'Principia' van Newton

Gezien door de ogen van een amateur

Pagina uit Principia van Isaak Newton, een topstuk uit de Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek Utrecht

Isaac Newtons Philosophiae naturalis principia mathematica wordt algemeen gezien als een van de belangrijkste wetenschappelijke publicaties ooit. Zijn universele bewegingsleer en wetten van de zwaartekracht en zijn mathematische en empirische manier waarop hij de natuurkunde benaderde, zouden twee eeuwen lang het wetenschappelijke denken domineren. De ontvangst van de eerste editie van de Principia (1687), vooral op het continent, was van cruciaal belang voor de verspreiding van het Newtonianisme buiten de Britse Eilanden. Een nieuwe getuige van dit proces wordt hier voor het voetlicht gebracht: een exemplaar van de eerste editie van de Principia, geannoteerd door de Amsterdamse koopman, schrijver en amateurwiskundige Adriaen Verwer. Iemand die de eerste continentale Newtoniaan genoemd mag worden – ook al was hij het niet altijd eens met de Britse geleerde, en 'misbruikte' hij hem voor zijn eigen doeleinden.

Portrait of Isaac Newton
Sir Isaac Newton door Sir Godfrey Kneller

Sir Isaac Newton (1642-1727) is samen met Albert Einstein (1879-1955) het beroemdste icoon van de moderne wetenschap. Deze faam dankt hij vooral aan de drie edities van zijn Philosophiae naturalis principia mathematica ('Wiskundige principes van de natuurfilosofie'), uit 1687, 1713 en 1726.

De eerste editie van de Principia was echter niet gelijk een succes, en zeker buiten Engeland nam vrijwel niemand notitie van het revolutionaire werk. Een uitzondering was de Amsterdamse koopman Adriaen Verwer (1654/5-1717).

Substantieel commentaar op delen van de Principia

Titelpagina van de 'Principia' van Isaac Newton, topstuk uit de Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek Utrecht
Titelpagina van de eerste editie van de 'Principia'

Verwer kocht zijn exemplaar van de Principia gelijk in 1687, en het opmerkelijke is, dat we kunnen meelezen hoe hij Newtons wiskundige hypotheses verwerkte. De eerste editie van de Principia telt 495 pagina’s (afgezien van het voor- en nawerk), genummerd 1-383 en 400-510 (384-399 ontbreken zonder tekstverlies). Hiervan zijn er 190 geannoteerd, waarvan 35 alleen door onderstreping of met bijvoorbeeld pijltjes in de marge. Van de resterende 155 staan op de meeste een of twee korte annotaties of verwijzingen, maar op enkele tientallen pagina’s levert Verwer substantieel commentaar. Aan het einde zijn er vier handgeschreven pagina’s met indices en enkele aanvullende opmerkingen.

Van de eerste editie van de 'Principia' zijn rond de 250 tot 400 exemplaren gedrukt. Hiervan waren er vijftig bestemd voor de export, herkenbaar aan de opdruk 'Prostant Venales apud Sam. Smith'.

De veelzijdige Verwer

Wie was deze Verwer die zo'n interesse in de uitdagende wiskunde van Newton had? Als zoon van een Rotterdams doopsgezinde koopman groeide hij op in een ruimdenkend milieu. In 1680 verhuisde hij naar Amsterdam en maakte naam als koopman, maar ook als theoloog, filosoof, taalkundige, wiskundige en als expert op het gebied van het zeerecht. Verwer raakte verontrust door de geschriften van de nieuwe filosofen zoals René Descartes (1596-1650) en vooral de radicale Baruch (Benedictus) Spinoza (1632-1676), die de wereld zodanig op een wiskundige manier uitlegden, dat er voor God, christendom en wonderen geen plaats meer leek te zijn.

Verwijten aan het adres van Spinoza

In 1683 publiceert Verwer zijn ’t Momaensicht der atheistery … een grondige wederlegging van de tegenstrijdige waen-gevoelens en in ’t bysonder van de geheele sede-konst van Benedictus Spinoza. Hij verwijt Spinoza gebruik te maken van abstracte, hypothetische wiskunde, niet de toegepaste wiskunde die is gerelateerd aan de bestaande wereld, zoals astronomie. Verwer begint naam te maken in intellectuele kringen. Als hij de Principia leest, ziet hij een extra wapen om in te zetten tegen wat hij beziet als het opkomende atheïsme.

