Editie 20b, [1913]: Jan Frederik Niermeyer, 'Bos’ Schoolatlas der geheele aarde'
Een deel van die veranderingen vond plaats in het Middellandse Zeegebied. Zo verklaarde Italië bijvoorbeeld de oorlog aan Turkije; in de Italiaans-Turkse oorlog van 1912 verwierf het Cyrenaica, Tripoli en Fezzan (nu samen Libië) en de Dodekanesos, dat wil zeggen een deel van de Griekssprekende eilanden voor de Turkse kust. Al die eilanden zijn in de atlas wit gelaten om de onzekere status ervan aan te geven. Turkije was door deze oorlog met Italië zó verzwakt, dat Albanië zijn onafhankelijkheid uitriep in 1912 en dat Griekenland, Bulgarije, Montenegro en Servië hun kans schoon zagen en eind 1912 gezamenlijk Turkije aanvielen. Na de vrede van mei 1913 in Londen – waarbij Bulgarije Thracië tot dicht bij Constantinopel en een groot deel van Macedonië verwierf – vonden Montenegro, Servië, Griekenland, Turkije en Roemenië dat Bulgarije te groot geworden was. Daarom vielen ze dat land gezamenlijk aan, zodat eind 1913 de situatie weer helemaal veranderd was. In de atlas is op de kaart van Europa, die de situatie van begin mei 1913 aangeeft, Macedonië wit gelaten omdat niet zeker was hoe de grens daar lopen zou. Libië heeft nu de kleur van Italië, de status van de Sporaden is nog onzeker.
Kaartverschillen met de twintigste editie (versie a)
[Kaart 1]
Bij de Zuidpool staat nu aangegeven ‘Amundsen 1911, Scott 1912’. Amundsen had de race, wie het eerst de Zuidpool zou bereiken, gewonnen en Scott had die onderneming met de dood moeten bekopen.
[Kaart 2]
Marokko is opgedeeld tussen Frankrijk en Spanje. In Namibië (Duits Zuidwest-Afrika) is een spectaculaire spoorwegontwikkeling te zien.
[Kaart 4]
Europa natuurkundig: In de Noordelijke IJszee zijn de dieptelijnen bijgewerkt.
[Kaart 5]
Europa staatkundig: Marokko is een Frans protectoraat geworden in 1911, waarbij Spanje het Rifgebied innam en een deel van de Atlantische kust (bij Seguia al-Hamra). Italië verklaarde Turkije de oorlog; in de Italiaans-Turkse oorlog van 1912 verwierf het Cyrenaica, Tripoli en Fezzan (nu samen Libië) en de Dodekanesos, dat wil zeggen een deel van de Griekssprekende eilanden voor de Turkse kust. Al die eilanden zijn op deze kaart wit gelaten om de onzekere status ervan aan te geven. Turkije was door deze oorlog met Italië zó verzwakt dat Albanië zijn onafhankelijkheid uitriep in 1912, en dat Griekenland, Bulgarije, Montenegro en Servië hun kans schoon zagen en eind 1912 gezamenlijk Turkije aanvielen. Na de vrede van mei 1913 in Londen – waarbij Bulgarije Thracië tot dicht bij Constantinopel en een groot deel van Macedonië verwierf – vonden Montenegro, Servië, Griekenland, Turkije en Roemenië dat Bulgarije te groot geworden was. Daarom vielen ze dat land gezamenlijk aan, zodat eind 1913 de situatie weer helemaal veranderd was. Op de kaart, die de situatie van begin mei 1913 aangeeft, is Macedonië wit gelaten omdat niet zeker was hoe de grens daar lopen zou. Libië heeft nu de kleur van Italië, de status van de Sporaden is nog onzeker. De Grote Mogendheden hebben ingestemd met overdracht van Kreta aan Griekenland; de naam ‘Kandia’ is weer verdwenen. Het ontstaan van Albanië is te zien aan het gebied met een afwijkende rode kleur; de Sandzjak van Nowipazar is tussen Montenegro en Servië opgedeeld.
[Kaart 9] en [Kaart 11]
De enkele dammen, die Zuid-Beveland en St. Filipsland met de vaste wal verbonden, zijn verdubbeld zodat die eilanden als het ware aangeland zijn.
