'Historia scholastica' van Petrus Comestor

Het eerste gedateerde gedrukte boek in de Noordelijke Nederlanden

Pagina 24v 'Historia Scholastica', Petrus Comestor, 1473

In 1473 beleefde de stad Utrecht een regelrechte primeur. Hier verscheen toen het eerste gedateerde en met losse loden letters gedrukte boek in de Noordelijke Nederlanden: de Historia scholastica van Petrus Comestor (ca. 1100-1179). Deze vroege druk – een zogeheten incunabel – verliet de persen van de Utrechtse boekdrukkers en -uitgevers Nicolaes Ketelaer en Gerard de Leempt. Het werk getuigt van de bijzondere drukkersgeschiedenis van de Domstad, waaraan de Universiteitsbibliotheek een digitale tentoonstelling van Utrechtse incunabelen heeft gewijd.

Prototypografie

Het is niet met honderd procent zekerheid te zeggen of zich in Utrecht ook het allerprilste begin van de vaderlandse boekdrukkunst bevond. Door papieronderzoek is immers vast komen te staan dat ook al vóór 1473 boeken werden gedrukt in de Nederlanden. De bewuste boekdrukkers en hun locaties zijn echter niet bekend en hun nalatenschap wordt prototypografie genoemd. De Historia scholastica van Ketelaer en De Leempt vormt niettemin het bewijs dat Utrecht een onmiskenbaar belangrijke rol heeft gespeeld in de vroegste Nederlandse drukgeschiedenis.

Bijbel in proza

Detail met decoratief initiaal, pagina 2r 'Historia Scholastica', Petrus Comestor, 1473

Toen Ketelaer en De Leempt de Historia scholastica drukten en publiceerden, was de tekst van dit werk al enkele eeuwen oud. De Franse theoloog Petrus Comestor schreef de Historia scholastica in de periode 1169-1175. In dit monumentale werk vertelde hij de Bijbel in proza na ten behoeve van het onderwijs in de theologie. Comestor vulde dit verder aan met allerlei profane historische en geografische bronnen om zo de Bijbelpassages uit te leggen.

Boekenverslinder

De Historia scholastica is de meest omvangrijke samenvatting van de Bijbelse geschiedenis uit de middeleeuwen. Vanwege zijn enorme werklust en belezenheid kreeg Comestor de bijnaam ‘Manducator’, wat staat voor boekenverslinder. Hij bracht zijn gegevens dan ook uit een grote hoeveelheid bronnen bijeen. Zoals gezegd, werd de Historia Scholastica aanvankelijk in handschriftelijke kopieën overgeleverd. De Universiteitsbibliotheek Utrecht is in het gelukkige bezit van zo’n manuscriptversie, die ook online is te raadplegen (Hs 262; vindplaats HSS: Hs. 4 J 15).

Alleen Nieuwe Testament

In 1473 kwam het werk voor het eerst van de drukpers en wel in twee edities: één bij Günther Zainer in Augsburg en één – de hier getoonde incunabel – zoals gezegd bij Ketelaer en De Leempt. De Utrechtse editie bevat echter alleen de verhandeling over het Nieuwe Testament (‘De Novo Testamento’) en niet die over het Oude Testament. Toch heeft de zetter zonder erbij na te denken het boek laten beginnen met ‘Secunda pars’ (Tweede deel), terwijl het nooit de bedoeling van Ketelaer en De Leempt was om een eerste deel te laten verschijnen.

Verwarring

Pagina 2r 'Historia Scholastica', Petrus Comestor, 1473

Uiteraard leidde de term ‘Secunda pars’ tot verwarring bij het publiek en al gauw werd bij een deel van de oplage de bladen met de misleidende tekst vervangen door nieuwe bladen met de tekst ‘Scolastica hystoria super novum testamentum’ ('De Historia scholastica betreffende het Nieuwe Testament'). Het Utrechtse exemplaar bezit echter de ‘verkeerde’ tekst.

Auteur