Alternatieven voor Dierproeven

Hoe kunnen we dierproeven zoveel mogelijk vervangen, verfijnen of verminderen?

Wij focussen op de positie van het dier in onze samenleving in alle contexten. Denk aan de rol van het dier in de proefdierkunde. Onze expertise op het gebied van dierenwelzijn en de 3V's (vervangen, verminderen, verfijnen) komt samen in het 3Rs-Centre Utrecht Life Sciences.

De 3V's vormen belangrijke uitgangspunten in het proefdieronderzoek. Ze beschrijven hoe onderzoekers met proefdieren moeten omgaan en hoe ze ervoor kunnen zorgen dat er zo min mogelijk, of helemaal geen dieren nodig zijn. Onderzoekers zijn verplicht de 3V's in overweging te nemen voor ze starten met een dierproef.

Vervanging

Belangrijkste doel: dierproeven uiteindelijk vervangen door proefdiervrije alternatieven. Dat kan met computermodellen of cel- en weefselkweekmethoden. Zo gebruiken wij in het onderwijs plastic kunstratten en fietsbanden om studenten hechttechnieken aan te leren. 

Vermindering

Belangrijkste doel: het aantal dieren per proef zoveel mogelijk verminderen. Onderzoekers kunnen vooraf goed berekenen hoe je met zo min mogelijk dieren toch betrouwbare resultaten krijgt. Ook kunnen ze moderne meetinstrumenten gebruiken, zoals een MRI-scan, waarmee de tumorgroei van per proefdier in meerdere stadia is te volgen. Ook kunnen delen van één proefdier apart worden gebruikt in verschillende proeven.

Verfijning

Belangrijkste doel: het ongerief (zoals pijn/ongemak) van proefdieren zoveel mogelijk voorkomen en verlichten en hun welzijn vergroten, zowel vóór, tijdens, als na het experiment. Houd rekening met optimale huisvesting, observeer het gedrag van het dier te en pas waar nodig pijnbestrijding en humane eindpunten (momenten in het experiment waarop het dier mogelijk pijn of ongemak ervaart). Op zulke momenten moeten onderzoekers het dier uit de proef halen en het lijden actief beëindigen of verminderen. Dieren moeten zo min mogelijk lijden, of enige andere vorm van ongerief ervaren.