Edition 8, 1887: Pieter Roelf Bos, 'Bos’ Schoolatlas der geheele aarde'

Twee jaar na de zevende editie verscheen in 1887 een nieuwe uitgave van de Bosatlas. Deze achtste editie onderscheidt zich van zijn voorgangers door onder andere een meer traditionele kleurstelling en een gewijzigde typografie.
De ‘rode periode’ van redacteur Bos is in de achtste editie weer voorbij. Hij keert terug naar een meer traditionele kleurstelling op zijn natuurkundige kaarten, met groen laagland, gele middelgebergten en bruin bergland. Nieuw is een voorbeeld van een polderkaart.

Bekijk hier de digitale versie van de achtste editie van de 'Bosatlas'

In het aardrijkskundeonderwijs werd daarom gevraagd, sedert Anton Albert Beekman met succes voor meer kennis van onze waterstaatkundige structuren had geijverd.
Op de werelddelenkaarten zijn nu voor het eerst complete legenda’s van de voorkomende hoogtetinten opgenomen, waarbij de nieuwe 500 meter-hoogtelijn het reliëf extra differentieert. Ook de tinten zelf zijn anders: in plaats van het experimentele bruin-donkergeel-bronsgroen vinden we nu het meer traditionele donkergroen-lichtgroen-geel-beige-bruin. Het zeewater is van grijs lichtblauw geworden, en de dieptelijnen zijn met uitzondering van de kaarten van Europa en Nederlands Oost-Indië verdwenen. Er is een ander lettertype gekozen voor de namen van meren en rivieren; in plaats van het lopende schrift een onderkast romein. In de legenda worden ook zoutwatermeren apart onderscheiden.

Legenda kaart Europa 8e editie Bosatlas, 1887

Beter leesbaar beeld

De beschrifting is op alle nieuwe kaarten aangepast en loopt nu parallel met de meridianen, wat een beter leesbaar beeld geeft. Op de natuurkundige kaart van Afrika is voor het eerst gebruik gemaakt van een opengewerkte hoofdletter, om grotere gebieden mee aan te geven, zonder dat dit het kaartbeeld te veel belast, zoals met een vette opgevulde letter zou gebeuren. Zie bijvoorbeeld de naam Soedan. In de staatkundige kaart van Afrika zijn veel te vette letters gebruikt voor de landennamen, pas in de dertiende editie is dat verbeterd. Het geografisch coördinatennet is nog volgens de meridiaan van Ferro getekend, maar in een aantal kaarten staan nu ook in de kantlijn ‘ticks’ voor de Greenwich nulmeridiaan. Dat geldt voor de kaarten van de werelddelen (behalve Zuid-Amerika, Oceanië en Azië), de Alpen, Groot-Brittannië en Spanje. Op kaarten van de Indische archipel vinden we alleen nog de Greenwich-meridianen.

Plaatsnaamveranderingen

Plaatsnaamveranderingen in Nederland zijn de volgende: (Neder)Weert werd (Neder)Weerd, Thorn werd Torn, Ubagsberg werd Ubachsberg, Lithoyen werd Litooien, Oyen werd Oien, Philippine werd Filippine, Eede werd Ede, Yerseke werd Ierseke, Veere werd Vere, St. Philipsland werd St. Filipsland, Poederoijen werd Poederooien, Wadenoijen Wadenooien, Reenen werd Renen, Hummeloo werd Hummelo, Dinksperloo werd Dinksperlo – zoals ook Groenlo, Ruurlo, Borkelo, Markelo, Hengelo, Almelo, Zweelo, Grollo, Anlo, Heilo – Vaassen werd Vaasen, Wijhe werd Wije, Bathmen werd Batmen, Eksloo werd Eexlo, Castricum werd Kastrikum en Rokanje werd Rokkanje.

