Editie 2, 1879: Pieter Roelf Bos, 'Bos’ Schoolatlas der geheele aarde'
Al vrij snel na de eerste editie van de Bosatlas verscheen in 1879 een tweede editie; een teken dat de atlas in een duidelijke onderwijsbehoefte voorzag. De tweede editie toont een duidelijke groei naar volwassenheid.
Het voorlopige karakter is in de tweede editie van de Bosatlas afgeschud. De hele atlas is nu op dezelfde manier op de geografische overzichtskaarten ingevuld met hoogtetinten: op de kaarten van de werelddelen zijn ze in hoog- en laagland verdeeld; op de detailkaarten in drie hoogtezones: laagland (bruin), heuvelland (beige) en hoogland (geel). De atlas van Bos is in deze periode uniek vanwege de bruingeel ingekleurde kaarten; andere toenmalige schoolatlassen hanteren alle de kleur groen voor laagland. Alleen op de kaart van Java is een getalgrens ingevoerd om de hoogtezones uit elkaar te houden: het hoogland begint daar boven de 625 meter. Doordat de laaglanden – waarin de meeste steden voorkomen – een donker raster hebben gekregen, zijn de kaarten minder goed leesbaar. De rasters voor laagland en heuvelland staan ook op die gebieden afgedrukt waar geen gele hoogtetint voorkomt, omdat ze als gevolg van de zogeheten ‘eilandkartografie’ niet tot het gebied van de kaarttitel behoren. Dat werkt verwarrend. Het principe van de eilandkartografie is helaas in deze druk verder doorgevoerd: zowel op de kaarten van de werelddelen als op die van de afzonderlijke landen. Hierdoor zijn objecten, die buiten die landen vallen, niet of niet volledig weergegeven.
Aan alle kaarten is nu een grafische schaal (schaalstok) toegevoegd, uitgedrukt in geografische mijlen (1 geografische mijl = 7.480 meter). Namen van hoofdsteden zijn op staatkundige kaarten met rechtopstaande kleine letters geschreven, van andere steden met cursieve. Tenslotte: er zijn circa tien procent meer namen van plaatsen, rivieren en gebergten toegevoegd op de kaarten. Blijkbaar was de strenge selectie van Bos voor de eerste editie iets te ver gegaan.
Volgorde
De volgorde waarin de Europese staten voorkomen is in deze tweede editie veel logischer: na Midden-Europa komen als onderdelen van deze regio: België en Zwitserland, Oostenrijk-Hongarije, Duitsland, Frankrijk en dan, in een wijdere cirkel om ons heen, Rusland, Scandinavië, de Britse eilanden en de landen van Zuid-Europa. Verder is de volgorde hetzelfde gebleven.
Congres van Berlijn, 1878
Qua staatkundige veranderingen staat de tweede editie vooral in het teken van het congres van Berlijn van 13 juni-13 juli 1878. Dit congres betrof niet het koloniale congres waarop Afrika verdeeld werd; dat was pas in 1885-1886. Het Berlijnse congres van 1878 was bedoeld om de uitkomst van de eerder dat jaar gesloten vrede van San Stefano, waardoor Europees Turkije ontmanteld werd, weer terug te draaien. De Europese grootmachten wilden namelijk de toegenomen Russische invloed niet aanvaarden. Groot-Brittannië kreeg in Berlijn Cyprus toegewezen, Frankrijk Tunesië, Servië kreeg Nisj (Niš), Montenegro kreeg Antivari (Bar), Oostenrijk-Hongarije het protectoraat over Bosnië-Hercegovina, Roemenië moest haar deel van Bessarabië aan Rusland afstaan maar kreeg in ruil daarvoor de Dobroedsja (Dobrogea). Er kwam een klein Bulgarije en een autonome Ottomaanse provincie Oost-Roemelië. Servië, Roemenië en Montenegro werden geheel onafhankelijk van Turkije en behoefden geen schatplicht meer te betalen. Bulgarije was officieel nog wél schatplichtig. Rusland kreeg de vrije hand in de Kaukasus, waardoor het de plaats Kars kon veroveren.
