij de Midway-eilanden gecorrigeerd.
[Kaart 9]
Aan de hand van nieuw uitgekomen geologische kaarten zijn de zandgronden bij Breda, Eindhoven en Venlo verder gedifferentieerd: met lange stroken beekbezinking en moerasveen respectievelijk afgegraven hoogveen. Behalve een klein gebied bij Meijel is volgens deze kaart al het hoogveen in de Peel nu afgegraven.
[Kaart 10]
Havens: In Amsterdam is de Fordhaven gerealiseerd en zijn Fordfabrieken gebouwd. De Indische buurt is verder uitgebouwd, evenals Amsterdam-West bij de Admiraal De Ruyterweg. Bij Schellingwoude is een vlieghaven ingetekend. Bij Rotterdam is de quarantaine-inrichting nu benoemd. In Hoek van Holland is een gebouw van de N.V. Nieuwe Fruitloods Hoek van Holland neergezet; blijkbaar begonnen we buitenlands (exotisch) fruit te importeren dat zo snel mogelijk moest worden gelost.
[Kaart 11]
In het Zuid-Limburgse mijngebied is het ‘Miljoenenlijntje tussen Simpelveld en Eijgelshoven nu ook als tweebaansverbinding getekend.
[Kaart 13a]
Hier is een zwart-witkaart van het Rijkswegenplan 1932 toegevoegd, helaas niet van codes of wegnummers voorzien. Er wordt ook niet onderscheiden of de wegen al bestaan of nog moeten worden aangelegd. Op het oorspronkelijke plan stond dat onder andere aangelegd moesten worden de RW2 Utrecht-Amsterdam, de RW3 Amsterdam-Rotterdam, de RW 12 Den Haag-Utrecht-Driebergen, de RW 15 van Rotterdam naar Lent in de Betuwe, RW 16 van Rotterdam naar Antwerpen en de RW 67 van Eindhoven naar Venlo – deels nummers dus die nu ook nog gelden.
[Kaart 13]
Overzichtskaart: In de legenda wordt er met een vuurtorensymbool niet alleen meer kustlichten maar ook luchtvaartlichten aangegeven, dus dergelijke symbolen staan nu ook bij Rotterdam-Waalhaven, Soesterberg, vliegveld Twente, en Schiphol, maar ook op de Woldberg, bij Kootwijk en Ootmarsum. Er is een zijkanaal van het Wilhelminakanaal naar Eindhoven aangelegd, en het Twente-kanaal is inmiddels gerealiseerd van Zutphen tot Diepenheim.
[Kaart 14-17]
In de provinciekaarten zijn de gegevens uit de nieuw uitgekomen geologische kaarten verwerkt: het IJsseldal heeft nu een veel bredere rivierkleistrook, er ligt veen langs het Apeldoorns kanaal; er is meer beekbezinking bij Eibergen en Borculo en langs de Beerze in Noord-Brabant. In tegenstelling tot de verzamelkaart van de grondsoorten (blad 9) blijkt hier dat er in de Peel nog wel degelijk wat hoogveen ligt om af te graven. Een aantal plaatsen is van symbool veranderd vanwege verandering van het inwonertal in verband met de volkstelling van 31 december 1930. Zo is het inwonertal van Kampen onder de 20.000 gekomen, en de rode agglomeratie is daarom door een puntsymbool vervangen.
Het regionale stoomtramverkeer is over zijn hoogtepunt heen, blijkbaar beginnen de autobuslijnen rendabeler te worden dan de trams: de tram van Roermond via Horn naar Meijel en Deurne gaat nu niet verder dan Meijel; ook de tramlijn van Roermond naar Vlodrop is opgeheven. Datzelfde overkwam de tramlijnen van Hattem naar Kampen, van Kleef naar Emmerik, en van Alkmaar naar Purmerend. De lijn van Schagen naar Alkmaar is deels vervallen.