Kaartverschillen met de zevende editie

[Kaart X]
Op de kaart Europa natuurkundig is de naam ‘Peak gebergte’ in Engeland verruild voor het meer gebruikelijke ‘Penninisch gebergte’. De weergave van de meren op het Kola-schiereiland is sterk verbeterd. De rivier de Manytsj in de Ponto-Kaspische Laagte blijkt net als de Casiquiare in Zuid-Amerika ook een voorbeeld van bifurcatie te zijn: van de bovenloop stroomt het water twee kanten op, in de Westelijke en Oostelijke Manytsj, de laatste eindigt in een steppemeer. Op de kaart is dat met twee pijltjes aangegeven.

Legenda staatkundige kaart Europa 8e editie Bosatlas, 1887

[Kaart XIV]
De kaart Europa staatkundig kent een stijlbreuk: er is opeens met een kleurenbies langs de grenzen en met een veel zwaarder lettertype gewerkt, en de reliëfarcering is van de natuurkundige kaart overgenomen, waardoor het open karakter van de vorige editie verloren gaat. De spoorlijnen zijn niet van de kanalen te onderscheiden, en zijn veel te dun; ook vestingsteden zijn aangegeven, wat weinig zin heeft op deze schaal. Voor het eerst is de naam Turijn in plaats van het Duitse exoniem Turin opgenomen. Op alle andere kaarten waarop de stad voorkwam was het vanaf de eerste druk al Turijn. In plaats van de inzetkaart van Londen en omgeving vinden we nu een kaartje opgenomen van de ontdekkingen in het gebied van de Barentszzee, in de 17de en de 19de eeuw. In 1882 en 1883 had Nederland deelgenomen aan het eerste Internationale Pooljaar en een expeditie naar de Karazee gestuurd. Koning Karelsland is veel te groot getekend.

[Kaart XVIII]
Nederland spoorwegen: De spoorlijn van Zaandam naar Enkhuizen is gereed, evenals die van Sneek naar Stavoren en van Dordrecht naar Geldermalsen. De Gelders-Overijsselse Locaal Spoorwegmaatschappij (1884-1928) heeft een lijn aangelegd van Zevenaar over Doetinchem, Ruurlo en Borculo naar Enschede en van Doetinchem naar Winterswijk. De tramlijn van Heerenveen naar Dokkum is nu gereed tot Drachten, er zijn nieuwe lijnen van Dokkum naar Bergum, van Winschoten naar de Pekela’s en Stadskanaal, van Deventer naar Lochem, van Ede via Wageningen naar Arnhem, en van Os naar Vegchel. De tramlijn van Lochem naar Borculo heeft opeens een heel andere route gekregen, ten zuiden van de Lochemse berg.

[Kaart XIX-XXI]
Provinciekaarten: in de bijkaart van de Hollanden en Utrecht wordt aan de hand van een kaart van het Hoogheemraadschap Rijnland de werking van polders uitgelegd, met gemalen, schutsluizen, uitwateringssluizen en droogmakerijen. We komen hier voor het eerst op Nederlandse provinciekaarten het eenzijdig gekartelde lijnsymbool tegen in de betekenis van dijken. Elders in de atlas worden er ontworpen stoomtramwegen, paardentramwegen of kanalen mee aangegeven. De niet aangegeven schaal van de polderkaart is circa 1:230.000. In 1884 verscheen van de hand van Anton Albert Beekman het boek Nederland als polderland, dat hamerde op de voor zijn inwoners noodzakelijke kennis van de Nederlandse waterstaatkundige toestand van ons land. Dat was voor Bos aanleiding ook waterstaatkundige kaarten op te nemen. Aan de weergave van het openbaar vervoer is ook nog de paardentram toegevoegd. Hoewel nog niet op de spoorwegkaart opgenomen, werd in 1886 via een spoorbrug bij Rhenen de spoorlijn Kesteren-Amersfoort geopend; deze lijn gaf aansluiting op Nijmegen en Duitsland. In 1887 werd de stoomtramverbinding van Breskens met Maldeghem in België geopend. Aan de andere kant van het land werd in 1886 het gedeelte tot Denekamp van het kanaal Almelo-Nordhorn vrijgegeven. Het deel op Duitse bodem werd pas in 1902 geopend.
Er is ook sprake van een spellingsvereenvoudiging, waarbij de klinkers in open lettergrepen met een enkele klinker worden geschreven (Almelo, Renen), en ‘vreemde’ letters worden vermeden: ‘th’, ‘rh’, ‘ph’, ‘y’ en ‘c’ : worden vervangen door respectievelijk ‘t’ (Tolen), ‘r’, ‘f’ (Filippine), ‘i’ (Ierseke) en ‘k’ (Kastrikum). In veel gevallen wordt dubbel ‘s’ en ‘sch’ vervangen door een enkele ‘s’ (Osch werd Os).