Inhoud van specifieke kaarten en verschillen met de eerste editie
Kijken we naar enkele specifieke kaarten en verschillen met de eerste editie, dan komen de volgende opmerkelijke zaken voor (de romeinse cijfers verwijzen naar de kaartnummers):
[Kaart I]
Nederland is nu ingekleurd en kent niet alleen aan de kust reliëfweergave, maar ook in het binnenland. De schaal is volgens de vermelding groter (in plaats van 1:845.000 nu 1:800.000) geworden, maar het formaat is hetzelfde gebleven! In de eerste druk hielden de spoorlijnen in het Ruhrgebied plotseling op. Dat kwam omdat de kaart waarvan het verloop van die lijnen was overgenomen, daar waarschijnlijk een cartouche of inzetkaartje had. De spoorlijnen zijn nu echter aangevuld.
[Kaart III]
Op de hoogtekaart is in Limburg de naam Ubachsberg vervangen door Krikelenberg. Beide benamingen slaan op een en dezelfde berg. De berg is speciaal aangegeven, omdat die volgens de toen heersende inzichten met 240 meter de hoogste berg van Nederland zou zijn; de Vaalserberg werd op slechts 200 meter geschat.
[Kaart IV]
Europa natuurkundig: De natuurkundige kaarten van de werelddelen hebben nu drie hoogtezones, een blauwige tint voor het gebied beneden zeeniveau, bruin voor laagland en geel voor hoogland. Het grijze raster voor laagland (samen met geel geeft dat de bruine tint) is helaas ook buiten het doelgebied weergegeven. Dit is de enige kaart waarop er ook tussen ondiepe en diepe zee wordt gedifferentieerd; de grens ligt bij honderd vadem, ofwel een diepte van 180 meter. Ook banken worden vermeld zoals hier de ‘Porcupine bank’ en op de kaart van Noord-Amerika de ‘New Foundlandbank’ en de banken bij de Bahama eilanden.
[Kaart V]
De staatkundige kaart van Europa is nu van spoorwegen voorzien. Daardoor kon het diagram van de hoofd(spoor)wegen nu vervangen worden door een diagram dat de relatie bevolking-oppervlak aangeeft. Er blijkt uit dat Rusland met meer dan de helft van het Europese oppervlak minder dan een kwart van de Europese bevolking telt.
[Kaart VI]
Midden-Europa: Het land beneden zeeniveau is nu met een aparte blauwige tint aangegeven. Voor de kaarten van afzonderlijke landen en van Midden-Europa geldt dat daarop nu vier hoogtetinten worden onderscheiden: blauwig voor land beneden zeeniveau, bruin voor laagland, een lelijk grijs streepjesraster over het geel heen geeft heuvelland aan, en geel geeft hoogland aan. Dat streepjesraster en de blauwe tint worden als gevolg van eilandkartografie ook bij de niet-geel ingekleurde gebieden afgebeeld .
[Kaart VII] en [VIII]
Zwitserland en België zijn nu eilandkaarten geworden. Behalve de gekartelde lijnen voor spoorwegen zijn op de kaart van België ook met enkele lijnen kanalen aangegeven. Op de kaart van Zwitserland heeft de eeuwige sneeuw van de gletsjers een blauw-witte tint.
[Kaart IX]
Oostenrijk-Hongarije: Door de nieuwe kleurstelling is het Alpengebied te donker geworden en daardoor slecht leesbaar. De zotte afkorting ‘Ps’ betekent pas. ‘Vulk ps’ betekent dus Vulkaanpas (in de Transsylvanische Alpen). De ‘O’ en de ‘N’ bij Orsowa (bij de IJzeren Poort) slaan op (Oud) Orsowa en Nieuw Orsowa; die laatste hoort echter in Roemenië thuis.
[Kaart X]
Duitsland: De staatkundige kleuren in de bijkaarten zijn nu aangepast aan die in de hoofdkaart.
[Kaart XI]
In Frankrijk is boven Tours de plaats Mettray toegevoegd: de vestigingsplaats van een verbetergesticht voor jongeren. Naar dit voorbeeld werd in deze periode ook in Nederland bij Zutphen (‘Ned. Mettray’) een dergelijke inrichting gebouwd, zie de provinciekaart van Gelderland in de derde editie.
