Edition 13, 1897: Pieter Roelf Bos, 'Bos’ Schoolatlas der geheele aarde'
Een jaar na de twaalfde editie verscheen in 1897 weer een nieuwe uitgave van de Bosatlas. In deze dertiende editie zijn de provinciekaarten van Nederland opnieuw getekend. Hierbij werd de schaal aangepast (van 1:500.000 naar 1:400.000) en kreeg de ondergrond de grondsoorten weer terug. De bebouwing is geweldig gedetailleerd aangegeven, waardoor gebruikers ook een idee van de nederzettingsvormen konden krijgen. Die uitvoering van de provinciekaarten zou tot in de jaren zeventig van de 20ste eeuw zo blijven. De zorg voor een juiste spelling leidde tot een nieuwe spelling van de plaatsnamen in Nederlands-Indië …
In het ‘Bericht voor den dertienden druk’ lezen we over de veranderingen het volgende: ‘Als de meest in het oog vallende verbeteringen, die deze nieuwe druk heeft ondergaan, mogen zeker worden genoemd de vier nieuwe bladen voor eene kaart van Nederland (1:400.000), welke de drie bladen, waarop Nederland (1:500 000) -was geteekend in de twaalfde uitgave, vervangen; verder eene nieuwe kaart van Rusland, twee nieuwe kaarten van Afrika en nieuwe kaarten van Borneo en Celebes. De kaarten van Azië zijn herzien en voor de spelling der namen in Nederlandsch Oost-Indië is de woordenlijst gevolgd, samengesteld door eene Commissie vanwege het Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap.’
Kaartverschillen met de twaalfde editie
[Kaart I]
De reisroute van Robert MacClure door de Noordwestelijke Doorvaart (1850-1853) langs de noordkust van Canada is gedeeltelijk als streepjeslijn gekarteerd: dat deel werd per slee afgelegd.
[Kaart V]
Europa staatkundig: De spoorlijn van Samara naar Oefa (Ufa) en Koergan (Kurgan) (Trans-Siberische spoorlijn) is inmiddels al Koergan voorbij.
[Kaart X]
Hoogtekaart Nederland: De hoogte van de Vaalserberg op deze kaart is gecorrigeerd van 320 naar 322 meter.
[Kaart XI]
Nederland Overzichtskaart: Sittard is nu per spoor met Heerlen en het Duitse Herzogenrath verbonden. De verbinding van die lijn met Kerkrade en Simpelveld (het ‘Miljoenenlijntje’) zal pas in 1934 gereed zijn.
[Kaart XII-XIVa]
Provinciekaarten: De schaal is vergroot van 1:500.000 naar 1:400.000. Er is nieuwe reliëftekening aangebracht, ook voor het op de kaarten afgebeelde buitenland, en dat is vooral goed te zien bij de duinen. De hydrografie van de zeegaten is vernieuwd, hetgeen allemaal nieuwe banken en geulen oplevert. De legenda vinden we pas op het blad Zeeland, die van de grondsoorten bij de eerdere overzichtskaart op blad VIII. Het is niet altijd makkelijk alle signaturen uit elkaar te houden: dijken zijn eenzijdig getand, tramwegen tweezijdig, en overlaten tweezijdig verspringend.
De symbolen voor sluizen zijn verder gedifferentieerd in keersluizen, schutsluizen en stuwen. Het centrum van plaatsen met verspreide bebouwing is met een cirkeltje aangegeven, en die verspreide bebouwing is ook met zwarte blokjes gekarakteriseerd, zodat terpdorpen (Warffum), dijkdorpen (Lekkerkerk), laagveenontginningsdorpen (Vinkeveen, Oostzaan), veenkoloniale dorpen (Stadskanaal) en esdorpen (Rolde) te onderscheiden zijn. Het symbool voor fort is nu ook in de legenda opgenomen. We hebben ze bij Den Helder, langs de Vecht, een zevental bij Utrecht, bij Pampus, bij Gorkum en het Fort St. Andries waar Maas en Waal samenkomen. Doordat de bebouwing van de grote steden nu in rood is aangegeven is hun groei goed te zien bij vergelijking met de vorige editie: Amsterdam groeide bijvoorbeeld langs Amstel en Vondelpark. De ontginning van de hoogvenen is prachtig te zien aan de veenkanalen die allemaal lijken te zijn weergegeven. Droogmakerijen worden duidelijk onderscheiden omdat ze een donkerder raster hebben.
