Edition 28, 1923: Berend Albertus Kwast, 'Bos-Niermeyer Schoolatlas der geheele aarde'
Met het verschijnen van de 28ste editie van de Bosatlas doet een nieuwe redacteur van zich spreken: Berend Albertus Kwast, aardrijkskundeleraar uit Groningen. Hij begint af te wijken van Niermeyers uitgangspunt om de Nederlandse plaatsnamen te spellen zoals je ze uitspreekt. Zo meldt Kwast: ‘Op de kaarten van Nederland werd de spelling der namen veelal in overeenstemming gebracht met de schrijfwijze in de "Statistiek van Nederland" (no. 342, volkstelling van 31 december 1920)’: ‘Bokstel’ werd ‘Boxtel’, plaatsen eindigend op ‘loo’ krijgen op de overzichtskaart een enkele ‘o’, ‘Grind’ is ‘Griend’ geworden. Op de provinciekaarten is die spellingswijziging echter nog niet toegepast, zodat we voor dezelfde plaatsen in deze editie verschillende spellingen kunnen zien.
De atlas geeft een veel duidelijker beeld van de Nederlandse scheepvaart. De weergave van de infrastructuur van Nederland is uitgebreid door het karteren van douane- en reddingsstations, en het relatieve belang van de vele nationale spoorwegroutes is nu af te lezen aan het feit of ze dubbel- of enkelsporig zijn.
Kaartverschillen met de 27ste editie
[Kaart 1]
Aan de Noordpoolkaart zijn Kaap Columbia en Kaap Barrow toegevoegd. Midden in het niet-witte, dus bekende gebied is opeens het Keizer Nicolaas II land ingetekend; zo bekend was dit gebied dus nog niet.
[Kaart 2]
Koloniën en wereldverkeer: De nationale scheepvaartlijnen zijn duidelijker en volledig aangebracht; de opzet is ook veranderd doordat niet meer de duur van de route in dagen wordt vermeld maar een cijfercode die naar de maatschappij verwijst in de scheepvaartmaatschappijenlijst. In die lijst worden de routes ingedeeld naar frequentie: afvaart om de twee, drie of vier weken. Het aangeven van de kortste zeeweg rond de aarde is blijkbaar niet meer relevant. Het aangeven van de duur van de routes is ook gestaakt. Op deze kaart werd ook de datumgrens getekend. IJsland wordt niet meer als Deens aangegeven. Het zit nog wel in een personele unie met de Deense kroon.
[Kaart 5]
Europa staatkundig: De Britse en Franse mandaatgebieden aan de Middellandse Zee hebben nu een naam gekregen op de kaart: Palestina en Syrië. Mesopotamië heet onder Brits beheer Irak. Ondanks de afspraken tussen Rusland en Turkije staat de staat Armenië nog apart als onafhankelijk in ruime grenzen op de kaart aangegeven. Turkije heeft Thracië tot de Maritsa weer ingenomen evenals het gebied bij Smyrna. Wilna en omgeving werden bij Polen getrokken, Memel staat nog als een vrijstaat onder de Volkerenbond op de kaart. IJsland is onafhankelijk, in een personele unie met Denemarken.
[Kaart 12]
Nederland overzichtskaart: Kwast zegt: ‘De overzichtskaart van Nederland (12) werd geheel vernieuwd en aangevuld met onze bootlijnen, telegraaf- en telefoonkabels naar Engeland, stations voor het reddingswezen en de aanduiding onzer douanenstations.’ In de legenda is verder de dieptelijn van tien meter diepte aangegeven, waardoor de zeegaten bij de Waddeneilanden en de Zeeuwse eilanden beter uitkomen. Spoorwegen zijn gedifferentieerd naar dubbelspoor en enkelspoor en spoorwegen in aanleg. Bovendien zijn reddingsmiddelen (reddingsboten en dergelijke.) en kustlichten (vuurtorens) aangegeven. Het wordt zo een hele drukte aan de kust! Er liggen nu ook lichtschepen in de Vliestroom en in de Wielingen. Het spoortraject naar Amstenrade is weggehaald, er worden nieuwe spoorlijntrajecten geprojecteerd westelijk van Nijmegen en tussen Weert en Thorn. Nederlandse douanestations zijn: Nieuweschans, Coevorden, Oldenzaal, Enschede, Winterswijk, Babberich, Zevenaar, Nijmegen, Groesbeek, Gennep, Vlodrop, Kerkrade, Simpelveld, Eijsden, Maastricht, Budel, Valkenswaard, Baarle-Nassau, Roosendaal, Hulst en Sas van Gent.