Om Maastricht heen, op Belgisch grondgebied is een nieuw kanaal gegraven, het Albertkanaal dat Luik en de Maas met Antwerpen moet gaan verbinden. Het hele traject kwam in 1940 klaar. Door de versmalling bij Ternaaien tegenover Eijsden is het niet goed toegankelijk voor schepen uit Nederland.
Den Haag is uitgebreid richting Rijswijk en Wassenaar. Er zijn nu plaatsen en plaatsnamen in de Wieringermeer opgenomen: Middenmeer, Wieringerwerf en Slootdorp.
[Kaart 18]
Alpenkaart: Meran en Brixen zijn veranderd in ‘Merano’ en ‘Bressanone’; Bozen en Sterzing blijven nog op zijn Duits geschreven.
[Kaart 21]
België: Hier werd bij de schrijfwijze van de namen de nieuw vastgestelde officiële spelling gevolgd. Dat leidt tot vereenvoudiging van de Nederlandstalige namen: in plaats van Omaers, Selzate, Kalmpthout en St. Winoxbergen, Beeringen en Tervueren wordt het Omaars, Zelzate, Kalmthout en Winoksbergen, Beringen en Tervuren. Ook wordt de eind-n niet langer gevoerd: Poperinge, Diksmuide, Steenkerke. Dat Duinkerken zonder eind-n geschreven moet worden hebben we in Nederland pas in 1990 geaccepteerd. Het Albertkanaal is nu van Luik tot Hasselt gereed. De Nederlands-Duitse taalgrens wordt alleen nog maar in België aangegeven, niet meer in Zuid-Limburg, zodat we niet meer kunnen zien dat men in Vaals, Simpelveld, Spekholzerheide, Kerkrade en Eigelshoven Duitstalig was. Dat werd in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog blijkbaar als te gevoelig ervaren.
[Kaart 23]
Groot-Brittannië en Ierland: De bijkaart van Londen werd herzien. De bebouwing is hetzelfde gebleven, maar de spoorwegen zijn geheel opnieuw ingetekend, met hun kopstations die nog allemaal te onderscheiden zijn. De namen langs de lijnen kunnen verwarrend zijn, maar ze zijn gegeven uitgaand van het volgende principe: boven de spoorlijn staat de maatschappij, eronder de bestemming. Van 1923 tot 1947 opereerden de volgende grote maatschappijen: de Great Western, de London, Midlands & Scottish, de London and North Eastern, en de Southern Railways. De kopstations zijn ten oosten van Regent’s Park van west naar oost: Euston, St. Pancras en Kings Cross, onmiddellijk westelijk ervan Marylebone, vlak boven Westend het Paddington station, tussen St. Paul (6) en het British Museum (9) het Charing Cross station, in Westminster het Victoria Station, in de City het gelijknamige station en het overblijvende station westelijk van de naam Eastend is Liverpool Street Station.
[Kaart 24]
In de Donaulanden moet de infrastructuur aangepast worden aan de nieuwe grenzen. Een aantal spoorwegen is daardoor vervallen (bij Mohilev, op de grens tussen de Oekraïne en Roemenië, de lijn van Temesvar/Timisoara naar het zuiden, en de verbinding Brünn (Brno)-Wenen), en andere verbindingen zijn nieuw. Zo is de verbinding tussen Tsjechië en Slowakije met een spoorlijn van Brünn (Brno) naar het oosten beter verzekerd. Verder is in Joegoslavië een nieuwe lijn aangelegd tussen Kroatië en Bosnië over het Velebit-plateau. De noordgrens van Albanië (met Joegoslavië) is verbeterd, en ook die bij het drielandenpunt met Griekenland, dat nu niet meer aan het meer van Ochrid grenst.