Pagina 56 en 57 van de 'Principia' van Newton met annotaties van Verwer, topstuk uit de Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek Utrecht
Pag. 56 en 57 uit Newtons 'Principia' met annotaties van Verwer

Verwers aantekeningen in de 'Principia'

Wie de aantekeningen van Verwer losjes doorbladert, stuit op een aanzienlijk aantal wiskundigen en astronomen van naam. Chronologisch gaat dit van Euclides en Archimedes tot aan tijdgenoten zoals Spinoza en Christiaan Huygens. De meest geciteerde auteur is de Schotse wiskundige David Gregory (1659-1708), die hij in 1693 ook zou ontmoeten. De meeste recente publicatie die hij aanhaalt (op p. 251) is Charles Hayes, Treatise on Fluxions (Londen, 1704), waarin Newtons infinitesimaalrekening uiteengezet wordt. Alle aantekeningen zijn in het Latijn, soms staat er iets in het Grieks, en een enkele keer is een notitie of woord in het Nederlands.

Wanneer Verwer zijn annotaties toevoegde is onduidelijk, en aan de inkt en het schrift te zien kan dat op verschillende tijdstippen zijn gebeurd. Het lijkt erop dat hij ook aantekeningen heeft bijgehouden in boekjes, zoals blijkt uit notities op p. 251, 273 (uit 1713), 374 en 375 (uit 1713), waarin hij ook verwijst naar zijn correcties op Newton. Ook de werken van Gregory (p. 250) en René-François de Sluse (p. 283) werden zo geanalyseerd. Verwer ging serieus en gedegen te werk en deed zijn best de Newtoniaanse wiskunde onder de knie te krijgen.

Pagina 174 van Newtons 'Principia', topstuk uit Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek Utrecht
Deel van pagina 174 met annotaties van Verwer

Uit de inhoud van Verwers aantekeningen blijkt dat hij ze maakte voordat hij een exemplaar van de tweede editie van de Principia, gepubliceerd in 1713, in handen kreeg. Er zijn wel verwijzingen naar de tweede en derde editie (uit 1726), bijvoorbeeld op p. 39-41, maar deze zijn geschreven na Verwers dood door een onbekende. Dit is belangrijk om te weten, want we krijgen zo een beeld van hoe Verwer als amateurwiskundige de inhoud van de eerste editie van de Principia verwerkte. Dat is extra bijzonder, omdat er geen andere eerste druk van de Principia is die zo uitgebreid geannoteerd is. Dit heeft geleid tot nieuw onderzoek naar de receptie van de eerste druk van de Principia in de Lage Landen (zie verder Mojet 2016 - vgl. Annotated Books Online; Ducheyne 2020).

Veiling van Verwers bibliotheek

Van 13 tot 15 oktober 1723 werd de bibliotheek van Verwer in Amsterdam geveild. Er is geen veilingcatalogus bekend en het is niet bekend wie de geannoteerde Principia daarna bezat. Op 27 februari 1984 werd het boek opgenomen in de bibliotheek van de Katholieke Theologische Hogeschool Amsterdam (KTHA). De Universiteitsbibliotheek Utrecht verkreeg in 1999 een deel van die bibliotheek.

De bijdrage van Verwer aan het Newtonianisme

Het is algemeen bekend dat de zegetocht van Newton op het continent begon met de publicatie van de tweede editie van de Principia in 1713. Hiervoor waren vooral Nederlandse geleerden verantwoordelijk. Verwer en mannen uit zijn netwerk, met name Jean le Clerc en Bernard Nieuwentijt, hadden al voor een vruchtbare voedingsbodem voor de ideeën van Newton gezorgd, ook al gebruikten zij hem vooral als afweermiddel tegen de nieuwe filosofie van Descartes en Spinoza (Jorink en Zuidervaart 2012). De centrale en inspirerende rol van Verwer via zijn veelzijdigheid en zijn netwerk van geleerden en onderzoekers was hierbij van groot belang. Hij mag daarom gezien worden als een van de eerste continentale Newtonianen. En dat is niet slecht voor een amateur!

Dit is een samenvatting (met enkele aanvullingen) van de internetpublicatie van Bart Jaski, 'Newton door de ogen van een amateur', gepubliceerd in april 2013.

Ex libris van Adriaen Verwer en het jaartal 1687, waarschijnlijk het jaar waarin hij de ‘Principia’ heeft gekocht

Auteur: Bart Jaski, augustus 2020

Deel van pagina 251 uit de 'Principia' van Newton met annotaties van Verwer, topstuk uit de Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek Utrecht