[Kaart XII]
Rusland: De brug bij Sysran over de Wolga is nu klaar en de spoorlijn is doorgetrokken tot Orenburg. In Finland zijn Abo (Turku) en Helsingfors (Helsinki) nu ook verbonden aan het spoorwegnet. Wat wij nu de Bosporus noemen heette toen blijkbaar nog ‘Straat van Konstantinopel’. ‘Doode Zee’ is niet alleen de naam van een meer in Palestina maar ook de toenmalige naam van de huidige Baai van Karkinit, ten westen van de Krim. Bij St. Petersburg is ook het buitenverblijf van de Tsaar, de Peterhof, ingetekend.
[Kaart XIII] en [XIV]
Scandinavië: De stad Trollhättan is toegevoegd aan het noordelijke uiteinde van het Gota-kanaal. Dat kanaal zet zich voort via Väner- en Vattermeer naar Söderköping aan de Oostzee en werd ooit gebouwd om de hoge tollen, die Denemarken voor doorvaart door de Sont eiste, te omzeilen.
[Kaart XV]
Britse eilanden: In Schotland is Gretna Green toegevoegd, en in Engeland zijn de namen van een aantal counties opgenomen, zoals Cumberland, Northumberland, Lancaster, York, Wales en Cornwall, Devon, Sussex, Kent en Essex, Surrey, Suffolk en Norfolk. De vissershaven Harwich staat nu ook vermeld evenals de namen van veel heuvels: ‘Cotswold Hills’, ‘East Anglican Heights’. De laatste naam moet echter zijn: East Anglian Heights; deze fout blijft tot en met de 6de druk van 1884 staan!
[Kaart XVI]
Spanje: De schaal 1:3.740.000 is nu veranderd in 1:3.800.000, maar de dimensies van Spanje zijn hetzelfde gebleven! In Portugal is Santarem toegevoegd waar in 1861 een brug over de Taag gebouwd werd. Het Keizerskanaal langs de Ebro stamt uit 1784 en diende ter verbetering van de scheepvaart.
[Kaart XVII]
Italië: ‘Pont M.’ ten zuidwesten van Rome betekent Pontijnse Moerassen. Het Chiana kanaal in Toscane dient om de ontwatering te verbeteren. In Resina en Portici bij Napels begon de Italiaanse koning Victor Emmanuel II in 1879 met de opgravingen in de open lucht van het Romeinse Herculaneum.
[Kaart XVIII]
De titel van deze kaart is veranderd in Staten van het Balkan-schiereiland omdat er naast Griekenland en Turkije drie nieuwe onafhankelijke staten bijgekomen zijn: Servië, Roemenië en Montenegro. Al is het niet de eerste naam, in deze tweede editie wordt tenminste ook de naam Bosporus vermeld, tussen haken achter de naam ‘Straat van Konstantinopel’. Roemenië heeft bij het Congres van Berlijn haar deel van Bessarabië aan Rusland moeten afstaan. In ruil daarvoor krijgt het de Dobroedsja toegewezen en het Russische Slangeneiland in de Zwarte Zee.
[Kaart XX] en [XXI]
De ‘Zeestromingenkaart’ is qua leesbaarheid sterk verbeterd. De ondergrond is veranderd: in plaats van de verdeling bergland/laagland toont het landoppervlak nu de verschillen in vegetatie of grondgebruik, verdeeld in bos (en bouwland/weiland, waar bos door de mens is omgehakt), steppen, toendra’s en woestijnen. Streepjeslijnen geven de belangrijkste scheepvaartroutes en hun tijdsduur aan. De ligging van de naam Australië op deze kaart geeft duidelijk aan dat er meer dan het vasteland mee bedoeld wordt, namelijk het hele werelddeel Oceanië. Elders in deze editie blijkt juist het tegendeel (zie kaart XXVIII).
De windenkaart bevat nu voor het landoppervlak, in plaats van de vegetatie-informatie die naar de zeestromingenkaart verhuisd is, gegevens over de verschillende mensensoorten: de ‘Volken der aarde’. De legenda ontbreekt, daarvoor moet je in het leerboek van Bos zijn (Leerboek der geheele aarde (1876), 3de druk (Groningen: J.B.Wolters)): Australiërs of Nieuw-Hollanders zijn lichtgroen, Papoea’s blauw, Maleiers geel, mensen van het Mongoolse ras donkergroen, Indianen of Roodhuiden oranje, de Dravida’s in India paars, de Hottentotten en Bosjesmannen gestippeld geel, de Negers grijs en de Kaukasiërs roze gekleurd. Door middel van namen in de kaart worden ze verder onderverdeeld. Het leerboek voorziet niet in de Aino’s (in Noord-Japan), die op de kaart wél worden onderscheiden (beige).