Met betrekking tot de plaatsnaamspelling meldt Kwast: ‘Op de kaarten van Nederland werd de spelling der namen veelal in overeenstemming gebracht met de schrijfwijze in de "Statistiek van Nederland" (no. 342, volkstelling van 31 december 1920)’: ‘Bokstel’ werd ‘Boxtel’, plaatsen eindigend op ‘loo’ krijgen op de overzichtskaart een enkele ‘o’, ‘Grind’ is ‘Griend’ geworden. Op de provinciekaarten is die spellingswijziging echter nog niet toegepast, zodat we voor dezelfde plaatsen in deze editie verschillende spellingen kunnen zien.
[Kaart 13-16]
Provinciekaarten: Hier is de spellingwijziging nog niet doorgevoerd: ‘Almeloo’, ‘Hengeloo’, ‘Mierloo’. Op de kaarten van Zuid-Holland en Noord-Brabant staan veerverbindingen van zowel de oude als nieuwe veerhaven in Numansdorp aangegeven, met een stippellijn. Op de kaart van Zeeland alleen vanuit de nieuwe veerhaven, en met een streepjeslijnsignatuur, conform de legenda.
[Kaart 18]
Op de natuurkundige kaart van Duitsland zijn nu ook grenzen met rode lijnen ingetekend – alleen van Duitsland, grenzen tussen niet-Duitse staten (zoals tussen Danzig en Polen) zijn alleen met een zwart streep-punt-streeplijntje aangeduid. Op zowel deze natuurkundige kaart van Duitsland als op de staatkundige zijn de Duitse namen in Elzas-Lotharingen nog op zijn Duits geschreven: ‘Diedenhofen’, ‘Zabern’, ‘Saarburg’, ‘Saargemünd’.
[Kaart 20]
Kwast: ‘De taalgrens in België is slechts in kleinigheden gewijzigd.’
[Kaart 23]
Donau-landen: De kaart is opnieuw getekend op een kleinere schaal (1:4 miljoen) zodat het vergrote Roemenië erop past maar ook heel Joegoslavië en Bulgarije. Het etnografische kaartje van de Donaulanden is naar de linkerbenedenhoek van de hoofdkaart verhuisd, zodat Constantinopel kon worden getoond. Er is nu een grens tussen de Oekraïne en Polen ingetekend. Joegoslavië en Bulgarije hebben nog een aantal Turkse gebergtenamen, die met het vertrek van de Turken in 1913 door Slavische namen vervangen moeten worden: ‘Sar Dagh’, ‘Kara Dagh’, ‘Perim Dagh’, ‘Rito Dagh’ en ‘Despoto Dagh’. Pas in de 36ste druk vinden we de nieuwe namen. In Tsjechoslowakije doet de naam Hongaars Ertsgebergte vreemd aan.
De nieuwe staat Joegoslavië wordt met spoorlijnen aaneengesmeed: Niš in het zuiden van Joegoslavië is nu met de Donau verbonden per spoor (Negotin), er zijn spoorlijnen in aanbouw van Belgrado naar Sarajevo via Višegrad en via Zvojnik naar Dolnja Tuzla.
[Kaart 24]
Oost-Europa: Hoewel Wilna op de staatkundige Europakaart al bij Polen hoort is de status van die stad op deze Oost-Europakaart nog onbeslist. De Oekraïne is nog als onafhankelijk gekarteerd, zonder dat een hoofdstad is vermeld. De Griekse bezetting van Smyrna en omgeving is hier nog niet ongedaan gemaakt.
