Paskaart van Europa van Blaeu
Gespijkerd op de kaartentafel van de stuurhut
Noord-Europa neemt een prominente plaats in op Blaeus paskaart van Europa. Dit is opvallend, omdat op veel zestiende- en zeventiende-eeuwse zeekaarten het Middellandse Zeegebied centraal staat. Deze kaart is met het oog op de Amsterdamse handel opgesteld.
De techniek van deze kaart is bijzonder: hij is gedrukt vanaf een koperplaat op perkament. Dit kwam destijds veel minder voor dan het drukken op papier. Perkament is gemaakt van dierlijke huid en daardoor stevig en goed bestand tegen klimaatinvloeden en veelvuldig gebruik. Veel zeekaarten, waaronder die van de VOC, hebben dan ook een perkamenten ‘ondergrond’. Ze gingen immers mee aan boord van een schip waar ze intensief werden gebruikt onder de meest uiteenlopende weersomstandigheden. Het woord 'paskaart' houdt ook verband met de aanwezigheid van het stelsel van kompaslijnen op het document, die zeelieden benutten voor het navigeren.
De meeste VOC-kaarten op perkament zijn overigens vrijwel altijd in handschrift. Deze los uitgegeven zeekaart van Willem Jansz. Blaeu uit circa 1615 – géén VOC-kaart – is dus gedrukt op perkament. De inkleuring is met de hand gedaan. De kaart meet 59 x 71,5 cm.
Noord-Hollandse cartografen
De originele tekening waarop de gedrukte kaart is gebaseerd, is afkomstig van Cornelis Doedsz. uit Edam. Doedsz. was een van de vertegenwoordigers van de Noord-Hollandse cartografenschool. De ‘caertschrijvers’ van deze school vervaardigden louter kaarten in handschrift. Contacten met Amsterdamse uitgevers leidden tot de gedrukte uitgave van een aantal kaarten uit deze school. Deze kaart is daarvan een karakteristiek voorbeeld.
De eerste editie van de kaart is in 1606 gepubliceerd. Dit exemplaar is een latere editie, waaraan Spitsbergen is toegevoegd op een aparte bijkaart (rechtsonder) plus het in de noordelijke Atlantische Oceaan gelegen ‘Ian Maijen Eijlandt’ (nu Jan Mayen). Dit eiland is in 1614 (her)ontdekt door Joris Carolus en heeft zijn naam gekregen van Jan Jacobsz. May, schipper op Carolus’ schip. Door ruimtegebrek op de kaart is de Middellandse Zee in twee delen gesplitst. Het oostelijk deel ervan is in Noord-Afrika geplaatst ‘overmidts dat om de cleijne plaetse wille de geheele Middelantsche Zee alhier niet aen malcanderen en heeft mogen volgen, soo hebben wij nochtans tot dienste van de Zeevaerders goet gevonden de reste oock hier bij te voeghen, die leggende binnen de custen van Barbarijen [...]’.
overmidts dat om de cleijne plaetse wille de geheele Middelantsche Zee alhier niet aen malcanderen en heeft mogen volgen, soo hebben wij nochtans tot dienste van de Zeevaerders goet gevonden de reste oock hier bij te voeghen, die leggende binnen de custen van Barbarijen
Spijkers door de kaart
Uit de conditie van de kaart blijkt dat hij daadwerkelijk aan boord van een schip is gebruikt. De gaten in de rand duiden op bevestiging met spijkers op de kaartentafel in de stuurhut. De kaart is vrij zeldzaam. Er zijn slechts drie exemplaren van bekend, alle gedrukt op perkament.