Op deze kaart zijn ook de belangrijkste telegraafverbindingen, met of zonder daarlangs lopende spoorlijnen, aangegeven. Zo te zien, liep in 1879 de telegraafverbinding van Batavia naar Amsterdam via Singapore, Bombay, Basra, Konstantinopel (=Istanbul), Wenen en Berlijn. Veel plaatsen op deze kaart zijn opgenomen omdat ze de punten vormden waar zo’n intercontinentale telegraafkabel aan land kwam: Valentia in Ierland, Lands End en Brest in respectievelijk Engeland en Frankrijk, Trinity Bay in New Foundland (Canada), Pernambuco in Brazilië, Port Darwin in Australië en Wellington (abusievelijk op het Zuidereiland geplaatst) in Nieuw-Zeeland. De ‘P’ en ‘J’ langs de telegraaflijn van Moskou naar het oosten verwijzen naar de steden Perm en Jekaterinenburg; de lijn gaat verder naar Nikolajevsk (Nikolajevsk na Amure) aan de monding van de Amoer en Wladiwostok (Vladivostok).
[Kaart XXIII]
Azië natuurkundig is nu een eilandkaart geworden. De plaatsen Kiachta (Kjachta) en Maimatsjin (Altanbulag) vormen het Russische respectievelijk Chinese grensstation op de route van Peking naar Moskou. Het Keizerskanaal verbindt de rivier de Pei-ho waaraan Peking ligt, met de haven Hangtsjou (nu Hangzhou) aan de Oost-Chinese Zee. De naam Kassiagebergte in Brits-Indië is toegevoegd omdat men hier, in Cerrapoenji (Cherrapunji) de hoogste jaarlijkse neerslag gemeten had (veertien meter!).
[Kaart XXIV]
Azië staatkundig: Hierop is nog het onafhankelijke Kafiristan zichtbaar, dat in 1895 door de vorst van Afghanistan veroverd en geïslamiseerd zou worden. De plaatsnaam Bamyan is aan de kaart toegevoegd, mogelijk vanwege de daar aanwezige grote Boeddhabeelden. De plaats Obdorsk (nu Salechard) aan de Obmonding was tijdens de Russische tsaren een verbanningsoord waar rond 1887 veel Doechoboren – een met de Hernhutters vergelijkbare pacifistische christelijke sekte – heen verbannen werden. Kjöng is een oude naam voor de Koreaanse hoofdstad Seoul. Oost-Toeran is weer bij China getrokken; het Chinese gezag was er hersteld, maar de Russische troepen waren er nog niet teruggetrokken. Hoewel de ligging ervan ook al in de eerste druk was aangegeven wordt hier voor het eerst de naam ‘Groote Chineesche Muur’ vermeld. Kars en Batoem (Batumi) in de Kaukasus zijn inmiddels Russisch geworden, en Cyprus Engels, ten koste van het Turkse Rijk.
[Kaart XXV] en [XXVI]
In Nederlands Oost-Indië is Atjeh nu wit, ofwel als onafhankelijk aangegeven, maar de concentratie van plaatsnamen op dit kleine gebied op de kaart (negen in de eerste druk, veertien in de tweede) geeft aan dat er veel te doen was: helaas zijn de meeste namen bijna onleesbaar. Van west naar oost staan de volgende namen: ‘Pedir Daholi gebergte’, ‘Koningspunt’, ‘P.Bras’, ‘P.Wai’, ‘Atjehhoofd’, ‘Kotta Radja’, ‘Samalanga G.’, ‘Pedir’, ‘Sigli’, ‘Diamantpunt’, ‘Simpang Olim’ en ‘Groot Edi’. In het Tijdschrift van het Aardrijkskundig Genootschap (TAG) van 1877 staat een landbeschrijving van Atjeh, van de hand van de heer Westpalm van Hoorn tot Burgh, en daar moet Bos die gegevens aan ontleend hebben.
De naam ‘Amphitrite Baai’ – genoemd naar een hydrografisch opnamevaartuig – is aan de oostkust van Sumatra opgenomen omdat dat, volgens het leerboek, de enige goede haven aan de modderige oostkust is. Overal in de archipel zijn plaatsnamen toegevoegd.