[Kaart 25]
Ook op het blad Rusland zijn de spoorwegen rond Mohilev op de grens met Roemenië weggehaald, vanwege hun door de grenswijzigingen minder grote belang. Er zijn nieuwe verbindingen tussen Moskou en Riga opgenomen en door het Wolga-plateau naar Syzran. Voor Niezjnii Nowgorod wordt de naam ‘Gorki’ toegevoegd; genoemd naar de Sovjetauteur Maxim Gorki, die daar geboren was en in 1936 stierf. De hoofdverbinding van Perm met Swerdlovsk loopt niet langer over Niezjnii Tagilsk maar volgt een meer zuidelijke route door de Oeral.
[Kaart 26]
Scandinavië: De stad Vaasa (Zweeds Wasa), die in de tijd dat Finland Russisch was naar tsaar Nicolaas I was genoemd, Nikolaistad, heeft zijn oude naam weer teruggekregen.
[Kaart 27]
Spanje en Portugal: De neerslagkaart, onveranderd sedert 1902 met betrekking tot de neerslagweergave, is nu op een nieuwe dertigjarige periode gebaseerd, waardoor de isohyeten - lijnen van gelijke neerslaghoeveelheid – nu iets anders verlopen. De voorstelling van steppen en bevloeide gebieden is niet gewijzigd. Het aantal klassen is teruggebracht van zeven tot zes; het verloop is iets moeilijker te doorgronden, omdat de tinten niet logisch in kleurintensiteit afnemen. De klasse van zestig tot tachtig centimeter is veel donkerder dan die van tachtig tot honderd centimeter.
[Kaart 28]
Italië: Op blad 28 werd de plattegrond van Vaticaanstad opgenomen, met een hoge muur eromheen, waarbinnen vooral tuinen en hoven. Indertijd viel het opnemen van deze kaart niet onder alle Nederlandse gezindten goed.
[Kaart 29]
Balkan Schiereiland: Op de etnografische kaart hebben de Grieken nu ook Turks Thracië verlaten. Het zijn de grenzen van Albanië die aan drie kanten verbeterd zijn: tegenover Korfoe, bij het Ochridmeer, waar Griekenland nu niet meer aan grenst, en bij de noordelijke uithoek. In Joegoslavië is de nieuwe spoorverbinding van Karlstadt (Karlovac) naar het zuiden richting Sibenik over het Velebit-plateau aangegeven.
[Kaart 30]
Azië natuurkundig: De kaart van Klein-Azië (Turkije) is uitgebreid naar het zuiden, zodat ook de Nijldelta en het Suezkanaal er nog op komen. Door het intekenen van de grenzen worden de verbanden ook duidelijker. In Turkije zijn nieuwe spoorwegen aangelegd tussen Balikesri (Balikesir) en Koetania (was Kjoetahija, nu Kütahya), tussen Kaisarie (Kayseri) en Adana, en Kaisarie en Samsoen (Samsun). In het oosten is Erzeroem (Erzerum) met Ersindjan (Erzincan) verbonden. Het Ak Dagh ten zuiden van de Zee van Marmara is veranderd in Moerad Dagh. Het Franse mandaatgebied Syrië is opgedeeld in vieren: Libanon, Dzjebel Droes, het gebied waar de Droezen woonden, het gebied van de Alawieten aan de kust bij Latakia (nu nog de machtsbasis van de el-Assads) en het overige gebied met een Soennitische meerderheid. De Bosatlas-redacteuren hebben moeite de naam Sovjet-Unie te erkennen: op de kaart van Klein-Azië heet het land nog Rusland.
De kaart van Palestina is naar het zuiden verschoven, zodat het hele mandaatgebied te zien is. Ook hier maken de nu ingetekende grenzen de relaties tussen de nederzettingen duidelijker. De kaart moet veel functies hebben: helpen bij de Bijbelse geografie (Gilead, Perea, Judea, Samaria, Galilea, Bethlehem, Jericho, Nazareth, de Olijfberg en het meer van Tiberias), maar ook bij de studie van de klassieke oudheid (Caesarea, Heliopolis, es-Salt) en de achtergrond vormen voor de eigentijdse situatie uit 1934 met twisten tussen Joodse kolonisten en Arabieren. Vandaar onder andere de twintig met sterretjes weergegeven Joodse kolonies, en het tweetalige karakter van de plaatsnamen (Jeruzalem/El Koeds, Hebron/el Chalil, Sichem/Nabloes).