[Kaart 12]
Nederland overzichtskaart: De in de negentiende editie reeds als voltooid aangegeven spoorlijn tussen Valkenburg en Heerlen zou pas in 1914 gereed komen, hij is in deze uitgave van de twintigste editie weer gestreept, dat wil zeggen als ‘in aanleg’, weergegeven. Van Venlo naar Nijmegen loopt er nu ook een spoorlijn langs de oostoever van de Maas, maar dat moet op een vergissing berusten; er is wel een stoomtram langs die route aangelegd. In Gelderland is de NOLS-spoorlijn van Neede naar Rijssen ingetekend.
[Kaart 13-16]
Provinciekaarten: De namen van gemeenten, die niet naar een dorp op hun grondgebied heten, zijn apart op de kaart aangegeven, met magere, schreefloze onderkastletters. Dat betreft: in Noord-Holland Ouder-Amstel, Nieuwer-Amstel, Weesper Karspel en Zijpe; in Zuid-Holland: Alkemade, Hof van Delft en Vrijenban; in Friesland: Achtkarspelen, Baarderadeel, Barradeel, Het Bilt, Dantumadeel, West- en Oost-Dongeradeel, Doniawerstal, Engwirden, Ferwerderadeel, Franekeradeel, Gaasterland, Haskerland, Hemelumer Oldeferd en Noordwolde, Hennaarderadeel, Idaarderadeel, Kollumerland en Nieuw-Kruiisland, Leeuwarderadeel, Lemsterland, Menaldumadeel, Schoterland, Smallingerland, Oost- en West-Stellingwerf, Tietjerksteradeel, Utingeradeel, Wonseradeel , Wymbtitseradeel; in Drenthe: Zuidwolde, in Overijssel: Ambt Almelo, Ambt Delden, Ambt Hardenberg, Ambt Ommen, Ambt Vollenhove, Avereest, Zwoller Kerspel; in Gelderland: Ambt Doetinchem, Bergh, Wisch; in Zeeland Hontenisse, Stoppeldijk en Wolfaartsdijk.
In Noord-Holland is de trambaan van Banningerhorn naar Ewijcksluis voltooid. In Friesland is de tramverbinding van Drachten via Roden en Peize met Groningen voltooid.
In Limburg is een tramlijn aangelegd die Venray met de spoorlijn Nijmegen-Roermond verbindt, en er staat een nieuwe spoorlijn aan de oostoever van de Maas tussen Venlo en Nijmegen aangegeven. Dat is echter onjuist; het moet een tramlijn zijn.
[Kaart 18]
De legenda op de kaart van Duitsland natuurkundig geldt, volgens het nieuwe legendablokje op deze kaart, voor alle natuurkundige kaarten der landen van Europa.
[Kaart 20]
Zwitserland: De plaats Tirano in het Italiaanse Valtellinadal is nu verbonden met Samaden in Zwitserland, met een spoorlijn over de Berninapas.
België: de taalgrens heeft een gele bies gekregen om hem meer te laten opvallen, dat is vergeten bij de Voerstreek, waar het Nederlands tegen het Duits wordt afgegrensd.
[Kaart 21]
Door het intekenen van een brede rode, deels gestippelde staatsgrens is niet meer te zien op de talen-bijkaart dat er in Frans-Vlaanderen Vlaams gesproken wordt.
[Kaart 22]
Oostenrijk-Hongarije: De Montenegrijnen hebben in de Eerste Balkanoorlog (1912-1913) bij het beleg van Scutari het grootste deel van de bevolking laten verhongeren; na de inname werd de stad op het congres in 1913 in Londen echter niet aan Montenegro toegewezen.
[Kaart 28]
Balkan Schiereiland (zie ook het commentaar bij de kaart van Europa): De grenzen van Albanië worden als tijdelijk aangegeven. Het gebied van Novipasar is tussen Montenegro en Servië opgedeeld. Servië heeft Skopje en Monastir veroverd, en Griekenland Thessaloniki, maar het grootste deel van Roemelië, Thracië of Macedonië is Bulgaars geworden, inclusief Adrianopel. Bulgarije heeft zo een haven aan de Egeïsche Zee inclusief een spoorlijn daarheen. De tweede Balkanoorlog van 1913 zal alles weer veranderen.
[Kaart 29]
Balkan schiereiland staatkundig: Macedonië is wit gelaten, evenals de Sporaden. Griekenland heeft Kreta, Epirus (Joannina) en Thessaloniki erbij gekregen, evenals het schiereiland Chalcidice en het eiland Thasos. Bulgarije heeft naast Oost-Roemelië nu ook Roemelië of Thracië veroverd, tot op zo’n zeventig kilometer van de zeestraten. De status van de noordelijke Sporaden is nog onduidelijk; de zuidelijke waren, net als Dodekanesos, vanaf 1911 Italiaans. De grenzen van Albanië zijn tentatief ingetekend.
