Edition 6, 1884: Pieter Roelf Bos, 'Bos’ Schoolatlas der geheele aarde'
In 1884 verscheen al weer de zesde editie van de Bosatlas. Meteen al bij de wereldkaarten zien we dat Bos in zijn ‘rode episode’ verkeert: de kleurstelling is heel anders. Het leidt tot sterkere contrasten, soms bijna onleesbare kaarten met een onheilszwangere kleurstelling. De hoogtetinten zijn nu bruin voor laagland, donkergeel voor heuvelland en bronsgroen voor hoogland.
De nieuwe kaarten van Groot-Brittannië en Spanje zijn prototypes voor de toekomstige overzichtskaarten. Op de kaarten van Nederland staan nu ook stoomtramroutes. Nieuw is een spoorwegkaart van Nederland (1:1,15 miljoen). Hierop zijn de bestaande en ontworpen spoorwegen en stoomtramwegen ingetekend, met de naam van hun maatschappij.
Kaartverschillen met de vijfde editie
[Kaart III] en [IV]
Zeestromingen, bodemgesteldheid en wereldverkeer: Deze kaart heeft nu sterkere contrasten, het lijkt wel een kaart van de menselijke bloedsomloop!
Volken: Door gebruik van witte grenzen is deze kaart duidelijker geworden.
[Kaart V]
Europa natuurkundig: Hier werden de contrasten te groot, de kaart is daardoor slecht leesbaar. Er is sprake van een omkering van de kleuren van de hoogtezones; het laagland waar altijd de meeste informatie voorkomt is nu het donkerste. Er is een nieuwe, derde dieptezone ingevoerd, maar de betreffende grens wordt niet verklaard in de dieptelegenda linksboven op de kaart. Het landgebied beneden zeeniveau is nu zwart gearceerd.
[Kaart VII-VIIa]
Nederland begint nu met een geologische kaart in twee bladen, op de schaal 1:500.000 in plaats van 1:1.150.000, met een meer vergaande differentiatie: de klei wordt in zeeklei en rivierklei verdeeld, het zand in eigenlijke zandgrond, zandverstuivingen, duinen en geestgronden en stranden en banken. De kanalen blijven aangegeven, zodat men die goed met de grondsoorten (en de ontginning) kan correleren. Door de reliëfschrapjes kan men de grondsoorten aan het reliëf relateren. Het hoogveen is samengenomen met het reeds afgegraven hoogveen, zodat we niet meer kunnen zien welk deel nog voor ontginning in aanmerking zou kunnen komen.
[Kaart IX]
Nieuw is een spoorwegkaart van Nederland 1:1.150.000. Op een ondergrond van de provinciekaart worden de bestaande en ontworpen spoorwegen en stoomtramwegen ingetekend, met de naam van hun maatschappij. Er blijkt inmiddels een spoorlijn van Groningen naar Delfzijl gereed te zijn. Wat moet het toen ingewikkeld zijn geweest om te reizen! Moest je van al die verschillende maatschappijen spoorboekjes hebben, als ze al in hetzelfde station aankwamen? De afkortingen van de maatschappijen worden niet verklaard, die waren toen blijkbaar iedereen bekend. De belangrijkste zijn:
- ‘Expl.M.’ of ‘Exploitatie Maatsch.’ = Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (1863-1917/38);
- ‘Gr.Central Belge’ = G.C.B. = Grand Central Belge (1864-1898);
- ‘Holl.Sp’ = Hollandsche [IJzeren] Spoorweg Maatschappij (1837-1917/38);
- ‘Ned Centr.Sp.’ of ‘N.C.Sp’.= Nederlandsche Centraal Spoorweg Maatschappij (1860-1934);
- ‘Ned.Rijn.Spoor’ of ‘N.R.Sp.’ of ‘N.R.S.’ = Nederlandse Rhijnspoorweg Maatschappij (1845-1890);
- ‘Noord brab. Duitsche Sp.’ = Noord-Brabant-Duitsche Spoorweg-Maatschappij (1873-1925);
- ‘Rhein B.‘= Rheinische Eisenbahn Gesellschaft (1836-1880);
[Kaart X-XII]
Op de provinciekaarten is nu een administratieve ondergrondkleur aangebracht, waardoor ze een stuk minder informatief worden. Er zijn nieuwe railverbindingen: de stoomtram van Zeist richting Rhenen is nu klaar tot Leersum, die van Utrecht richting Gorkum tot Vianen, van Bergen op Zoom naar Tholen, van Heerenveen naar Joure. De Betuwe-spoorweg vanuit Elst is nu gereed tot Gorkum (1883). In 1884 kwam de spoorlijn Zaandam-Hoorn gereed.