[Kaart 31]
Het was nog steeds een onderdeel van de eilandkartografie om het gebied dat niet tot Azië behoort niet vol te kleuren maar alleen met randbiezen aan te geven. Omdat daardoor verwarring kon optreden met de ook zo weergegeven mandaatgebieden is daar nu van afgezien in Europa en Afrika. Irak en Mandsjoekwo zijn onafhankelijke gebieden geworden en krijgen daarmee een aparte kleur. Dat gold al voor het land dat wij als Saoedi-Arabië kennen, maar hier ‘Saoedia’ heet. Het kent twee hoofdsteden, Mekka en Er Riad. De schrijfwijze van de Arabische en Chinese namen werd verbeterd: ‘Nedjd’ , ‘Hidjaaz’ en ‘Riaad’ in plaats van Nedsjed, El Hedsjas en Er Riad, respectievelijk ‘Jünnan’, ‘Emoi’ en ‘Lan-tsjou’ in plaats van Junnan, Amoy en Liang-tsjou. Het Himalayagebied ten oosten van Boetan is weer als Chinees in plaats van Brits aangegeven. De naam Peking, die ‘noordelijke hoofdstad’ betekent, is veranderd in ‘Peiping’, wat ‘noordelijke vrede’ betekent. De naam Peking gold niet meer omdat Nanking (‘Zuidelijke hoofdstad’) in 1928 hoofdstad was geworden. Pas in 1949 zou de naam Peking (of in de Pinyin spelling Beijing) weer gaan gelden. De stad Si-Ngan (Xi’an) is nu per spoor met Kaifeng verbonden.
[Kaart 32]
Zuid- en Oost-Azië: Dit blad werd opnieuw getekend, waarbij de grondbedekkingsarceringen (steppen, woestijnsteppen en woestijnen) zijn weggelaten. Dat is goed voor de leesbaarheid, maar slecht voor het aflezen van verbanden. In het Noordwesten van India tegen de Afghaanse grens is de Noordwest Grensprovincie ingetekend (Northwest Frontier province), een in 1901 ingestelde provincie, gevormd door de ook in het naburige Afghanistan levende Pathanen bewoond gebied. Ten westen van Bengalen is de nieuwe provincie Bihar en Orissa ingetekend.
Het aantal provincies in China is weer teruggebracht tot achttien, omdat Mantsjoerije zich onder Japanse invloed onafhankelijk gemaakt heeft onder de naam Mandsjoekwo, met hoofdstad in Tsjangtsjoen (Changchun). Het eigenlijke China, aangegeven met een donkerder kleur geel, is uitgebreid met Binnen-Tibet: de provincies Sikang en Koekoe Nor. Binnen-Mongolië is nu opgedeeld onder de provincies Ninghsia, Soeijoean en Tsachar. Het Kwen-Lun gebergte vormde eerst de noordgrens van Tibet, maar in deze editie is de noordgrens zuidwaarts verschoven.
Het bijkaartje van Japan heeft nu hoogtezones gekregen en is uitgebreid noordwaarts zodat het ook Hokkaido en Zuid-Sachalin omvat. De spoorwegen zijn gelukkig wat uitgedund, zodat een duidelijker beeld is gerealiseerd. De uitgang ‘-sjima’ in het Japans betekent ‘eiland’, zodat namen die we voorheen als Tsoesjima zagen, nu zonder dat toevoegsel zijn gelaten, en dus Tsoe heten als het eilandkarakter duidelijk is.
[Kaart 33]
Grote Oceaan: Evenals op kaartblad 4 werd hier de datumgrens aangepast bij de Midway-eilanden.