Noord-Holland heeft nieuwe tramwegen van Beverwijk naar Alkmaar en van Amsterdam naar De Rijp. Van de tram van Alkmaar naar Enkhuizen is nu alleen nog het deel Hoorn-Enkhuizen in gebruik.
De nieuwe dijken bij de Verlegde Maas zijn ingetekend. In Utrecht is de tram naar Vreeswijk erbij gekomen. Tussen Lage Vuursche en de rivier de Eem is de Praamgracht opgenomen, in de 14de eeuw gegraven voor het vervoer van veen uit Lage Vuursche. In Friesland is de trambaan van Dokkum naar Bergum verlengd tot Drachten, zodat die aansluit op de lijn Drachten-Heerenveen-Sneek-Bolsward-Harlingen. In Groningen is de stad nu ook via een tram verbonden met Eelde en Paterswolde.
In de Achterhoek is ook de plaats Rekken opgenomen. Bij Heerewaarden en Baardwijk in Noord-Brabant zijn overlaat-signaturen te zien. In Noord-Brabant doet Bergeik zijn intrede.
Herkenbosch bij Roermond is als Berkenbosch op de kaart gezet. Dat wordt weer hersteld in een latere editie. Van Maastricht loopt een trambaan naar het zuidwesten, naar Glons oostelijk van Tongeren. De verbindingsdam naar Ameland is stukgeslagen en wordt niet meer gerepareerd; blijkbaar had het doel, landaanwinning op de Wadden, niet gewerkt. De kaart van de grote rivieren in Brabant en Zuid-Holland is uit de atlas verdwenen.
[Kaart XVI]
Duitsland natuurkundig: Behalve de nu nog gebruikelijke exoniemen Aken, Berlijn, Eems, Keulen en Straatsburg, en omschrijvingen als Oostfriesche Waddeneilanden, Noordfriesche Waddeneilanden, Noordduitsche laagvlakte, Pruisische meervlakte, Bovenrijnsche laagvlakte en Oost-Friesland, waren – afgezien van allerlei kanalen, bochten, wouden en gebergtes – toen ook de volgende exoniemen nog in gebruik: Brunswijk, Darmstad, Dusseldorp, Emmerik, Frankfort (2x), Hoog-Elten, IJselburg, Kleef, Lubeck, Maagdeburg, Munsterland, Sleeswijk, Straalsond, Zwarte Elster en Wezel. Het Noord-Oostzeekanaal is herdoopt in het Keizer Wilhelmkanaal.
[Kaart XVIII]
Op de kaart van België is aan Kortrijk de naam Courtray toegevoegd, en aan Luik de naam Liège.
[Kaart XX]
Op het blad Oostenrijk-Hongarije is de spoorlijn, die Mostar in Herzegowina al sinds 1886 met de kust (Metkovic) verbindt, aangegeven. Hij werd later van smalspoor naar normaalspoor verbreed. Klausenburg (Cluj) is per spoor verbonden met Nagy-Karoly ten oosten van Debrecen. In Roemenië zijn Foksjani en Plojesti nu direct verbonden.
[Kaart XXI]
De kaart van Rusland is opnieuw getekend op dezelfde schaal. De bijkaart van de stroomversnellingen in de Dnjepr is vervallen; ervoor in de plaats staat nog wel langs de Dnjepr de naam ‘porogen’ (stroomversnellingen) opgenomen. Door het verplaatsen van het legendablokje is de relatie met de Trans-Kaspische spoorweg nu beter te zien. Perm aan de rivier de Kama is nu ook met de noordelijker aan die rivier gelegen zoutmijnstad Dedjoechin (Berezniki) verbonden.