[Kaart XXVI]
Zwitserland: Ook hier vinden we de nieuwe kleurstelling bij de reliëfweergave. De spoorlijn Gardola-(Sesto) Calende is weer terug op de kaart.

Detail kaart Zwitserland 7e editie Bosatlas, 1887
7e editie
Detail kaart Zwitserland 8e editie Bosatlas, 1887
8e editie

[Kaart XXIX]
Oostenrijk-Hongarije: Hermannstadt (Sibiu) is nu ook met het spoorwegnet verbonden. De spoorlijn Boedapest-Theresiopel (Subotica)-Neusatz (Novi Sad) is doorgetrokken naar Semlin, Belgrado en Niesj (Niš) en de lijn Sissek (Sisak)-Nowi is nu ook voltooid.

[Kaart XXXI]
Scandinavië: De kustweergave van het Imandria (Inari) meer is verbeterd. De plaats Vadsö aan de Varangerfjord is toegevoegd; ten noorden daarvan, bij Vardohuus is ook de naam Vardö geplaatst: het eerste is een fort bij de laatste plaats. De spoorlijn Christiania (Oslo)-Hamar langs het Mjösameer lijkt nu ook voltooid. Stavanger is op de kaart nu per spoor verbonden met Ekersund, de lijn dateert van 1878.

[Kaart XXXII]
Op de kaart van Groot-Brittannië en Ierland zijn nu ook spoorwegen toegevoegd, maar het resultaat is niet gelukkig; naast de vele kanalen vallen ze te weinig op. Op het talen-bijkaartje heeft men de ongelukkige keus gemaakt de gebieden die een Gaelisch-sprekende minderheid bevatten donkerder te maken dan die met een meerderheid. Dat blijft zeker tot en met de veertiende druk zo; ongelooflijk dat niemand kritiek had op zo’n elementaire fout.

[Kaart XXXV]
Balkan: In Griekenland is een begin gemaakt met de ontsluiting door middel van spoorwegen: naast het al bestaande lijntje van Athene naar haar haven Piraeus zijn er nu ook lijnen van de hoofdstad naar Patras (Patra) en Nauplia (Nafplio) en, in Thessalië, van Volos naar Larissa. De spoorlijn Banjaloeka (Banja Luka) naar Sissek (Sisak), die op de kaart van Oostenrijk-Hongarije stond, zou ook hier voltooid moeten zijn. De nieuwe spoorlijn Boedapest-Theresiopel (Subotica)-Neusatz (Novo Sad)-Belgrado-Niesj (Niš) is wél opgenomen.

[Kaart XXXVI]
Azië natuurkundig: Eén van de Nieuw-Siberische eilanden is genoemd naar de Finse ontdekkingsreiziger Nordenskjöld – hij was de eerste die het lukte de Noordoostpassage langs de noordkust van Siberië te bezeilen – maar de locatie ervan is onjuist: de Nordenskjöld archipel ligt ten westen van Kaap Tsjeljoeskin.

[Kaart XXXVII]
Azië staatkundig: In 1886 heeft de Transkaspische spoorweg via Kizil Arvat (Serbat) Asjchabat en Merw (Mari) bereikt, dat in 1884 door Rusland was veroverd. Het khanaat Khiwa heeft nu de kleur van Rusland gekregen; het was vanaf 1873 al een Russische vazalstaat. Maimene is als een Afghaanse gebiedsuitbreiding afgeschilderd; dit onafhankelijke khanaat was al in 1876 door de Afghanen veroverd. Brunei op Borneo lijkt hier al de Britse rode kleur te hebben, maar het werd pas het volgend jaar, 1888, een Brits protectoraat.