[Kaart 29]
Het eiland Imbros in de Egeïsche zee vlakbij de Dardanellen werd in 1923 aan Turkije toegekend.
[Kaart 31]
Azië staatkundig: Egypte heeft een deel van zijn Rode Zeekust aan Soedan afgestaan. De grens tussen Italiaans Libië en Egypte is rechtgetrokken. Wilna is Pools geworden en Thracië Turks, De Bagdadbaan is doorgetrokken tot Basra. Het noorden van Sachalin heeft gedeeltelijk de Russische kleur teruggekregen. Kwast zegt hierover: ‘Sachalin werd de half-Russische kleur hergeven (met Japanschen rand), wijl de onderhandelingen van Japan met de sovjet-regeering op niets zijn uitgeloopen, Japan dit deel daarom echter nog steeds bezet houdt.’ Hoewel het Britse mandaatgebied aan de Middellandse Zee als geheel Palestina heet, staan aan de oostzijde van de Jordaan de letters ‘TJ’, dat wil zeggen Trans-Jordanië. De plaatsnaam ‘Ikaba’ is weer hersteld in ‘Akaba’ , dat was misspeld vanaf de dertiende druk van 1897.
In Centraal Azië was na de Oktoberrevolutie in Rusland een Sovjetrepubliek Turkestan ontstaan, waarvan zich in 1920 de noordhelft afsplitste onder de verwarrende naam Kirgiezenrepubliek; voor de Russen waren wat wij Kazachen noemen Kirgiezen, en wat wij Kirgiezen noemen Karakirgiezen. Tsjita was van 1920-1922 de hoofdstad van een Verre Oostelijke Sovjetrepubliek, met provincies Transbaikalië, Amoer en Kamtsjatka.
[Kaart 32]
In Assir, een landschap aan de oostkust van de Rode Zee, staat nog de term ‘principaat’ in plaats van ‘vorstendom’. Het sultanaat Koeweit is, gezien de kleur, een Brits protectoraat geworden. De grens tussen Mongolië en de rest van China heeft een groene bies gekregen, die er op duidt dat Mongolië onder Russische invloed is gekomen. In 1921 was de onafhankelijke staat Tannu Tuva gesticht in het noordwesten van Mongolië, maar dat is nog niet gekarteerd.
[Kaart 33]
Voor de noordoostkust van Borneo zijn de eilanden Boenjoe en Tarakan weer benoemd. Op Tarakan was olie gevonden. Er zijn enkele dieptecijfers geplaatst en telegraaflijnen aangebracht. Namen als Siboga-rug en Soenda-trog zijn toegevoegd.
[Kaart 36]
Er is tussen Siboga en Padang Sidempoean een spoorlijn aangelegd.
[Kaart 39]
Kwast zegt: ‘Op blad 39 (Afrika, staatkundig) werden de thans geldende staatkundige toestanden voorgesteld en de desbetreffende kleuren in dien geest gewijzigd.’ Dat betekent onder andere dat de aparte kleuren voor mandaatgebieden niet meer worden gebruikt en dat de status van mandaatgebied alleen middels teksten in het betreffende gebied wordt aangegeven. Moschi (Moshi) in Tanganyika lijkt nu ook per spoor met Mombasa in Kenia verbonden. De spoorlijn van Dakar in Senegal landinwaarts, is nu verbonden met de reeds langs de Niger liggende lijn; daarmee is een verbinding gecreëerd tussen Dakar, Bammako en Sansandig.
[Kaart 46]
Kwast geeft de betwiste gebieden van Suriname weer aan Engeland en Frankrijk. De op deze kaart gekarteerde terreinen uitgegeven voor de landbouw, rond Paramaribo en Nieuw Nickerie, zijn veel omvangrijker dan de feitelijke plantages die de vorige editie toonde.