Bij St. Petersburg zijn Tsarskoje Selo – evenals Peterhof een buitenverblijf van de Tsaren, vanwaar veel telegrammen werden verstuurd – en Schlüsselburg, een vestingstad die de uitgang van het Ladogameer naar de Newa beheerste, opgenomen. Ook Pulkowo is toegevoegd. Het was de plaats van de belangrijkste Russische sterrenwacht, een Russisch Greenwich dus. De nulmeridiaan, die op alle Russische kaarten gebruikt werd, was die van Pulkowo, 30° 19’ 6’’ oostelijk van Greenwich. De spoorlijn naar Wladikawkas (Vladikavkaz) loopt nu door naar Petrovsk aan de Kaspische Zee, vanwaar een stoombootverbinding naar Oesoen Ada en de Trans-Kaspische spoorweg loopt. Bovendien is Novorossijsk aan de Zwarte Zee ook met de lijn naar Wladikawkas verbonden. Vanuit Wladimirowka aan een parallelstroom van de Wolga gaat er een spoorlijntje naar ‘Gr. Bogdo Ola’, een bergtop van 176 meter die in deze boomloze vlakte met zoutafzettingen een boeddhistisch heiligdom van de Kalmukken was. Het Baskoentsjak (Baskunčak) meer naast die berg is een zoutmeer; de productie van zout bij dat meer voorziet nu nog in tachtig procent van de Russische zoutbehoeften (Wikipedia, 2015). De antieke naam Taurië is door de Russen in de 19de eeuw weer ingevoerd voor de Krim omdat die laatste term te veel aan de Krimtataren, de vorige bezitters, deed denken.
[Kaart XXIII]
Groot-Brittannië: De waarde van de dieptelijnen wordt nu benoemd.
[Kaart XXVI]
Balkan: De spoorlijn van Mostar naar Metkovic in Dalmatië , die wel op de kaart Oostenrijk-Hongarije stond, is hier niet aangegeven. De twee spoorlijnen, die van de westkust van Turkije het binnenland ingaan, lopen niet beide naar een Alasjer of Alasjehir geheten plaats; de meest zuidelijke loopt naar een plaats die Denisji heet in plaats van Alasje(hi)r.
[Kaart XXVII]
Azië natuurkundig: In de Danakildepressie in Somalië is nu ook een klein gebiedje als liggende beneden zeeniveau aangegeven. Het Hamoen i Sawaran, een zoutmeer op de grens van Perzië en Afghanistan, is bijna helemaal opgedroogd.
[Kaart XXVIII]
Azië staatkundig: Thailand is het gebied oostelijk van de Mekong kwijt aan Frankrijk. De Russen zijn nog verder vooruitgeschoven in Pamir. In 1893 hebben Britten en Afghanen hun gemeenschappelijke grens, de Durand-lijn, afgebakend en daarbij is een smalle strip Afghaans land, de Wakhan-corridor, in het oosten grenzend aan China, als buffer tussen de Britse en Russische bezittingen in gebleven. De zuidgrens van Afghanistan is bij die afbakening een flink stuk zuidwaarts verlegd, ten koste van Beloetsjistan. Ten noordoosten van Beloetjistan is ook een Brits gebied gedemarceerd, waarschijnlijk de aanzet tot de latere Northwest Frontier province. In Siberië is sedert de vorige editie enorme voortuitgang geboekt bij de bouw van de Trans-Siberische spoorlijn: In de vorige editie was hij nog niet veel verder dan Slatoust (Zlatoust), en nu heeft hij via Omsk, Tomsk en Krasnojarsk Irkoetsk bereikt. De rivier de Ob wordt gekruist met een brug aangelegd dertig kilometer ten zuiden van Kolywan, en de plaats die daarbij ontstond kreeg de naam Novonikolajevsk.