[Kaart 31]
Azië staatkundig: Er is een spoorweg in aanleg aangegeven van Victoria/Hong Kong via Kanton naar Hsiang-Tan aan de spoorweg naar Hankeoe. De op de vorige uitgave aangegeven spoorweg van Kai-feng naar Hsi-Ngan (Xian) is de facto niet verder gekomen dan Honan. Vanuit Peking is de spoorlijn naar Kalgan westwaarts verlengd tot Koekoe khoto (Huhehot of Hohhot), de latere hoofdstad van Binnen-Mongolië. De Russen bouwen weer aan de Trans-Siberische spoorweg; die is nu wat verder voorbij Nertsjes. Korea is voor het eerst op de staatkundige kaart van Azië nu ook in Japanse kleuren geschilderd; in de vorige editie was dat al op de kaart van Zuid- en Oost-Azië te zien. Sedert 1910 is het een Japanse kolonie.
De Russen bouwen weer aan de Trans-Siberische spoorweg; die is nu wat verder voorbij Nertsjinsk. Thailand is al een tijd bezig met spoorwegaanleg, de lijn noordwaarts heeft nu Pitsanulok bereikt. Het achterland van Libië wordt nu als Egyptisch aangegeven in plaats van onder Britse controle.
[Kaart 32]
In Perzië zijn Britse en Russische invloedssferen ingetekend. In de legenda is bij de tweede uitgave van de twintigste druk een aparte dieptezone van meer dan 2000m geïntroduceerd. De bergtekening, vooral op Nieuw-Guinea, is in deze uitgave uitgebreid.
[Kaart 33]
Kijken we op het legendablok bij deze kaart dan blijkt er een extra dieptelijn van 2.000 meter te zijn ingevoerd, de diepte-informatie voor de archipel is veel meer gedetailleerd. De Straits Settlements in Malakka en Noord-Borneo zijn de directe Britse koloniën in dat gebied, de andere Maleise staten staan onder Brits protectoraat.
[Kaart 37]
De administratieve kleuren van de residenties zijn veranderd.
[Kaart 39]
Afrika staatkundig: Marokko is nu ook blauwpaars (Frans) ingekleurd, omdat het een Frans protectoraat is geworden. Op de bijkaart van Noord-Afrika is Gafsa in Tunisië met Kairwan en Sousse met Sfax verbonden per spoor. Als onderdeel van de deal met Frankrijk heeft Spanje behalve het Rifgebied ook een groter gebied rond Ifni en een uitbreiding noordwaarts tot de Wadi Draa van het Rio de Oro gebied gekregen.
Tripolitanië, Cyrenaica (Barka) en Fezzan zijn Italiaans geworden. De Koefra-oases, waar de Senussi’s zitten, worden nu als Egyptisch aangemerkt in plaats van als onder nominale Britse controle, maar aangezien ook Egypte in feite Brits is, maakt dat weinig uit. In de Anglo-Egyptische Soedan is Khartoem nu per spoor verbonden met Sennaar en El Obeid. In Duits Oost-Afrika is Tabora in het binnenland nu verbonden met de havenstad Dar es Salam.
In Katanga is de in 1910 gestichte stad Elisabethville (Lubumbashi), vernoemd naar de vrouw van de nieuwe Belgische koning Albert I al opgenomen op de kaart. De stad lag vlakbij de kopermijnen en de smeltovens van de ‘Union Minière du Haut Katanga’, aan de Lumumbashi rivier. De spoorlijn in Rhodesië naar Broken Hill is doorgetrokken naar Elisabethville en Kambove, de laatste stad heeft ook al kobalt- en kopermijnen. Om stroomversnellingen te omzeilen zijn nu ook Kindoe en Kongolo langs de Kongorivier met een spoorweg verbonden. In Tanganyika is de spoorlijn Tanga-Moshi in 1911 gereed gekomen.
Duits Kameroen is opeens veel groter geworden: het omcirkelt nu de Spaanse enclave Rio Muni en komt uit op de Kongo en de Oubangi-rivieren, waardoor het Frans Equatoriaal Afrika in drieën splitst; in het noorden wordt de rivier de Logone de grensrivier met het Franse Tsjaad territorium. Deze gebiedsuitbreiding had Duitsland gekregen doordat het bij het Marokko-Kongo verdrag met Frankrijk in 1911 afzag af van zijn claims op Marokko, toen Frankrijk daar een protectoraat wilde vestigen. In de Eerste Wereldoorlog is die uitbreiding van Kameroen weer vervallen aan Frankrijk. In Nigeria wordt in 1911 de spoorlijn van Lagos doorgetrokken naar Baro en Kano. In Duits Zuidwest-Afrika is Keetmanshoop nu per spoor met Windhoek en Kalkfontein verbonden.