[Kaart XV]
Op de kaart van Zwitserland loopt er een nieuwe spoorlijn van Gordola langs de oostelijke oever van het Lago Maggiore naar Calende (Sesto Calende).
[Kaart XVIII]
Oostenrijk-Hongarije: De Arlbergbahn is op 21 sept. 1884 geopend; ook de spoorlijn van Padua over Bologna naar Florence en de havenplaats Livorno is nieuw. De spoorlijn Bosanski Brod-Sarajevo kwam in 1882 gereed. De lijn van Banjaloeka (Banja Luka) naar Nowi is nu via Sissek (Sisak) aangesloten op Agram (Zagreb). In Hongarije is de lijn Fünfkichen (Pecs)-Warasdin (Varaždin) doorgetrokken tot Marburg (Maribor). De spoorlijn Stanislau (Ivano-Frankivsk)-Przemysl in Galicië is weer van de kaart verdwenen; blijkbaar was hij van secundair belang. Spoorlijnen in Roemenië, die van belang zijn voor de export van producten uit Zevenburgen via de Zwarte Zeehavens, zijn nu ook op deze kaart opgenomen. Een nieuwe lijn uit Temesvar (Timisoara) naar het zuidoosten geeft via de IJzeren Poort toegang tot het Roemeense spoorwegnet. Bij Tokaj is er een spooraansluiting tussen de lijnen aan weerszijden van de Theiss (Tisza). Met het oog op het verschijnsel ‘eilandkartografie’ is het interessant om te zien dat op deze kaart de spoorverbinding tussen Krakau en Troppau/Olmütz geheel over Oostenrijks grondgebied loopt, terwijl op de kaart van Duitsland die verbinding via het Duitse Ratibor (Raciborz) verloopt. Beide lijnen bestaan; er is alleen door de redacteur een andere keuze gemaakt voor elke kaart.
[Kaart XIX]
In plaats van het oppervlaktediagram staat nu op de kaart van Rusland een bijkaart van de stroomversnellingen in de Dnjepr. Het is moeilijk na te gaan om welk gebied het gaat, ook omdat er geen schaal bij staat. De afstand hemelsbreed van Andrejevka naar Koidaki is 45 kilometer, en Andrejevka kan men op de hoofdkaart terugvinden aan de Dnjepr, aan de spoorlijn van Charkov naar de Krim. De negen stroomversnellingen die er moeten zijn, laten zich maar moeilijk te vinden in de donkere ondergrond. Op deze kaart zijn nu ook allemaal volksstammen of volkeren opgenomen: Lappen, Samojeden, Letten, Litouwen, Syrjeenen, Wotjaken, Permjaken, Basjkiren, Wogolen, Armeniers, Tataren, Kalmukken en Kirghiezen.
[Kaart XX]
Scandinavië: De spoorlijn van Sundsvall naar Trondheim in Noorwegen is nu ingetekend, evenals de verbinding van Sundsvall met Stockholm.