[Kaart XXX]
Op de kaart Voor- en Achter-Indië en China heeft Thailand twee verschillende kleuren; het dal van de Menam, kerngebied van het land – Groot-Brittannië en Frankrijk waren uit op een bufferstaat van dit formaat – en een aantal buitengebieden ten westen, oosten en zuiden daarvan. In Birma kregen de Shan-staten de roze Britse arcering geldig voor protectoraten of vazalstaten. In Beloetsjistan is de spoorlijn van Quetta naar Kandahar ingetekend. Er waren inderdaad Britse plannen deze aan te leggen, uit angst voor de Russen die een spoorlijn tot Merv hadden aangelegd, maar er is uiteindelijk niets van gekomen. De lijn gaat van Quetta niet verder dan Chaman aan de Afghaanse grens. In de vlakte van de Ganges is de naam van de Noordwest Provincies toegevoegd, één van de direct door de Britten bestuurde gebieden. In Siam is een spoorlijn van Bangkok naar Korat gebouwd.
Sedert 1895 is Formosa Japans, en dat betekent dat de drie verdragshavens op dat eiland vervallen zijn. Om toch aan de twintig verdragshavens te komen waar de legenda van rept, zijn in China Tsjoenking (Chongqing) en Swei-tou (Shantou), en in Korea Chemoelpo (Chemulpo) en Gen-san (Wonsan) als verdragshavens geopend.
Een deel van Tibet is aan dat land onttrokken en staat nu als een aparte Chinese administratieve eenheid op de kaart. In de vijftiende editie komt ook de naam erbij: Koekoenorië.
[Kaart XXXI]
Indonesië natuurkundig: Op Celebes is het Towoeti-meer – het grootste meer van Celebes – nieuw op de kaart, blijkbaar kenden we het binnenland zó slecht dat het pas kort vóór 1897 ontdekt werd.
[Kaart XXXII]
Op de kaart Java staatkundig zijn nu ook tramwegen aangegeven: de Samarang-Joana Stoomtram Maatschappij exploiteerde in 1897 al een net dat van Semarang tot Koedoes (Kudus), Djoewana (Juana), Blora en Goendi (Gundi) aan de spoorlijn van Semarang naar Soerakarta reikte. Op West-Java zijn spoorlijnen van Batavia naar Tangerang en naar Anjer (Anyer) aan straat Soenda aangelegd, evenals van Batavia naar Krawang. Op Oost-Java zijn niet alleen Blitar en Malang per spoor met elkaar verbonden, maar ook is de lijn naar Probolinggo doorgetrokken naar Loemadjang (Lumajang) en Djember (Jember). Het is wel moeilijk om al die zwarte lijnsignaturen, naast de ook al zwarte rivieren, uit elkaar te houden.
[Kaart XXXIII]
Op Sumatra is de grens van de residentie Padangse Bovenlanden zó aangepast dat het nu ook Bondjol (Bonjol) en een deel van de kust omvat. De naam Brandewijnhaven is nu voorgoed geschrapt uit het koloniale repertoire: men is respectabel en de betreffende baai heet alleen nog Koninginnebaai, met daaraan de haveninstallaties (voor Padang) van Emmahaven. De onafhankelijke landen van Atjeh zijn nu benoemd: Gajoe- en Alaslanden, de onafhankelijke Bataklanden zijn westwaarts uitgebreid ten koste van het Gouvernement Sumatra’s westkust. Sumatra’s Oostkust breidde zich uit ten koste van de onafhankelijke gebieden aan de bovenloop van de Rokan.
Op Borneo is de grens tussen de Oosterafdeling en Brits Noord-Borneo gewijzigd, maar nog niet geheel correct, uiteindelijk zal de grens dwars over het eilandje Sebatik vóór de kust lopen.
Op de kaart van Celebes – de periode waarin de spelling ‘Selebes’ gehanteerd werd, heeft maar kort geduurd – is het reliëf nu aangepast aan dat op de nieuwe overzichtskaart, en het Towoeti-meer prijkt hier in volle glorie. Volgens het voorwoord van deze editie is voor de spelling van de plaatsnamen in Nederlands-Indië een door het KNAG uitgebrachte woordenlijst aangehouden.
[Kaart XXXIV]
Afrika natuurkundig: De kustlijnen van de Mweroe- en Bangweolomeren zijn alweer gewijzigd en het Kivoemeer is na wat omzwervingen op zijn correcte plaats terechtgekomen.
Sinds Kameroen een Duitse kolonie is, is het geëxploreerd en dat is te zien aan het aantal details in het binnenland. Ten zuiden ervan staat per abuis ‘Corsico baai’ in plaats van Corisco baai.