[Kaart 34]
Insulinde: Hier komen we voor het eerst de plaatsnaam Hollandia tegen. De naam was al rond 1900 gegeven, tegelijkertijd met Germania aan de overkant van de Humboldtbaai, maar komt nu pas op de kaart terecht. De assistent-residentie Biliton is bij de residentie Bangka gevoegd.
[Kaart 35]
Op de hoofdkaart van Java zijn de afdelingen Kedoe en Bagelen samengevoegd. Het kaartje van de bodembedekking van Java is opnieuw getekend; en bij vergelijking met het vorige kaartje dat uit de 31ste druk stamde (1927) is er geweldige vooruitgang gemaakt in de geïrrigeerde landbouw: vooral in het oosten van de afdelingen Batavia en Cheribon, maar ook in Kedoe en Banjoemas, Madioen en Besoeki is er veel sawah-areaal bijgekomen. In de legenda is nu ook een symbool voor Hindoe-bouwwerken toegevoegd, maar ook zonder die verklaring stonden deze ruïnes al langer op de kaarten van Java aangegeven, ook de Boeddhistische Boroboedoer.
De stadsplattegronden zijn vereenvoudigd door de signatuur voor tuinen te laten vervallen en overzichtelijker gemaakt, terwijl door schaduwering op deze kaart aangegeven is hoe het zuiden van Semarang tegen de heuvels op wordt gebouwd.
[Kaart 36]
Sumatra: Het geologische bijkaartje heeft men op basis van nieuwe gegevens herzien. Er blijkt dat de verbreiding van de kwartaire en tertiaire vulkanische gesteenten veel groter is in de Lampongs, Palembang en Djambi dan voorheen werd gedacht.
[Kaart 38] en [Kaart 39]
Afrika natuurkundig en staatkundig: De verschillen in schrijfwijze tussen beide kaarten werden verholpen. Er zijn meer opvallende kleuren gebruikt op de staatkundige kaart. In Gaboen (Gabon) is aan de rivier de Ogowe (Ogooué) de plaats Lambarene aangegeven. Daar stichtte de Elzasser zendingsarts dr. Albert Schweitzer in 1913 een hospitaal voor de plaatselijke bevolking. Voor zijn werk daar kreeg hij in 1952 de Nobelprijs.
[Kaart 41-43]
Op de bladen 41, 42 en 43 hebben dezelfde landen nu steeds dezelfde kleuren.
[Kaart 41]
Noord-Amerika staatkundig: Vanaf deze druk wordt op deze kaart de naam Salt Lake City gebruikt in plaats van Zoutmeerstad. Groenland is nu, net als de arctische gebieden van Canada, geheel staatkundig ingekleurd.
[Kaart 43]
Zuid-Amerika staatkundig: In Brazilië is de spoorlijn van Sao Paulo noordwaarts nu uitgebreid tot Goias. Tussen Argentinië en Chili is een tweede spoorverbinding over de Andes aangelegd: tussen Valdivia en Neuquen.
[Kaart 44]
Suriname en de Antillen: Op Curaçao is het symbool voor vliegveld bij Hato weer verdwenen. Op de kaart van Suriname is de administratieve indeling nu met (te) duidelijke rode lijnen aangegeven. Het aantal districten is blijkbaar teruggebracht van twaalf tot zes: Nickerie, Coronie, Saramacca, Suriname, Marowijne en Commewijne.
[Kaart 45]
Australië: Voor dit land kreeg Kwast blijkbaar nieuwe hoogtegegevens ter beschikking: een veel groter deel van West-Australië en het Northern Territory heeft nu de bruine kleur voor bergland.
Veranderingen in de indeling van het register
Om het zoeken te vergemakkelijken is de volgorde van de kolommen in het register omgedraaid: de kolom van de plaatsverwijzing en de kolom van de namen zijn verwisseld, zodat de naam nu direct naast het bladnummer van de kaart staat.