[Kaart 43]
De plattegrond van New York is uitgebreid; de schaal is van 1:270.000 veranderd naar 1:210.000 en toont nu ook een groter deel van Jamaica Bay en de Bronx. In Prospect Park in Brooklyn liggen ook de Brooklyn Public Library, het Brooklyn Museum en de Brooklyn Botanical Garden. Op deze kaart ligt dichtbij het Vrijheidsbeeld (Liberty Island) ook Ellis Island, het quarantaine-eiland waar alle landverhuizers langs moesten voordat ze tot Amerika werden toegelaten. Dat gold niet voor de passagiers van de luxe oceaanstomers uit Europa, die hetzij in Manhattan hetzij in Hoboken afmeerden. In het Bronx park liggen de New York Botanical en Zoological Garden. Flushing is de verengelsing van de naam Vlissingen.
Kaart 43 bevat nu ook een kaart en doorsnede van het Panamakanaal, waardoor pas in 1914 het eerste schip zou varen. Door de dam bij Gatun in de Rio Chagres werd een groot deel van het binnenland onder water gezet, waarin het kanaal iets uitgediept moest worden. Het grondverzet had plaats tussen Bas Obispo en Paraiso. Langs de kanaalroute loopt een spoorweg. Aanvankelijk was een strook van acht kilometer aan weerszijden van het kanaal (in totaal 1.400 vierkante kilometer) voor eeuwig aan de Verenigde Staten verpacht. Cristobal was de naam van de havenplaats waar het meeste materiaal voor de kanaalaanleg werd aangeland, zoals Colon (of Aspinwall) had gediend als belangrijkste haven voor de spoorwegaanleg twintig jaar eerder.
De thematische kaarten van de verkeerswegen in Noord-Amerika, de Groei van Chicago 1835-1890, de kust ten noordoosten van Portland, de kust van Noord-Carolina en de belangrijkste landbouwproducten in de Verenigde Staten zijn vervallen.
[Kaart 44]
Verenigde Staten: Hibbing in de Mesabi Range is de plaats van een van de grootste dagbouw ijzermijnen ter wereld. Het erts werd via Two Harbors geëxporteerd. Noordwestelijker aan het Bovenmeer (Lake Superior) liggen nu de plaatsen Fort William en Port Arthur, beginplaatsen van het scheepvaartverkeer over de meren en de St. Lawrence Seaway. Marquette in Michigan aan hetzelfde Bovenmeer had een soortgelijke ontstaansgeschiedenis: door ontdekking van rijke ertslagen en door gunstige ligging aan het Bovenmeer werd het een groot exporteur.
[Kaart 45]
Zuid-Amerika staatkundig: In 1912 bereikte de spoorlijn vanuit het noorden Puerto Montt. Valparaiso is nu per spoor met het mijngebied in La Serena-Coquimbo verbonden. In het noordoosten komt de lijn van Pernambuco naar de rivier de Sao Francesco in het binnenland heel dicht bij Joazeiro. Sao Luis in de staat Maranhao is nu via Caxias verbonden met Therezita, de hoofdstad van de praktisch van de zee afgesneden staat Piauhy. In Colombia is op de kaart de spoorlijn van Medellin naar de Magdalena rivier nu verder doorgetrokken tot de kust in Riohacha. Daar is geen bevestiging van gevonden, dus waarschijnlijk is dat bij plannen gebleven.
[Kaart 46]
In Suriname zijn op deze Nederlandse schoolatlas de betwiste gebieden tenminste weer als Nederlands ingekleurd, al past dat niet helemaal binnen de kaartuitsnede.
[Kaart 47]
Australië: Hier zien we de hoofdstad Canberra voor het eerst aangegeven, aan de spoorweg van Goulburn die al in de vorige editie stond. Hiervoor werd in 1911 grond afgestaan door New South Wales, en in 1913 werd de naam Canberra gekozen. In West-Australië werd in 1903 door de spoorwegbouwers Laverton bereikt, een goudmijnwerkersdorp in de Grote Victoria woestijn. Bij de Philippijnentrog vinden we bij het dieptecijfer 9.780 de toevoeging: ‘(diepste looding)’ dat wil zeggen dat hier de grootste zeediepte op aarde gemeten was.