De wereldatlas van Ortelius
De eerste atlas ter wereld
De Brabantse kaartmaker en geograaf Abraham Ortelius (1527-1598) zou slechts een kleine plaats in de annalen van de kartografie hebben verworven, als hij niet op het pioniersidee was gekomen om de beste kaarten van dat moment op één formaat én in boekvorm met beschrijving uit te brengen. Zijn moderne wereldatlas Theatrum orbis terrarum, waarvan de eerste editie in 1570 verscheen, werd samengesteld en gedrukt in Antwerpen, destijds niet alleen het wereldwijde economische centrum maar ook het hart van de commerciële cartografie. De atlas van Ortelius werd een doorslaand succes en zette de trend voor een rijke handel in kaarten en atlassen voor de komende eeuwen.
Oorsprong van de atlas
Er bestaan diverse theorieën over de oorsprong van de atlas, maar met het Theatrum orbis terrarum was duidelijk sprake van een nieuw fenomeen. Lang voor de publicatie van de wereldatlas verschenen niettemin diverse ‘atlasachtige’ kaartwerken. De Geographia van Ptolemaeus, bijvoorbeeld, was met zijn 28 historische kaarten op uniform formaat in essentie van antiquarische en geschiedkundige waarde. Hoewel op den duur actuele kaarten – ‘Tabulae modernae’ – werden toegevoegd, ontsteeg het werk nooit zijn antiquarische karakter.
Meer in de buurt van echte atlassen kwamen de verzamelingen Italiaanse kaarten, die door uitgevers in Rome en Venetië tussen 1550 en 1577 in een band werden bijeengebracht en gepubliceerd. Deze samengestelde atlassen, veelal in opdracht van externe klanten, beantwoorden echter niet aan het type dat wij vandaag de dag gewend zijn. De atlassen bezitten namelijk kaarten van zeer uiteenlopende formaten en gaan niet vergezeld van een bijbehorende tekst. De geleidelijke genese van Ptolemaeus’ Geographia en de ontwikkeling van de composietatlas in het derde kwart van de 16de eeuw vormden wel de opmaat voor de totstandkoming van een echte moderne atlas, met uniforme kaarten, strak geredigeerd en voorzien van begeleidende teksten.
Groeiende markt
Vanaf het midden van de 16de eeuw groeide mede onder invloed van de vele ontdekkingsreizen en expedities ook de markt voor grote kaartwerken. Zo verscheen vanaf 1544 in Basel de Cosmographia van Sebastian Münster; een boekwerk in het Latijn, Duits, Frans en Italiaans met beschrijvingen van alle toen bekende delen van de wereld en meer dan vijftig kaarten en zeventig stadsplattegronden. Dit werk vormde voor Ortelius een inspiratiebron, evenals de voorbereidingen voor een atlas door Gerard Mercator, met wie hij correspondeerde. En tot slot speelde ook de roep om actuele en nauwkeurige kaarten door de Antwerpse kooplieden een belangrijke rol van betekenis.
Ortelius was met zijn atlas niet alleen origineel door de homogene integratie van kaart en tekst, maar ook vanwege de systematische actualisatie en uitbreiding in de vorm van supplementen. Telde de eerste editie uit 1570 nog 53 kaarten, in het jaar van Ortelius’ overlijden, 1598, was dit aantal gegroeid tot 119 kaarten. In totaal zouden tot en met 1641 ruim dertig edities verschijnen, met maximaal 166 kaarten en in de talen Latijn, Nederlands, Duits, Frans, Spaans, Engels en Italiaans. Naar schatting zijn in de loop der tijd meer dan 8.000 exemplaren van de atlas gepubliceerd. Daarmee is sprake van een regelrecht commercieel succes. Ten opzichte van de vroegere Italiaanse verzamelatlassen kenmerkte Ortelius’ atlas zich door edities die in oplage en in een uniform formaat werden gepubliceerd.
Kaartbronnen
Ortelius maakte voor zijn eigen kaarten gebruik van het toentertijd beste en meest moderne kaartmateriaal. Deze contemporaine kaartbronnen liet hij natekenen of hij liet er verkleiningen van maken. Ortelius schakelde aldus tal van medewerkers in, onder wie de beroemde graveur Frans Hogenberg (die weinig later ook bijdroeg aan de stedenatlas Civitates orbis terrarum). Gezien de benodigde tijd voor voorbereiding, selectie en graveren van de 53 kaarten voor de eerste editie moet Ortelius in ongeveer 1565 begonnen zijn met zijn wereldatlas. Dankzij zijn uitstekende redacteurskwaliteiten wist hij de vaak enorme prototypes te transformeren tot elegant ontworpen en eenvoudig leesbare kaarten.
Aristocratisch portret
Het hier gedigitaliseerde exemplaar van de Universiteitsbibliotheek Utrecht stamt uit 1579 en vertegenwoordigt de tweede oplage van dat jaar. De tekst is in het Latijn gesteld. Ten opzichte van de eerste oplage van 1579 bevat de ‘Catalogus auctorum’ – de lijst met makers van bronkaarten die Ortelius voor zijn atlas benutte – nu 127 namen in plaats van 120. En verder zijn er nog wat andere kleine en voornamelijk tekstuele verschillen. In de editie van 1579 werd trouwens ook voor het eerst het door Philip Galle gegraveerde portret van Ortelius zelf opgenomen; een treffende weergave van deze ‘homo universalis’ in een wat aristocratische pose.
Geografische cultuur
Behalve dat Ortelius’ Theatrum orbis terrarum een commercieel succes mocht heten, was er ook sprake van een wetenschappelijk hoogstaand product. Gebruikers van de atlas waren nu immers in staat om zich een geografisch samenhangend beeld te vormen van hun eigen regio, de Europese landen en de bekende delen van de andere continenten. Daarmee leverde het Theatrum orbis terrarum een grote bijdrage aan de Europese geografische cultuur in vooral het vierde kwart van de 16de eeuw.