[Kaart XXXVIII]
Voor de indeling van de Oost-Indische archipel op dit kaartblad is een andere oplossing gekozen: in plaats van de kaart van Java kwamen er drie kleinere kaartjes van Java 1:5,45 miljoen en één van Sumatra 1:10 miljoen; dat laatste lijkt niet verstandig omdat Sumatra op de hoofdkaart al op de schaal 1:12 miljoen staat. De natuurkundige overzichtskaart is vervangen door een staatkundige met reliëfschrapjes, net zo onduidelijk als de staatkundige kaart van Europa. Er wordt een verder tipje van Nieuw-Guinea opgelicht – de hele Geelvinkbaai staat er nu op – en het wordt druk op de kaart omdat Bos opeens allemaal namen van zeestraten opneemt: Str. Halmahera, Manipa, Greyhound, Pitts Passage, Str. Sapalulu, Tioro, Ombaai, Bali, Lombok, Allas, Sapi, Flores, Lamakera, Sipora, Zeebloemen Str., Bengalen Str., Malakka Passage, Berhala Str., Str. Banka; het draagt niet veel bij aan de schoolkennis. In Borneo is de St. Luciabaai opgenomen, belangrijk bij de vaststelling van de grens. Fort Nassau op het eiland Dammer moet een vergissing zijn: het enige fort dat daar ooit stond heette Wilhelmus. Op de Vogelkop van Nieuw-Guinea is nu ook de plaats Wepai (Amberbaki) opgenomen. Volgens het boek van de naturalist Wallace zou men daar de mooiste paradijsvogels van Nieuw-Guinea kunnen vinden. Het begrip Soenda-Zee is vervangen door Javazee. De naam Soenda-zee is opgeschoven naar het oosten, voorbij de Floreszee.
Java heeft de hoogtezones 0-300 meter, 300-1.000 meter en daarboven. Bos is duidelijk niet in Indië geweest: hij zet ‘G. Tangkoeban’ en ‘G. Prahoe’ op de kaart als waren het twee aparte bergen: dat moet zijn: G. Tangkoeban Prahoe (‘de omgekeerde boot’). Er staan zoveel baaien vermeld bij Tjilatjap (Cilacap) aan de zuidkust van Java, dat niet meer duidelijk is waar de naam ‘Segara Anakan’ op slaat: het is de binnenzee achter Tjilatjap. De riviernaam ‘K. Bengawan of Solo Riv.’ moet zijn: Bengawan Solo. Op deze kaart is voor het eerst de monding van de Bengawan Solo alleen naar het noorden gericht: in 1890 was de loop verlegd naar het noorden om te voorkomen dat door sedimentatie de zeestraat tussen Java en Madoera naar Soerabaja zou dichtslibben.
De hoogtevoorstelling wordt nog verder verfijnd door een op het werk van de natuurvorser Junghuhn geïnspireerde kaart, met hoogtezones 0-625, 625-1.275, 1.275-2.350 en >2.350 meter, met invulling van de in die zones te telen gewassen. De administratieve kaart van Java laat ook het voltooide én in aanleg zijnde spoorwegnet zien: er is nu een doorgaande verbinding gebouwd of gepland – Batavia-Buitenzorg-Bandoeng-Tjilatjap-Djokjakarta-Soerakarta-(Semarang)-Madioen-Soerabaja (huidige namen Jakarta-Bogor-Bandung-Cilacap-Yogyakarta-Surakarta-Madiun-Surabaya) – vanwaar men ook Malang en Pasoeroean (Pasuruan) per trein kan bereiken. De verbinding Batavia-Soerabaja was echter pas in 1894 geheel operationeel. Naast de Boroboedoer is nu ook het heiligdom van Prambanan aangegeven. Op de plattegrond van Batavia is de loop van de spoorlijn nu wel correct aangegeven, alleen is het nauwelijks meer te zien.

