'Mahomets Alkoran' van André du Ryer

Een geïllustreerde Koranvertaling uit 1696

Gegraveerde titelpagina Nederlandse vertaling van de Koran door Glazemaker, 1696

Het zal algemeen bekend zijn dat er in de islam een verbod bestaat op het afbeelden van de profeet Mohammed en andere personen die in de Koran worden genoemd. Eigenlijk geldt dit verbod veel ruimer en omvat het alle bezielde wezens. Heel strikt is dit verbod echter nooit gevolgd en er zijn zelfs Perzische en Ottomaanse handschriften bekend waarin Mohammed en andere profeten worden afgebeeld. Ook in vroege gedrukte Westerse vertalingen van de Koran vinden we vaak een titelplaat waarop de profeet wordt afgebeeld. In een enkel bijzonder geval zijn zelfs in de tekst afbeeldingen van Mohammed en zijn geloofsgenoten opgenomen. In de hier gedigitaliseerde (tweede) editie van de Nederlandse Koranvertaling van Jan Hendriksz. Glazemaker, in 1696 in Amsterdam verschenen bij Timotheus ten Hoorn, vinden we zowel een fraaie titelplaat van Jan Lamsvelt en zes koperplaten van de bekende Amsterdamse illustrator Casper Luyken (1672-1708), waarop zij figureren.

De Koranvertaling van Glazemaker

De Nederlandse Koranvertaling van Jan Hendriksz. Glazemaker (1619/20-1682), een Mennoniet die van beroep vertaler was en onder meer ook filosofische werken van René Descartes (1596-1650) en Baruch Spinoza (1632-1677) vertaalde, verscheen voor het eerst in 1657 in Amsterdam bij Jan Rieuwertsz. en werd in 1658 bij dezelfde uitgever herdrukt. Deze vertaling was gebaseerd op de invloedrijke Koranvertaling, L’Alcoran de Mahomet, van de Franse diplomaat-vertaler André Du Ryer (ca. 1598-1672) waarvan de eerste druk in 1647 in Parijs verscheen. Du Ryer was werkzaam geweest als vice-consul in Alexandrië en Caïro (1623 tot 1626) en als vertaler bij een Franse diplomatieke missie naar Istanbul in 1631.

De Koranvertaling (pp. 1-451) in Glazemakers uitgave wordt voorafgegaan door een ‘Voor-Reeden aan den Leser’ (pp. *3r-*4r) en een ‘Kort Begrip van de Godsdienst der Turken’ (pp. *4v-*6v), waarin de belangrijkste regels van de islam worden uiteengezet. Beide gedeeltes zijn rechtstreeks uit Du Ryers uitgave vertaald; twee brieven aan het einde van Du Ryers Franse tekst werden niet vertaald.

De soeranummering

In moderne edities en vertalingen wordt de tekst van de Koran in 114 hoofdstukken (‘soera’s’) verdeeld. Deze zijn niet chronologisch gerangschikt maar, met uitzondering van de eerste soera, ruwweg volgens hun omvang geordend – de langere aan het begin en de kortere aan het einde. Traditioneel worden de soera’s door een naam aangeduid maar het is tegenwoordig gebruikelijk om ze ook van een rangnummer te voorzien. In Du Ryers Franse Koranvertaling zijn de soera’s nog niet genummerd, maar Glazemaker maakt wel gebruik van een soeranummering. Daar deze pas bij ‘soerat al-baqara’ (‘De Koe’, nr. 2 in de huidige telling) aanvangt, zijn er maar 113 genummerde hoofdstukken (‘hoofddelen’).

Korancommentaren

Detail van Nederlandse vertaling van de Koran door Glazemaker

Du Ryer maakte voor zijn Koranvertaling gebruik van enkele toen populaire Korancommentaren, die ook in de marges van de Nederlandse vertaling zijn aangegeven. De belangrijkste waren die van ’Abd Allāh ibn ’Umar ibn Muhammad ibn ’Alī Abu’l-Khayr Nāsir al-Dīn al-Baydāwī (stierf omstreeks 1286) en de Tafsīr al-Jalālayn (‘De Korancommentaar van de Twee Jalāls’) van Jalāl al-Dīn Muhammad ibn Ahmad al-Mahallī (stierf in 1459) en zijn leerling Abu ’l-Fadl ‘Abd al-Rahmān Abī Bakr ibn Muhammad Jalāl al-Dīn al-Khudayrī al-Suyūtī (1445-1505). Deze zijn in de marges als ’Bedaoi’ en ‘Gelaldyn’ aangegeven.