Het verloop van de bergruggen in de Sahara is ook gewijzigd: in plaats van de noordnoordwest-zuidzuidoost lopende keten van het Tassiliplateau tot het Bergland van Tibesti, zijn nu een aantal losse gebergtes ingetekend. Ook het bergmassief van Ahaggar en van Air en de zogenaamde bergen van Noord-Nigeria zijn gewijzigd. Bijna alle sporen van het voormalige Konggebergte parallel aan de kust van Opper-Guinee zijn nu gewist. Langs de Nigerdelta staat de naam Olierivieren. Dat heeft niets te maken met verontreiniging door de Shell, maar slaat op de export van palmolie langs deze rivieren. Elders heet het ook wel de Palmoliekust.
De kaart van de Nijldelta is opnieuw getekend op iets kleinere schaal (1:2,5 miljoen in plaats van 1:1,95 miljoen), maar is door goede generalisatie veel duidelijker. Deze bijkaart heeft zelf ook nog een klein bijkaartje, van de zuidelijke ingang van het Suezkanaal bij Suez. Port Tewfik of (Taufiq) is de naam van de haveninstallaties bij die stad. Behalve Pelusium, Memphis en de Pyramiden herinnert niets meer aan het verleden.
[Kaart XXXV]
Afrika staatkundig: Nog steeds is de Mahdi aan het bewind in de Soedan, ook al staat er ‘Egyptische Soedan’ in het gebied vermeld. Dzjiboeti aan de zuidkant van de baai van Tadzjoera is nu de hoofdplaats van Frans Somaliland in plaats van Obok of Tadzjoera. Hoewel er, ten oosten van Frans Somaliland, Brits Somaliland staat was het binnenland daar nog tot 1920 bezit van het rijk van de Derwischen. De havenplaats Akaba aan een noordelijke uitloper van de Rode Zee is per abuis in ‘Ikaba’ veranderd. Het zal pas weer terug veranderd worden in de 28ste druk van 1923. De staatkundige kaart van Afrika bevat nu ook spoorlijnen, zoals men in Algerije, Zuid- en Oost-Afrika kan zien. De Spaanse kolonie Rio de Oro – de latere Spaanse Sahara – begint vorm te krijgen en Spanje had al in 1860 de Marokkaanse vissersplaats Ifni geclaimd, die nu pas in de atlas als Spaans wordt aangemerkt. Effectief werd deze plaats pas in 1934 in bezit genomen. Samory, overgrootvader van de Guineese president Sekou Touré, wiens rijk op de kaart staat in het huidige Guinee, was de meest geduchte tegenstander van de Franse expansie in West-Afrika; hij zou in 1898 door de Fransen gevangen worden genomen, hetzelfde jaar waarin ook Tieba’s hoofdstad Sikasso door de Franse artillerie zou worden platgeschoten.
In het achterland van Goudkust en Togo is een onzijdig gebied ingesteld door Duitsers, Britten en Fransen. Die drie landen lijken ook de grenzen van Brits Nigeria en Duits Kameroen vastgelegd te hebben. De havenplaats Viktoria in Kameroen was oorspronkelijk een Britse zendingspost, die in 1886 tegen Duitse aanspraken op de St. Luciabaai in Zuid-Afrika uitgeruild werd. In Midden-Afrika krijgt het Franse Oebangi-gebied vorm, later Oubangi-Chari en nog later de Centraal-Afrikaanse Republiek geheten. De grenzen van de Kongostaat zijn nu aan alle kanten vastgelegd, de spoorlijn van de haven Matadi naar Léopoldville is aangelegd om de stroomversnellingen aan de beneden-Kongo te omzeilen. In Angola verbindt een spoorlijn de haven van (St. Paulo de ) Loanda (Luanda) met Ambaca. In Zuid-Afrika is de spoorlijn noordwaarts vanuit Kimberley doorgetrokken tot Mafeking. Tongaland is nu ook Brits op de kaart; de laatste mogelijkheid van Transvaal een eigen toegang tot de kust te verkrijgen is daarmee verkeken. Beetsjoeanaland is nu als Brits protectoraat ingericht, en hetzelfde geldt voor Rhodesia en het Brits Centraal Afrikaans protectoraat, dat later Nyassaland en nog later Malawi zal heten. Het is de eerste kaart in de Bosatlas waarop de naam Rhodesia staat, genoemd naar de Engelsman Cecil Rhodes, mijnmagnaat en voorstander van de politiek om het gehele gebied van de Kaap tot Kaïro in Britse handen te krijgen. Zowel Duitsers als Britten maakten plannen om in Oost-Afrika spoorlijnen aan te leggen; de Duitsers van Tanga via Moshi naar Mwanza aan het Victoriameer, de Britten van Mombasa via Nairobi naar Victoria Station aan het Victoriameer. Die eerste lijn zou niet verder komen dan Moshi (1911). Dat de Ethiopiërs de Italiaanse legers in 1896 bij Adoea vernietigend verslagen hebben is nog niet in de grenzen tot uiting gekomen, dat zal de veertiende editie van de Bosatlas pas tonen.