Java: Het bergland is nu niet meer bruin maar wit gekleurd. Er zijn plaatsen bijgekomen: in Bantam bijvoorbeeld de plaatsen Lebak (bekend van Multatuli) en Pandeglang. Aan de zuidkust is Kali Poetjang (Pucang) opgenomen omdat het een belangrijke koffie-stapelplaats was, dichtbij de haven van Tjilatjap (Cilacap). Bij Djokja (Yogyakarta) is de rivier de Progo toegevoegd, noordelijker de plaats Salatiga, dat vanwege zijn koele klimaat een belangrijk opleidingscentrum aan het worden was.
[Kaart XXVII]
Afrika: In het noorden verbinden spoorwegen nu Algiers met Oran en Constantine met zijn haven Philippeville (Skikda). Cyprus is Brits geworden, en de Abessijnse rijken van Gondar en Shoa zijn verenigd. De in 1878 door de Duitse ontdekkingsreiziger Rohlfs als eerste Europeaan bezochte oase Koefra (Khufra) staat nu aangegeven. De plaats Gondokoro werd in 1871 door Samuel Baker, die door de Khedive van Egypte tot gouverneur van de pas verworven Egyptische provincie Equatoria was benoemd, tot Ismailia herdoopt (genoemd naar de heerser van Egypte, de khedive Ismaïl). Het lag circa tien kilometer van het huidige Joeba (Juba). Later krijgt het zijn oude naam weer terug. In Oeganda worden nieuwe ‘Blauwe bergen’ geïntroduceerd (naast die we al kenden ten westen van Sydney en ten zuiden van Batavia). De Kongo rivier wordt nu juist ingetekend – de benedenloop wordt Zaire, Kongo of Livingstone genoemd, naar de ontdekkingsreiziger – en in het land van de Matabele’s worden nu enkele goudvelden aangegeven. Ook aan de zuidpunt van het Tanganjika-meer (Malawimeer) ligt een plaats Livingstonia, een missiepost in 1875 genoemd naar de ontdekkingsreiziger. Vanwege de malaria en tsetse werd deze post al in 1881 verplaatst, maar dat is niet in de atlas terug te vinden. In 1894 werd hij weer verplaatst, nu naar de noordpunt van het meer. Frankrijk heeft de eilanden Mayotte, Nossi Bé en St.Marie rond Madagascar bezet, als voorbereiding op verdere militaire actie tegen Madagascar. In het noorden van de Kaapkolonie zijn ten westen van Pniël diamantvelden ingetekend, het begin van de openlegging van Zuid Afrika’s minerale rijkdom. De kust van Opper-Guinee wordt nu ook bezet door koloniale machten: Freetown is Brits, evenals Bathurst aan de Gambia; de Bissagos archipel Portugees en Goree en St.Louis Frans. Aan inheemse volksstammen zijn de Kroe Negers, en de Fan toegevoegd.
Die koloniale expansie blijkt duidelijker op de nieuwe bijkaarten van de Britse, Portugese en Franse bezittingen in Senegal en Guinee. In Zuid-Afrika is op de bijkaart de spoorlijn van Worcester naar Beaufort, in 1879 nog in aanleg, al als gereed opgenomen, hoewel dat pas in 1880 werd gerealiseerd. Masaba’s stad en Lijdenburg in Transvaal zijn plaatsen waar sedert de vorige editie goudvelden zijn gevonden. De naam die de Limpopo bij de Boeren had (Krokodilrivier) is ook opgenomen.
[Kaart XXVIII]
Australië: De naam Australië komt nu in de kaart op de eerste plaats: Australië (Nieuw-Holland) en dekt dus ons huidige begrip van die naam. Een schaal met wassende breedtes is toegevoegd. (Port) Eucla aan de Austraal Golf (de Grote Australische Golf) was een belangrijk relaystation voor de telegraaflijn, die in 1877 tussen West-Australië en Melbourne werd geopend. Bij de interne delta van de rivier de Cooper die in Lake Eyre uitmondt, is nu ‘zogenaamd’ toegevoegd, blijkbaar vond men dat een delta alleen in zee uit kon monden. Pas in de 6de druk is dat toevoegsel weer verdwenen.