[Kaart XXII]
Groot-Brittannië en Ierland hebben een nieuwe kaart gekregen op een grotere schaal: in plaats van 1:3,7 miljoen nu 1:3,1 miljoen. Er is nu een duidelijke op inwoneraantallen gebaseerde indeling van de plaatsen. In plaats van de nominale indeling in metropolen, grote plaatsen en kleine, zijn er nu getalsmatige grenzen: beneden 5.000, 5.000-20.000, 20.000-50.000, 50.000-100.000 en boven 100.000. Hoewel de schaal later nog vergroot zou worden tot 1:3 miljoen vormt deze kaart toch het prototype van de nieuwe deelkaarten van West-Europa. Daar past ook bij om de coördinaten in de marge van de kaart volgens de nulmeridiaan van Greenwich aan te geven. Voor de namen van meren en rivieren is een nieuw lettertype gekozen, onderkast romein in plaats van het lopende schrift. Er is sprake van een trend geografische namen niet meer te vertalen uit het Engels: Groot kanaal, Konings kanaal, en Ulster k. staan nu als ‘Grand C.’, ‘Royal Canal’ en ‘Ulster Can.’ vermeld. De Reuzendam werd de ‘Giants Causeway’. En de ‘Slieve League’ aan de Ierse westkust staat erop, waar ik persoonlijk goede herinneringen aan heb! De redacteur realiseert zich eindelijk dat het Peak gebergte slechts een onderdeel is van het grotere Penninisch Gebergte (zoals hij zich pas in 1960 zal realiseren dat de Alleghenies in de Verenigde Staten slechts een onderdeel zijn van de Appalachen!). De kanaalsignatuur heeft een kartelrandje gekregen waardoor de herkenbaarheid sterk verbeterd is, ‘Engelsch Nederland’ is nu als ‘Fen district’ aangegeven en de East Anglican Heights zijn eindelijk hun ‘c’ kwijt geraakt: ‘Anglian Heights’! Het Gebergte van Cornwall en het Cheviot Gebergte werden tot ‘Cornish Heights’ en ‘Cheviot Hills’, maar N en S. Foreland zijn ‘N. en Z. Voorland’ geworden!. Er worden op deze grotere schaal ook vestingen onderscheiden, doordat aan plaatsstippen een sterpatroon toegevoegd is, maar erg duidelijk is dat niet: we vinden ze bij Dover, Chatham, Queenstown bij Cork, bij Waterford en Portsmouth en aan de overkant van het kanaal bij Boulogne, Calais en Duinkerken. Alleen de spoorlijnen ontbreken nog op deze kaart: ze hadden best in plaats van de kanalen mogen komen omdat de rol daarvan toch uitgespeeld raakt.
[Kaart XXIII]
Ook Spanje heeft een nieuwe kaart op grotere schaal (van 1:3,8 miljoen naar 1:3,2 miljoen). De spoorlijnen zijn hier wel aan de hoofdkaart toegevoegd en de plaatsen zijn qua grootte in dezelfde klassen ingedeeld als op de kaart van Groot-Brittannië. Ook hier zijn provinciehoofdsteden nu onderstreept en zijn vestingen aangegeven: bij Elvas en Badajos tegenover elkaar, bij Ciudad Rodrigo, Algeciras, Ceuta, Cadiz, Cartagena, Tortosa, Lerida, Jaca, Seo de Urgel, Benasque, San Sebastian, Vigo en Ferrol, en in Frankrijk bij Perpignan, Bayonne. Vestingen werden in de Stieler atlas met een speciaal symbool aangegeven, dat hier overgenomen is. De spoorlijnen hebben een enkel lijnsymbool in plaats van het dubbelgekartelde symbool dat tot nu toe op geografische overzichtskaarten gebruikt werd en het geblokte symbool dat op Nederlandse provinciekaarten werd toegepast. De kanalen, die op de vorige kaart van Spanje een enkel lijnsymbool hadden, krijgen nu een enkelvoudig gekarteld lijnsymbool. De Despeñaperros is een hele steile kloof door de Sierra Morena die een toegang tot Andalusië vormt.
Er is inmiddels een directe spoorverbinding van Madrid met Lissabon. Vanuit Leon is men bezig een lijn naar het noorden aan te leggen door het Cantabrisch gebergte naar Oviedo en Gijon, en Leon is nu ook met Vigo en La Coruña verbonden. Vanaf Porto is er een lijn richting Spanje (Zamora) langs de Taag in aanleg. Het kanaal van Castilië is in 1850 opgeleverd en was bedoeld om de graanexport van Castilië via de noordelijke zeehavens mogelijk te maken. Toen in 1860 de eerste treinverbinding gerealiseerd werd, hield het kanaal alleen nog betekenis voor de bevloeiing. Bij Segovia is er op deze grotere schaal nu plaats voor La Granja, het lustslot van de Spaanse koningen. De benaming ‘Iberisch bronnenland’ – omdat alle belangrijke rivieren van het schiereiland er ontspringen – is wat we nu het ‘Iberisch Randgebergte’ noemen. Bij Murcia in de delta van de Segura zijn zoutpannen aangegeven.
Er is een nieuw bijkaartje op deze kaart van Spanje opgenomen: de Straat van Gibraltar op de schaal 1:1,1 miljoen, waarop te zien is dat de rots van Gibraltar 425 meter hoog is. Tarifa is via Cadiz aangesloten op het Spaanse spoorwegnet, wat niet uit de hoofdkaart blijkt.
