'Pomologia' van Johann Hermann Knoop

Appels met peren vergelijken

Plaat I peren Pomologia, Johann Hermann Knoop, 1763 (2e ed.) uit de Bijzondere Collecties van de Universiteit Utrecht

De consumptieappelen, zoals wij die nu kennen, gaan genetisch terug op een soort uit Kazachstan, de Malus sierversii. Via Iran, Turkije, Griekenland en het Romeinse Rijk vond deze vrucht al duizenden jaren geleden zijn verspreiding in West-Europa. Door toeval en door bewuste kweek ontstonden zo talrijke appelrassen. De van oorsprong Duitse hovenier Johann Hermann Knoop (1700/1706?-1769) deed als eerste systematisch onderzoek naar deze rassen en ook naar andere vrucht- en plantensoorten. Vanaf het midden van de 18de eeuw publiceerde hij daar allerlei wetenschappelijke boeken over. Die publicatiedrift was min of meer uit financiële nood geboren: volgens de overlevering werd Knoop namelijk rond 1749 vanwege drankmisbruik ontslagen als tuinman van het Friese landgoed Mariënburg …

Convoluut

Knoop schreef na zijn ontslag vele werken, vooral op het terrein van de botanie. Meest bekend zijn de boeken PomologiaFructologia en Dendrologia. In de Pomologia (1758) determineert Knoop niet alleen meer dan honderd appelsoorten, maar ook ruim negentig perensoorten. ‘Als men derhalven een Appel of Peer heeft, wiens naam ons onbekent is ‘, stelt Knoop in de inleiding, ‘zo heeft men maar de Afbeeldingen, en teffens de Beschryvinge na te zien, en de Vrugt by de eene of andere te vergelyken, zo zal men dezelve wel haast ontdekken’.

In de Fructologia (1763) gaat Knoop tevens in op allerlei andere vruchten, zoals kersen, pruimen, perziken en dergelijke. De Dendrologia (1763) biedt een overzicht van planten benodigd voor de aanleg van siertuinen en parken. Het hier getoonde boek bevat de drie publicaties in één band en is een zogeheten convoluut. Waarschijnlijk zijn de drie werken wel als gezamenlijke uitgave gepubliceerd, aangezien het stuk voor stuk tweede edities betreft die rond 1763 het licht zagen.

Een mooie toekomst als hovenier?

Plaat XV Fructulogia, Johann Hermann Knoop, 1763 (2e ed.) uit de Bijzondere Collecties van de Universiteit Utrecht

Hoe kwam Knoop, geboren in het Duitse Kassel, aan zijn grondige kennis van teelt- en siergewassen? Die kennis was hem vanaf het begin met de paplepel ingegoten: zijn vader bestierde immers als hoftuinman de Vorstelijke Pleziertuin in Freienhage aan de Fulda. Ook persoonlijk had Knoop een buitengewone interesse voor botanie en een gouden toekomst als hovenier leek voor hem weggelegd. Zeker nadat hij door de prinses Maria Louise van Hessen-Kassel benoemd werd tot tuinbouwdirecteur van haar landgoed Mariënburg bij Leeuwarden.

Eenheid in het tuinencomplex

Maria Louise, die getrouwd was geweest met de jong overleden Friese stadhouder Johan Willem Friso (1687-1711), toonde zich een groot liefhebber van tuinkunst. In de periode 1721-1731 kocht de weduwe diverse huizen en stukken land ten zuidoosten van Leeuwarden aan. Zo ontstond een tuinencomplex van ongeveer vijf hectare met enkele gebouwen, dat vernoemd werd naar de prinses. Om in het tuinengeheel meer eenheid te brengen, haalde zij rond 1731 Johann Hermann Knoop vanuit Kassel naar Leeuwarden om als hovenier dienst te doen. Maria Louise – zelf afkomstig uit Kassel – kende Knoop al als de zoon van de tuinman van haar vader.

Vis in het water?