[Kaart XXX]
Op de kaart van Noord-Amerika is het pas ontdekte Wrangel eiland noordelijk van de Beringstraat ingetekend. Daar in de buurt is de Mooiweer berg (Fairweather Mt) benoemd. Op het eiland Sitka wordt de plaats N. Archangel benoemd, hoewel die plaats bij de koop van Alaska door de Verenigde Staten zijn oude naam Sitka terugkreeg. Het niet-bestaande ‘President Land’ vlakbij de noordpool op vijftig graden Westerlengte is weer van de kaart verdwenen. De bank van Newfoundland is met een signatuur voor ondiepe gebieden aangegeven. Bij de Bahama’s is Watling (Guanahani), het eiland waar Columbus het eerst voet aan wal zette in de Nieuwe Wereld, nu benoemd, evenals rivieren en kapen in Zuid-Amerika.
[Kaart XXXI]
Op de kaart Noord-Amerika staatkundig zijn de Verenigde Staten herdoopt in Republiek Amerika. Op deze kaart worden nu ook de inheemse stammen aangegeven, zoals dat ook op de kaarten van Azië en Afrika gebeurde: Eskimo’s en Indianen (Sioux, Apatsjen, Comantsjen) De grens tussen Brits Honduras en Guatemala is rechtgetrokken. De hoofdstad van Honduras is nog Comayagua.
[Kaart XXXII]
Republiek Amerika: De rivier waaraan Groote Zoutmeerstad (Salt Lake City) ligt is door de Mormonen de Jordaan gedoopt. Het ‘Devil’s lake’ in het noorden van de Dakota’s heeft geen afvoer en daardoor een hoge zoutgraad; vandaar ook de naam van de streek: Zoutwaterstreek. Bij de Niagara is nu het kanaal dat navigatie tussen Erie- en Ontariomeer mogelijk maakt, benoemd: het Welland kanaal. Bij de Bahama’s zijn alle banken aangegeven. Ook de plaats ‘Los Angelos’ (sic!) in Californië is opgenomen. In Pennsylvania is de plaats Oil City opgenomen, in het naburige Titusville werd in 1859 de eerste commerciële oliebron geboord, en de olie werd via Oil City geëxporteerd. Naast het Yellowstone Park, dat al in de eerste editie stond aangegeven, is nu ook het Yosemite dal in Californië opgenomen. De belangrijkste pas voor landverhuizers om in Californië te komen was via de Truckee Pas (nu Donner pass); een route die de eerste transcontinentale spoorweg ook volgde. In Florida is het Everglades moerassengebied nu benoemd.
Op de grens tussen New Mexico en Mexico is de plaats El Paso del Norte ingetekend, aan de Mexicaanse kant van de Rio Grande. De huidige naam van de stad is Ciudad Juarez. Aan de overkant van de rivier lag Franklin, dat nu de naam El Paso draagt.
[Kaart XXXIII] en [XXXIV]
Zuid-Amerika natuurkundig: Manaos aan de Amazone is toegevoegd, de rubberboomindustrie in dit gebied, waaraan Manaos zijn snelle groei ontleende, begon in 1879 en duurde tot 1910. Orgelgebergte, westelijk van Rio de Janeiro, is de Nederlandse vertaling van het Serra dos Orgãos, waar de bergtoppen er als orgelpijpen uitzien.
Zuid-Amerika staatkundig: De spoorlijn van Rosario naar Cordova in Argentinië is doorgetrokken tot Tucuman.
Bespreking van de tweede editie
Behm bespreekt in Petermann‘s Geographische Mittheilungen van 1879 (deel 25, p.470) deze tweede druk van de Bosatlas gematigd positief: ‘Grösser in Format als die meisten anderen Schulatlanten, umfasst er 34 lithographierte Karten, welche durch die hellbraune Farbe für das Land einen freundlichen Eindruck machen […] eine Überladung der Karten mit Objecten, besonders mit Namen, [ist] ängstlich vermieden. […] Für eine spätere Auflage möchte sich die Beigabe einer ausreichenden Erklärung der Signaturen empfehlen, denn es bleibt bei vielen Karten zweifelhaft, ob die für das Terrain angewendeten Farben, Striche und Schraffen bestimmten Höhengrenzen entsprechen oder nur im Allgemeinen Tiefland von Plateau und Gebirgsland unterscheiden sollen.‘