[Kaart XXIV]
Italië: Bij het in de derde editie toegevoegde ‘L. de Fucino’ ten zuidoosten van Rome staat nu vermeld dat het is drooggelegd; het was echter al droog op het moment dat het opgenomen werd. Inmiddels is het in een vruchtbaar landbouwgebied veranderd. Op de spoorwegbijkaart gaat de spoorlijn in het Rhônedal inmiddels tot Brig, dat is verder dan Visp. Op de hoofdkaart is de spoorlijn Salerno-Metaponto toegevoegd, en die van Pescara over l’Aquila naar Terni.
[Kaart XXV]
Balkan-Schiereiland: de spoorlijn van (Bosanski) Brod naar Sarajevo, die op kaart XVIII al is ingetekend had ook hier aangegeven moeten worden.
[Kaart XXVI]
Azië natuurkundig: Het hier bij Spitsbergen aangegeven grote Koning Karelsland bestaat in feite slechts uit drie kleine eilandjes. Het is in 1870 genoemd naar koning Karl I van Württemberg.
[Kaart XXVII]
Poelau Dinding was vanaf 1874 deel van de Straits Settlements, de Britse kolonie in Malakka, samen met Penang, Province Wellesley, Malakka en Singapore. Bhoetan heeft geen afwijkende kleur meer, wat zou suggereren dat het een directe kolonie van Engeland was. Dat is niet correct, het had tenminste de status van vazalstaat. Kesjo in Annam, ofwel de hoofdstad van Tonkin, is herdoopt in Hanoi. Dicht erbij ligt de plaats Bacninh (Bac Ninh), de plaats waar koloniale Franse troepen in 1884 een beslissende veldslag wonnen waardoor ze Annam (Vietnam) onder controle kregen.
[Kaart XXVIII] en [XXIX]
De kaart van Nederlands Oost-Indië heeft nu een verklaring van de dieptetinten: de grens ertussen ligt bij 200 meter diepte; elders in de atlas zijn zeedieptes nog in vademen aangegeven!
Op Java is de tekening van de Krakatau archipel aangepast. Na de vernietigende uitbarsting van 1883 waren de eilandjes deels verwoest, de plaatsen Anjer (Anyer) en Tjiringin (Ciringin) waren weggevaagd door een tsunami, die zelfs de istmus van de landtong van het Javahoofd overspoelde. De nu ook aangegeven eilandjes Calmeijer en Steers hebben maar korte tijd bestaan, ze waren bij de uitbarsting omhoog gekomen en binnen twee jaar door de golven weer weg geërodeerd.
[Kaart XXX]
Afrika: Bij Transvaal staat niet meer aangegeven dat het onder Britse suzereiniteit valt; op 27 februari 1884 werd dat bij de Conventie van Londen overeengekomen. De Oranje Vrijstaat heeft ten onrechte een kleine gebiedsuitbreiding over de Vaal gekregen bij de plaats Bloemhof, maar dit hoort bij Transvaal. In Algiers is de plaats Constantine met een nieuwe spoorlijn met Belma verbonden, dat in 1884 ook een spooraansluiting met de plaats Tunis verkreeg.
[Kaart XXXI]
Op de natuurkundige kaart van Noord-Amerika is de zeediepte nu gedifferentieerd: drie dieptetinten met als grenzen 0, 1.000 en 3.000 vademen (1 vadem = 1,83m, dus 0,1830 en 5.490 meter). Ten oosten van Newfoundland is de naam ‘Vlaamsche kap.’ ingetekend. Het is de naam van een op de kaart op een hoofddeksel lijkende ondiepe bank ten oosten van de Newfoundland Bank. Bos gebruikt steeds het weinig gebruikelijke Nederlandse woord ‘invaart’ voor het Engelse ‘inlet’. Op de bijkaart van de Mississippi delta is een quarantaine station ingetekend: dat was vooral tegen de in die periode in West-Indië endemische gele koorts.
[Kaart XXXII]
Op de kaart Noord-Amerika staatkundig is in Mexico de spoorlijn opgenomen tussen de Caribische havenplaats Veracruz en de stad Mexico, doorlopend tot Guanajuato. Het traject tot de stad Mexico was al in 1873 gereed. In 1884 kwam de lijn van de stad Mexico naar Ciudad Juarez – op de kaart aangegeven als El Paso del Norte – aan de grens met de VS gereed. Die spoorlijn is niet ingetekend op de volgende kaart, Middel-Amerika. In 1873 kwam in Costa Rica de spoorlijn San José-Puerto Limon gereed.
