'Brieven aan Aernout van Buchell' van Wouter van Gouthoeven
Post scriptum: Van Gouthoevens brieven aan Buchelius, 1613-1622
Het is vaak lastig te achterhalen hoe geleerden in het verleden precies aan hun informatie kwamen, want in hun gepubliceerde werken laten ze zich daar vaak niet over uit. Vandaar dat de 34 brieven die Wouter van Gouthoeven aan Buchelius schreef zo belangrijk zijn: ze geven een unieke inkijk in hoe beide amateur historici informatie uitwisselden, zowel onderling als via hun netwerken. Een goede postverbinding was daarbij onontbeerlijk.
De schrijver Van Gouthoeven
Wouter van Gouthoeven (1577-1623) werkte in Dordrecht als dijktoezichthouder en administrateur voor particulieren. Hij kwam van een voorname familie, maar mocht als katholiek niet voor de overheid werken. Hij was ook een gepassioneerde geschiedkundige en genealoog, en altijd op jacht naar informatie. Eerst voor zijn boek Beschryvinge ende chronycxken der stede Dordrecht, dat uiteindelijk nooit is uitgekomen, en daarna voor zijn D’oude chronijcke ende historien van Holland (met West Vriesland) van Zeeland ende van Wtrecht, van nieus oversien, dat in 1620 werd uitgegeven. De lange titel verbergt het feit dat het werk voor een groot gedeelte bestond uit samenvattingen en samenstellingen van andere boeken, aangevuld door informatie over vooral Hollandse functionarissen die hij zelf had vergaard of via anderen had verkregen.
De verzamelaar Buchelius
Een van die anderen van Aernout van Buchell (Buchelius) (1565-1642), een Utrechtse functionaris die zich gedurende zijn leven tot het protestantisme had bekeerd. Veel van zijn handschriften zijn bewaard gebleven, en vaak van illustraties voorzien, zoals zijn Diarium en zijn Monumenta, bomvol geschiedkundige en genealogische aantekeningen. Ook zijn correspondentie met Van Gouthoeven archiveerde hij. Tussen 1613 en 1622 schreven de twee ruim 70 brieven, waarvan er 34 bewaard zijn gebleven, alle gestuurd door Van Gouthoeven aan Buchelius. Dit was in de periode van het Twaalfjarig Bestand, die beide heren ook in staat stelden in de Noordelijke en Zuidelijke (Spaanse) Nederlanden rond te reizen; soms bezochten ze elkaar.
Over de grenzen
Zoals uit de brieven en andere documenten blijkt, correspondeerden Van Gouthoeven en Buchelius niet alleen met elkaar, maar maakten deel uit van een heel netwerk van humanistische geleerden die met elkaar in contact stonden. Die contacten overschreden politieke en religieuze grenzen, men maakte deel uit van de Republiek der Letteren, waarin de wetenschap de boventoon voerde. Er werd niet zelden beroep gedaan op kennissen en (aangetrouwde) familieleden om informatie uit archieven op te duiken of notities te maken. Zo kon men via via aan een gewenste stamboom of heraldische tekening komen. Voor genealogische informatie, die zeker niet altijd in de boeken van Van Gouthoeven is gebruikt, zijn de brieven voor de geschiedenis van bepaalde families van grote waarde.
Per beurtschipper
Persoonlijke zaken komen in de brieven terloops te sprake, en het blijkt ook dat er soms goederen meegestuurd werden, zoals boeken. In 1613 ontving Buchelius’ vrouw twee eenden die Van Gouthoeven in zijn eendenkooi had gevangen. Sommige brieven werden door kennissen van de ene stad naar de andere gebracht, maar meestal ging dat per beurtschipper, met porto (de ontvanger betaalt), of met franco (de afzender betaalt). Ook voor de geschiedenis van de postbezorging in Nederland zijn deze brieven dus van belang.
Editie
De brieven van Van Gouthoeven zijn in het Nederlands, Frans en Latijn geschreven; soms vinden we de drie talen in dezelfde zin. In 2017 werd de editie van de brieven door Kees Smit, voorzien van een uitgebreide inleiding en annotatie, online gezet. De gedigitaliseerde versie van de originele brieven is ook online te raadplegen. Zo wordt deze bijzondere correspondentie voor een breder publiek ontsloten.