[Kaart XLI]
Afrika: De Soeaheli-kust heet nu Zanzibarkust. Het gebied van de Koenene, (Cunene), waar de Nederlandse ontdekkingsreiziger Daniel Veth in 1885 omkwam, is ook aangegeven. Het centrum van Afrika, vooral de rivierlopen en reliëftekening, is sterk veranderd op deze nieuw getekende kaart. Niet altijd ten goede: in Algerije ten zuiden van de Atlas is opeens een in de Sjots (zoutmeren) eindigend rivierstelsel opgenomen en ook meer zuidelijk bij de Ahaggar duiden de rivieren ten onrechte op veel neerslag; in de volgende editie zullen ze als wadi’s worden overgetekend. Veel van de al op vorige edities ingetekende oases hebben nu het nieuwe bron-symbool. Maar ook de Golf van Tadjoera is gewijzigd, het Samboeroe meer heet nu Turkana meer en er staan nieuwe vegetatieaanduidingen op de kaart: gebied van het alfagras, zandwoestijn en zandduinen.

Legenda kaart Afrika 8e editie Bosatlas, 1887

[Kaart XLII]
In plaats van het kleine bijkaartje Europese bezittingen in Afrika staat er nu een volwassen staatkundige kaart van Afrika in dezelfde stijl – dus met reliëfschrapjes – als voor Europa, met gekleurde grensbiezen. In de Egyptische Soedan staat nu ook ‘Rijk van de Mahdi’ aangegeven om de onzekere staatkundige toestand te benadrukken. Tadzjoerra (Tadjurah) werd na Obok de belangrijkste plaats van Frans Somaliland., ook zijn meer plaatsen langs de kust Brits, opmaat naar de vestiging van een Brits protectoraat.

Legenda staatkundige kaart Afrika 8e editie Bosatlas, 1887

Het vrijhandelsgebied in Midden-Afrika, een van de resultaten van het Berlijnse congres, is opvallend blauw aangegeven. De Kongo-staat is in de legenda niet bij de overige koloniale machten gevoegd, het is persoonlijk bezit van koning Leopold II. Daarnaast wordt er verschil gemaakt tussen een aantal inheemse rijken op grond van hun afkomst: Hamitische -, Neger - en Hottentotse volkeren. Als ‘inheemse’ staten zijn aangegeven Marokko, Liberia, Abessinië, Madagascar, Transvaal en Oranje-Vrijstaat. De Duitse aanwezigheid is nu ook in Kameroen af te lezen, waar we de plaats Biafra vinden, die we met Nigeria associëren. Witoe aan de Zanzibarkust was van 1885 tot 1890 ook een Duits protectoraat. Het is voor het eerst dat we op de kaart van Afrika in deze atlas de namen Roeanda (Rwanda), Oeroendi (Burundi) en Ouganda (Uganda) tegenkomen. Zoeloeland, dat nu nog alleen bij de St. Luciabaai de Britse kleur heeft, werd in 1887 tot Britse bezitting verklaard. In Mozambique is ook de havenplaats Inhambane opgenomen: in het Tijdschrift van het Aardrijkskundig Genootschap (TAG) van 1887 had daar een artikel en kaartje over gestaan. Oemzila’s Rijk, in Mozambique was in 1887 al achterhaald, deze vorst van de Ngoeni’s stierf in 1884. De eilanden van de Comoren zijn voor het eerst individueel benoemd: van west naar oost: Comoro (Njazidja), Mohilla (Mwali), Johanna (Nzwani of Anjouan) en Mayotta (Mayotte). De naam Johanna is een Nederlandse verbastering van Anjouan; in het TAG van 1877 had een kartografische beschrijving van het eiland gestaan. De legenda belooft spoorwegen en kanalen, maar die staan niet op de kaart.
Wat Bos bewogen heeft om zo’n gedetailleerde kaart van de Nijldelta op te nemen is niet duidelijk: de klassieke namen van de mondingen, de forten, de oude ruïnes (Pyramiden, Pelusium, Serapeum, Magdolum, Memphis, Tanis, alle in afwijkend schrift), het Meer van de Pelgrims (Birket al Hadsj) en het Paleis van de Khedive – het is wel een interessante combinatie van gegevens.