In Matabeleland zien we de ruïnes van Zimbabwe, de hoofdstad van het Sjona-rijk van die naam uit de 11de tot 15de eeuw, met geweldige muren.
De inzetkaart van Algerije en Tunesië laat de inmiddels tot stand gebrachte uitgebreide Franse spoorweginfrastructuur zien, tot over het Atlasgebergte heen (Aïn Sefra en Biskra en de lijn naar Gabes in aanleg). Algerije was al eerder op een detailkaart te zien, namelijk in de tweede tot en met de zesde druk.
[Kaart XXXVI]
In Zuid-Afrika is Pretoria nu ook via Heidelberg en Utrecht met d’Urban (Durban) verbonden; Swaziland kreeg weer de kleur van de Zuid-Afrikaanse Republiek. In Natal op de grens met Zululand is Rorke’s Drift opgenomen, plaats van een veldslag in de oorlog tussen de Britten en de Zoeloes in 1879.
[Kaart XXXIX]
Op het blad met thematische kaarten van de Verenigde Staten is het wat moeizaam geconceptualiseerde kaartje van de katoenopbrengst vervangen door een kaartje van de belangrijkste landbouwproducten in de Verenigde Staten. Men ziet hier de Cotton Belt, de Corn Belt (maisverbouwgebied), op de meer marginale gronden in koudere gebieden de haververbouw, op de prairies de tarwe en, vooral in Virginia, de tabak.
Op de plattegrond van New York staat nu in grote letters New York City: die tekst verbindt de stadsdelen Staten Island, Manhattan, Brooklyn, de Bronx en Queens, die vanaf 1898 een geheel vormen. Op deze kaart is nu ook de locatie van het Vrijheidsbeeld opgenomen, het stamt uit 1886.
[Kaart XL]
Mount Hamilton bij San Francisco is de bergtop waar een van de grootste astronomische observatoria van die tijd, het in 1876 gebouwde Lick observatorium, stond.
[Kaart XLI]
Zuid-Amerika: Op de grens van Colombia en Venezuela is Altures uit de twaalfde editie, nu verbeterd in Atures, met Malpures de plaats van Cataracten in de Orinoco. De grens van Colombia is hier opgeschoven ten koste van Venezuela, om een bevaarbare rivierhaven aan de Rio Negro en dus verbinding met de Amazone te krijgen. De plaats San Felipe bevatte een Spaans fort uit de 18de eeuw, ooit bedoeld om het verdere oprukken van de Portugezen tegen te gaan. In Brazilië hebben de federale staten nu rode grenslijnen.
[Kaart XLII]
Oceanië: Het Pleasant island (later: Nauru), dat al in 1888 Duits werd, staat nu vermeld. Het bleek bijna helemaal uit fosfaatafzettingen te bestaan. In Zuidoost-Australië heeft het landbouwgebied in New South Wales de naam Riverina gekregen. Om de relatie met Zuid-Australië aan te geven – het was een territorium van die staat – is de grens tussen die staat en Noord-Australië/Alexandra-land nu gestreept.