'Wereldkaart der christelijke zendingsposten', 1851
Deze kaart toont het Westelijk en Oostelijk halfrond, met inzetten van de Westkust van Afrika, India (‘Hindostan’) en Zuid-Afrika. De titel is Wereldkaart der christelijke zendingsposten, maar in feite zijn zendingsposten niet gemarkeerd op de kaart, alleen plaatsnamen waar zendingsposten zouden zijn. Het is geen fraaie kaart. Europa is bijvoorbeeld erg vertekend en slordig vormgegeven.
Typerend voor zendingscartografie zijn de motto’s. Op deze kaart is een bijbel afgebeeld die geopend is bij Mattheus 28: 18-20, de beroemde verzen waarin de ‘zendingsopdracht’ of ‘Grote Opdracht’ is geformuleerd door Jezus – een favoriete tekst in zendingscartografie:
'En Jezus trad naderbij en sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in de hemel en op [de] aarde. Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.' [NBG-vertaling]
De kaart laat volgens de verder onbekende J.A. Groen ‘de uitbreiding van Gods Koninkrijk over de gansche aarde’ zien, en toont daarmee dus mooi de mondiale ambitie van de negentiende-eeuwse zendingsbeweging.
Deze kaart van Groen is in 1851 gemaakt en lijkt een voorstudie te zijn voor zijn magnifieke en zeer grote gekleurde achtdelige wandkaart uit 1854, waarvan alleen de Universiteit van Amsterdam nog een gedeeltelijk exemplaar heeft. Deze kleine kaart kon worden gevouwen en heeft waarschijnlijk in een boek gezeten. De zeer uitgebreide Handleiding bij de christelijke zendingskaart van Groen verscheen echter pas in 1854 bij de grote versie van de kaart.
Anders dan bij latere Nederlandse kaarten is er geen bijzondere belangstelling voor Nederlands-Indië, alhoewel meer zendingsplaatsen daar gemarkeerd zijn dan in bijvoorbeeld Britse kolonies. Vanaf de oprichting van de eerste Nederlandse zendingsvereniging in 1797 zaten veruit de meeste Nederlandse zendelingen in Nederlands-Indië, maar deze kaart focust hier niet op. Dit kan verklaard worden uit Groens toelichting dat de kaart gebaseerd is op de Duitse Planiglob der Erde (1848) en de Britse Protestant Missionary Map of the World (1846) van Edward Gover, elders in deze tentoonstelling. Het maakt duidelijk dat de zendingscartografie in deze periode al echt een internationale aangelegenheid is. De kaart lijkt een ‘equal area’ projectie te zijn, waarbij recht wordt gedaan aan de grootte van de continenten, minder aan de afstanden.