Twee biografieën van de profeet Mohammed

Na de Nederlandse vertaling van Du Ryers Koranvertaling is nog een tweede boek met vier hoofstukken toegevoegd voorzien van een eigen titelpagina en een korte inleiding door Glazemaker. Het eerste stuk, ‘Mahomets Leven getrokken uit de Sarasijnsche Historie van Georgius Elmacinus’ (pp. 465-477), omvat een biografie van de profeet Mohammed door Glazemaker vertaald uit de Historia Saracenica (1625) van de Leidse arabist Thomas Erpenius (1584-1624), een Latijnse vertaling van de wereldgeschiedenis (al-Majmū‘ al-Mubārak) van de Koptische historicus Jirjis ibn al-’Amīd al-Makīn (1205-1273). Deze wordt gevolgd door een tweede biografie, ‘Mahomets Leven uit verscheide Christe Schryvers getrokken’ (pp. 477-506), waarin een veel negatiever beeld van de profeet Mohammed wordt geschetst. Deze biografie is samengesteld uit verschillende christelijke bronnen en was al als ‘De generatione et nutritura Machumet’ toegevoegd bij de Latijnse Koranvertaling van Robert van Ketton uit 1142/43.

De wonderbaarlijke nachtreis van Mohammed

Plaat 1 Nederlandse vertaling van de Koran door Glazemaker

Daarna volgt een stuk getiteld ‘Vertoning, door Mahomet en zijn navolgers verdigt, van een reis, die hy, op het beest Alborach zittende, naar Jerusalem deê, en vandaar ten hemel opklom’ (pp. 506-518) waarin het verhaal van Mohammeds wonderbaarlijke nachtreis naar de ‘verste moskee’ en vandaar naar de hoogste hemelsferen wordt beschreven. De Koran (soera 17:1; 53:1-21 & 81:19-25) verwijst slechts terloops naar deze overlevering maar het werd in latere islamitische geschriften in detail beschreven en ook geïllustreerd.

De dialoog met de jood Abdias

Als laatste toevoeging – al als de ‘Doctrina Machumet, quae apud Saracenos magnae authoritatis est’ aanwezig bij de Latijnse Koranvertaling uit 1142/43 van Robert van Ketton – is de ‘Samenspraak van een Jood met Mahomet, die aan hem rekening van zijn lering geeft’ (pp. 518-547). In dit wijdverbreide werkje, welke naast de Arabische oerversie ook in het Perzisch, Turks, Hindoestaans, Maleis en Javaans als het Boek der Duizend Vragen werd overgeleverd, stelt ’Abdallāh ibn Salām (‘Abdias’), een rabbijn uit Medina (‘Jesrab’), uiteenlopende vragen over de islam aan de profeet Mohammed waarna deze – overtuigd van de waarheid van de gegeven antwoorden – het besluit neemt om zich tot de islam te bekeren.

Mohammed en zijn geloofsgenoten verbeeld

Plaat 2 met biddende man uit Nederlandse vertaling van de Koran door Glazemaker

De koperplaatgravures van Casper Luyken, die aan de 1696-uitgave werden toegevoegd, verbeelden moslims en hun profeet zoals deze in de 17de-eeuwse Nederlandse prentkunst gangbaar was. Enerzijds waren zij interessante handelspartners en belangrijk als bondgenoten tegen Europese mogendheden die de jonge Republiek bedreigden. Anderzijds hadden Ottomaanse legers grote delen van Zuidoost-Europa binnen de islamitische invloedssfeer gebracht en kon de inname van de stad Wenen (in 1683) maar ternauwernood voorkomen worden.

De eerste vier koperplaten (bij pp. 1, 94, 266 en 355) tonen moslims die in gebed zijn verzonken of moslims die een moskee naderen. De laatste twee koperplaten (bij pp. 491 en 496) verwijzen naar anti-islamitische verhalen over de profeet Mohammed, zoals deze in middeleeuws-christelijke bronnen de ronde deden. Volgens deze verhalen zouden de goddelijke openbaringen die Mohammed ontving niets anders dan waanvoorstellingen zijn die door epileptische aanvallen werden opgewekt. Ook zouden de aan Mohammed getoonde wonderen door hem zelf in scène zijn gezet.

Du Ryers Koranvertaling populair in de Lage Landen

Du Ryers Koranvertaling verscheen in Frankrijk slechts in de eerste editie van 1647 en in de herdrukken van 1649 en 1651. In de Lage Landen was de Franse editie veel populairder. De eerste uitgaven verschenen al in 1649 in Amsterdam bij Johannes Janssonius en in hetzelfde jaar ook bij Lodewijk III Elzevier (een herdruk hiervan verscheen in 1672 bij Daniel Elzevier). Een nieuwe uitgave verscheen in 1683 bij Adriaan Moetjens in Den Haag (herdrukt in 1685 en in 1719). In Antwerpen verscheen een uitgave in 1719 bij Jean-François Lucas en, in twee delen, opnieuw in Amsterdam in 1734 bij Pieter Mortier II. De laatste uitgave, ook in twee delen, verscheen in 1770 bij Johann Caspar Arkstée en Henricus Merkus in Amsterdam en in Leipzig (herdrukt in 1775).

Een anonieme Engelse vertaling, toegeschreven aan de Schotse publicist Alexander Ross (ca. 1590-1654), verscheen onder de titel The Alcoran of Mahomet in 1649 en beleefde vele herdrukken. Van de Nederlandse vertaling van Glazemaker verschenen, naast de eerder genoemde uitgaven, nog een aantal vrijwel ongewijzigde herdrukken in Amsterdam (1698), Rotterdam (1698) en in Leiden (1707, 1721 en 1734).

Auteur