[Kaart XLIII]
De kaart van Noord-Amerika is opnieuw getekend en beschrift. Er zijn andere lettertypes gekozen zoals ook al in de vorige editie op de kaarten van Groot-Brittannië en Spanje. Arctisch Canada is opnieuw getekend; de ‘Konjagen eilanden’ worden bewoond door het Koniak-volk. In Canada is de noordgrens van de prairies aangegeven, en in die prairies zijn de Buffelvlakte en de Muizenvlakte benoemd. De Zwarte Heuvels veranderden in Black Hills, een deel nu van de ‘Mauvaises terres’ die later als Badlands terugkomen. Iets ten zuiden daarvan staan de Grote Zandheuvels op de kaart, de huidige (Great) Sandhills van Nebraska. In de legenda staat dat zandwoestijnen apart worden aangegeven met een zwart puntraster, maar dat is moeilijk te zien op de kaart. Waarom het Albemarle Sund en Cumberland Sont is geworden, als Nederlandse vertaling voor hetzelfde Engelse woord Sound, kunnen we Bos niet meer vragen.

[Kaart XLIV]
Noord-Amerika staatkundig is eindelijk afgestapt van de verkoop van Alaska: in plaats van ‘aan de republ. Amerika’ staat er nu ‘Territorium van de Vereen.St.’. Net als de staatkundige kaarten van Europa, Afrika en N.O. Indië is het een nieuw getekende kaart met schrapjes voor het reliëf, donkerder gekleurde biezen langs de grenzen en meer opvallende, vette landennamen. In Canada zijn nieuwe provincies ingesteld: het al bestaande Manitoba is groter, en verder staan nu Alberta, Saskatchewan, Assiniboia en Athabaska er bij. Opper Canada is Ontario geworden met grenzen tot aan de Hudsonbaai, en Neder-Canada werd Quebec De arctische eilanden hebben een afwijkende kleur, blijkbaar werden ze toen niet tot Canada gerekend. In de legenda staan ze als ‘Eilanden van het poolgebied’. Verder toont deze kaart nu ook vestingen. In de Verenigde Staten is aan het Grote Zoutmeer de plaats Brigham vermeld, genoemd naar de Mormonen-voorman Brigham Young. In Mexico heeft de spoorlijn van Mexico via Guadelajara nu de Pacific bereikt in San Blas. In Labrador zijn de plaatsen Hebron, Nain en Hoffenthal zendingsposten van de Hernhutters onder de Inuit. Waarom Rupert’s Haus aan James Bay een Duitse naam heeft heb ik niet kunnen ontdekken; er lijken geen Duitse connecties te zijn. De al in 1867 bij de aankoop van Alaska door de VS in Sitka omgedoopte plaats Nieuw Archangel draagt nu eindelijk zijn nieuwe (en oorspronkelijke) naam.

Legenda kaart Noord-Amerika 8e editie Bosatlas, 1887

[Kaart XLV]
Republiek Amerika: de gebieden, die nog niet als staat zijn erkend, hebben een afwijkende roze kleur. De ‘panhandle’van het Indian Territory, het latere Oklahoma, heeft een aparte status gekregen als ‘public lands’. De spoorlijn Minneapolis-St. Paul is ook ingetekend.

[Kaart XLVIII]
Oceanië: we moeten op dit kleinschalige kaartje zien dat de grens op Nieuw-Guinea naar het oosten is opgeschoven, en we blijkbaar een grondgebied groter dan Nederland erbij gekregen hebben! Het oosten van dat eiland is nu opgedeeld tussen Duitsland – Keizer-Wilhelm land is in 1884 tot Duits protectoraat verklaard evenals de voor de kust liggende eilanden – en Groot-Brittannië (Papua). In 1883 was het zuidoosten al door de Australische staat Queensland geannexeerd. De Admiraliteits-eilanden heten nu Bismarck archipel, Nieuw-Brittannië en Nieuw-Ierland zijn omgedoopt in Nieuw-Pommeren en Nieuw-Mecklenburg. Ook de Marshall eilanden zijn door Duitsland in bezit genomen, de Gilberts eilanden door de VS. De Carolinen waren door Paus Leo XIII in 1885 in een geschil met Duitsland aan Spanje toegewezen.