Collectie Van Buchell

De rijke erfenis van een vrek

Portret van Huybert van Buchell uit 1574.

Ebenezer Scrooge, Dagobert Duck, Hubert van Buchell. Als we zijn neef Aernout van Buchell (zie de Collectie Buchelius) moeten geloven, was zijn oom net zo'n vrek als de eerste twee. Hubert nam maar éen maaltijd per dag, vaak alleen een ei, onder het mom dat dat het geheim van een goede gezondheid was. Hij zat zijn leven lang op zijn geld, en sloot zijn familieleden uit van zijn testament, tot grote frustratie van zijn neef. Een deel van de nalatenschap van Hubert kwam in handen van de Universiteitsbibliotheek Utrecht. Een hele bijzondere boekencollectie – waar wel wat gesjoemel aan te pas moest komen om die te verkrijgen ...

Op de vlucht

Hubert van Buchell (1513-1599) kwam van een gegoede familie, en toen hij kanunnik werd in het Mariakapittel in Utrecht was zijn bedje al helemaal gespreid. Als kanunnik of domheer leefde hij in een gemeenschap verbonden aan de Mariakerk. Hij hoefde hiervoor geen gelofte van armoede af te leggen, zoals monniken dat wel moesten. De Mariakerk was een rijke kerk, en de kanunniken leidden een relatief luxueus leven. Hier kwam in de jaren 1560 abrupt een einde aan. De Reformatie en de Tachtigjarige Oorlog zorgden voor veel onrust, en na de Beeldenstorm van 1566 besloot het Mariakapittel om zijn uitgebreide bibliotheek veilig onder te brengen bij een aantal kanunniken. Hubert was een van hen.

In 1569 trokken de Spanjaarden Utrecht binnen en bij Hubert werden Spaanse soldaten ingekwartierd. Hij kreeg al snel genoeg van de feesten, prostituees en gewelddadigheden in zijn huis en vluchtte in 1570 naar Keulen, waar hij in zijn jeugd Rechten had gestudeerd. Hij nam zijn bibliotheek mee samen met de (katholieke) middeleeuwse handschriften van de Mariakerk die hij in zijn beheer had. Deze waren door de boekdrukkunst vrijwel nutteloos geworden en inhoudelijk sloten ze ook niet aan op wat in de Reformatie belangrijk was. Hubert neigde ook naar het protestantisme en deed in 1584 afstand van zijn rechten als kanunnik.

Keulse banden met gerecyclede schutbladen

Uit de collectie van Van Buchell: UBU 109 E 6 met titel op de snede

In Keulen wijdde Hubert zich aan zijn twee grote passies (naast eieren eten): boeken kopen en boeken lezen. In deze periode verkochten drukkers hun uitgaven als losbladige katernen aan boekverkopers. Deze bonden de uitgaven in, in eenvoudige of duurdere banden en een of meerdere uitgaven in een enkele band, afhankelijk van de wensen van de klant. Ook bracht de verkoper schutbladen aan om het titelblad en het achterblad te beschermen. Deze schutbladen waren meestal gemaakt van perkament, gehaald uit overbodig geworden middeleeuwse boeken.

Hubert was natuurlijk een zuinige klant, dus hij liet normaal gesproken meerdere uitgaven inbinden in éen band. En de schutbladen leverde hij zelf aan, want hij had nog een flinke voorraad middeleeuwse handschriften van de Mariakerk liggen waar toch niemand meer iets aan had. En zo komt het dat we een deel van de middeleeuwse bibliotheek van de Mariakerk terugvinden in de Keulse banden van de boeken van Hubert van Buchell.

Uit de collectie van Van Buchell, UBU E fol 45, schut- en titelblad

Gesjoemel met boeken

Al in 1579 had Hubert in zijn testament bepaald dat geen enkel familielid iets van zijn fortuin kreeg. Hij vermaakte alles aan de armen van de parochie van de Utrechtse Jacobikerk, waar toen de hervormde dominee Hubert Duifhuis (1531-1581) predikte. Beide Huberts hadden elkaar waarschijnlijk in Keulen ontmoet. Zijn boekencollectie legateerde Van Buchell aan de bibliotheek van de Jacobikerk. Nadat hij in 1599 was gestorven, wilde het Utrechtse stadbestuur Huberts boekencollectie wel hebben, maar niet in de Jacobikerk.

In 1584 had het protestante stadbestuur de katholieke kloosters gesloten en hun boekencollecties ondergebracht in de nieuwe stadsbibliotheek in de Janskerk. Die collectie was echter de helft zo groot als die van Hubert. Men had geen trek in twee stadbibliotheken, dus werd er aan de executeur van het testament in Keulen gezegd dat de boeken in de Jacobikerk werden geplaatst (als aan die voorwaarde niet werd voldaan, dan had de executeur de boeken moeten verkopen). In werkelijkheid gingen de boeken echter linea recta naar de Janskerk. Ze kwamen zo wel beschikbaar voor de Utrechtse burgers, wat Huberts uitdrukkelijke wens was geweest.

Een intacte privécollectie uit de zestiende eeuw

We mogen het stadsbestuur en zijn medeplichtigen dankbaar zijn dat ze het testament van Van Buchell niet naar de letter, maar wel naar de geest hebben uitgevoerd. Want nu werd de hele boekencollectie van Van Buchell, van bijna duizend banden en 2500 titels, vrijwel intact naar de stadsbibliotheek overgebracht. Met de stichting van de Universiteit Utrecht in 1636 werd de stadbibliotheek ook de universiteitsbibliotheek, en zodoende is de Collectie Van Buchell nu in haar bezit.

Voor de Nederlanden is dit een uitzonderlijk grote privécollectie uit deze periode, en is mede zo bijzonder omdat Hubert boeken kocht om ze te lezen, niet zozeer uit antiquarische motieven. In veel boeken vinden we leessporen, zoals onderstrepingen, annotaties en verbeteringen. Typisch is dat Hubert ook vaak noteerde hoe duur het boek en het inbinden was geweest – informatie die vrij zeldzaam is. Ook zijn keuze wat hij bij elkaar liet inbinden en in welke volgorde zegt iets over hoe hij met boeken en teksten omging, afgezien van wat hij inhoudelijk gezien interessant vond om te kunnen lezen.

De handschriftfragmenten van de Mariakerk

Losse bladen uit Van Buchells boeken gehaald uit een handschrift van de Mariakerk, nu UBU Hs 709

Aan de hand van de ruim over de duizend handschriftfragmenten die in Huberts boeken zijn ingebonden, kunnen we een groot gedeelte van de bibliotheek van de Mariakerk reconstrueren. De Universiteitsbibliotheek Utrecht bezit 45 banden met middeleeuwse manuscripten van deze kerk, een fractie van wat er ooit moet zijn geweest. Enkele daarvan missen secties waarvan we weer bladen tegenkomen als schutblad in de boeken van Van Buchell. Andere handschriften waren door Hubert meegenomen, totaal aan stukken gesneden en verspreid geraakt als schutbladen in tientallen boeken van zijn collectie.

Auteur: Bart Jaski, juni 2020

Schut- en titelblad van UBU H qu 205 uit de collectie van Van Buchell.