Plaat IX Fructulogia, Johann Hermann Knoop, 1763 (2e ed.) uit de Bijzondere Collecties van de Universiteit Utrecht

In zijn nieuwe functie kreeg Knoop alle gelegenheid tot het verrichten van botanisch onderzoek. Hij moet zich dan ook als een vis in het water hebben gevoeld. Naast opzichter van de tuin van Maria Louise was hij ook hovenier van de stadhouderlijke tuin of Prinsentuin. De uitgestrekte boomgaarden van Mariënburg met zijn vele vruchtbomen waren echter de trots van Knoop, die veel kennis opdeed van het kweken van fruit. Tevens stookte hij graag vruchten tot jenever, wat hem uiteindelijk de das omdeed. Naar verluidt wegens drankmisbruik kreeg Knoop rond 1749 zijn ontslag aangezegd. Om in zijn levensonderhoud te blijven voorzien, ging Knoop zich nu toeleggen op het schrijven van publicaties. Eerst op het terrein van hovenierskunst, maar later ook over andere onderwerpen zoals wiskunde en astronomie. Daarmee ontwikkelde hij zich tot een veelzijdige wetenschapper en publicist.

Baanbrekend werk

Vooral met de Pomologia verrichtte Knoop baanbrekend werk en hij wordt dan ook beschouwd als de grondlegger van de pomologie ofwel de studie naar fruitsoorten. Als eerste publiceerde hij overzichten, synoniemenlijsten en bijbehorende wetenschappelijke toelichtingen van appels en peren uit Nederlandse, Duitse, Engelse en Franse regio’s. De Pomologia kent voorts vele fraaie afbeeldingen, die door toepassing van schaduweffecten welhaast driedimensionaal ogen. De prenten werden gegraveerd door Jacob Folkema en Jan Casper Philips en ingekleurd door de dochters van de uitgever Abraham Ferwerda uit Leeuwarden. In totaal telt de publicatie twaalf platen met 103 afgebeelde en 125 beschreven appelrassen en acht platen met 82 afgebeelde en 92 beschreven perenrassen. De Fructologia is iets minder bedeeld met illustraties: negentien platen, waarvan er in het hier getoonde Utrechtse exemplaar helaas zes ontbreken. De Dendrologia is niet geïllustreerd.

Plaat II appels Pomologia, Johann Hermann Knoop, 1763 (2e ed.) uit de Bijzondere Collecties van de Universiteit Utrecht

Verschillende edities

Van de drie boeken van Knoop zijn verschillende edities bekend. Zoals gezegd, zijn in het Utrechtse convoluut exemplaren van de tweede editie uit circa 1763 opgenomen. Uit dat jaar stammen ook de eerste edities van de Fructologia en Dendrologia, terwijl de Pomologia  al in 1758 haar eerste editie beleeft. Van dit laatstgenoemde boek bestaat ook een derde editie uit 1789, een Duitse editie uit 1760 (met een tweede, aanvullend deel uit 1766) en een Franse editie uit 1771. De Fructologia kent een derde editie uit 1790, een Duitse editie uit 1766 en Franse edities uit 1768 en 1771. De Dendrologia, tot slot, telt nog een derde editie uit 1790.
In een recent opgedoken contemporaine factuur van 26 april 1768, dat zich in het archief van het Huis Beverweerd (Utrechts Archief, T69) bevindt, staan de drie delen vermeld voor twintig gulden. Voor het inbinden in drie banden bracht de boekbinder, H. Spruit, twee gulden en veertien stuivers in rekening.

Nijpende armoede

Plaat VII Fructulogia, Johann Hermann Knoop, 1763 (2e ed.) uit de Bijzondere Collecties van de Universiteit Utrecht

Hoe verging het Knoop verder? Zoals het met wel meer genieën het geval is, liep zijn leven niet heel goed af. Ofschoon hij op velerlei terreinen goede wetenschappelijke publicaties afleverde, speelde zijn alcoholmisbruik hem kennelijk parten. Zo valt in het Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (1911-1937, deel III, p. 706) te lezen: ‘[…] Doch, zijne groote bekwaamheden konden niet verhinderen, dat hij, aan den drank verslaafd, tot nijpende armoede verviel en uiteindelijk in het diaconiehuis werd opgenomen’. Zijn hobby werd hem dus uiteindelijk fataal. Het nageslacht liet hij echter gedegen naslagwerken over oude fruitrassen na, die ook nu nog een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van nieuwe fruitsoorten  

Auteur

Detail print II pears Pomologia, Johann Hermann Knoop, 1763 (2e ed.)