[Kaart XXXIII]
Republiek Amerika: Hierop staan nu voor het eerst ook andere spoorlijnen dan de transcontinentale Central Pacific/Union Pacific Railroad van New York naar San Francisco: de Southern Pacific van Savannah naar Los Angeles, de in aanbouw zijnde Northern Pacific van Olympia aan de Puget Sound in het westen naar Duluth aan het Bovenmeer, de Atlantic Pacific van Philadelphia en Pittsburgh naar Santa Fe en verder. Daarnaast zien we ook op de kaart de streepjeslijnen die de bouw van de Canadian Pacific Railroad naar New Westminster, dichtbij het huidige Vancouver, tonen. Het deel van de lijn van Fort William aan het Bovenmeer naar Manitoba was al gereed, evenals het deel van Pembroke naar Quebec. Aan de voet van de Rocky Mountains is in de Verenigde Staten de spoorlijn van Sherman naar Denver en Santa Fe aangelegd. Aan de rivier de Colorado is de stad Arizona City opgenomen, aan de nieuwe spoorweg. De belangrijkste spoorlijnen zijn nu ook op de hoofdkaart ingetekend, zoals de Northern Pacific R.R. (in aanbouw) en de Southern Pacific R.R., de Canadian Pacific R.R. (in aanbouw) en de Tejas Pacific R.R. Het ook op de kaart opgenomen Wilmington was de havenstad voor Los Angeles, in 1910 zou het in die stad opgaan. Arizona City aan spoorlijn en Colorado; Ft. William aan Bovenmeer (CanPac).
[Kaart XXXIV]
Ook op de kaart van Zuid-Amerika natuurkundig zijn nu drie dieptezones in de zee onderscheiden, met grenzen in vademen.
[Kaart XXXV]
Op de kaart Zuid-Amerika staatkundig is te zien dat de grens tussen Colombia, Venezuela en Ecuador veranderd is, waardoor het eerste land nu een deel van de bovenloop van de, nieuw ingetekende, Rio Negro beheerst en ook aan de Casiquiare grenst. Westelijk van het meer van Maracaibo is de grens Venezuela-Colombia gewijzigd. Bolivia kreeg een deel van de Peruaanse Chaco erbij. In het zuiden van Brazilië is de plaats Blumenau ingetekend, waar veel Duitse kolonisten waren neergestreken. Chili heeft nu ook de zuidelijke provincie van Peru bezet in de Atacama-woestijn. Peru heeft zijn grens met Ecuador noordwaarts verlegd.
Op dit kaartblad is nu ook een kaartje van Curaçao opgenomen. In het Tijdschrift van het Aardrijkskundig Genootschap van 1882 was daar een kaart van opgenomen, en die heeft Bos als bron gebruikt. Behalve de ‘Piscatores baai’ (Piscadores baai) zijn alle plaatsnamen namelijk op dezelfde manier geschreven, met de uitzondering ‘Faikbaai’ – dat was moeilijk te lezen op de bron; men bedoelde Fuik baai. In de 17de druk is dat verbeterd. Ook de afkorting ‘Z’ voor Zoutpannen nam Bos van deze bron over. Alleen staat een verkeerde schaal bij de kaart aangegeven: er staat 1:100.000; dit moet 1:1 miljoen zijn.
[Kaart XXXVI]
Op de kaart van Australië staat een verklarende legenda voor wassende breedtes en zijn nu ook drie zeedieptes onderscheiden, wat een dramatisch donker beeld oplevert. Er zijn onderzeese telegraafkabels aan de kaart toegevoegd. Banjoewangi op het oosteinde van Java staat erop omdat daar de kabel naar Australië weer de zee induikt, en Nelson op Nieuw-Zeeland waar hij weer opduikt. Op de kaart zijn twee bijkaartjes opgenomen, als voorbeeld van koraalatollen, Otdia en Natoepe. Het laatste ligt dicht bij Pitcairn in de Archipel der Lage Eilanden (Tuamotu), het eerste is een van de Marshall eilanden, dat nu Wotje atol heet. Rurik Strait, Goat Island, Bird Island, Wodmej (Ormed), Wotje (Otdia), Egmejo (Egmedio), Lagediak Pass en Shishmarev Strait zijn de huidige namen. Natoepe heet nu Reao.
[Kaart XXXVII]
Op een paar kilometer na zijn Christchurch en Invercargill op het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland nu per spoor met elkaar verbonden. Op het Noordereiland ziet men het begin van een spoornetwerk: vanuit New Plymouth, Wellington en Auckland beginnen lijnen in elkaars richting. In Australië werd in 1884 de spoorlijn Port-Augusta-Farina verlengd tot Marree.