4 Juni - (On)gepaste Medicalisering

In Nederland heeft meer dan de helft van de bevolking overgewicht, overlijden ruim 19.000 mensen jaarlijks aan de gevolgen van roken en wordt verwacht dat door de gevolgen van (o.a.) de dubbele vergrijzing over 40 jaar 1 op de 3 mensen in de zorg moet werken.

Tegelijkertijd proberen zowel de farmaceutische- als medische industrie oplossingen te vinden. Zie bijvoorbeeld de opkomst van een nieuwe generatie obesitasmedicatie, welke ingrijpen op de onverzadigde eetlust. Sterker nog: sommige gezondheidseconomen zien deze ontwikkeling als onvermijdelijk, gezien andere preventiepogingen tot nu toe hebben gefaald. Wij herkennen hierin een brede maatschappelijke trend om (individuele) medisch-industriële oplossingen te vinden voor maatschappelijke problemen. In hoeverre is deze ontwikkeling wenselijk? Of met andere woorden: wanneer is medicalisering gepast of ongepast? 

Wat: Publieksdialoog: "(On)gepaste Medicalisering"
Wanneer: Dinsdag 4 juni, 19:30 uur - 21:30 uur
Waar: Universiteitsbibliotheek Utrecht Binnenstad, Drift 27, zaal E.0.21

Voorstanders van deze ontwikkeling wijzen erop dat ook de huidige gezondheidszorg zich veelal richt op symptoomreductie. Daarnaast zien we dat sommige medische interventies zeer succesvol zijn gebleken in het terugdringen van ziektelast (bv. de revolutionaire ontwikkelingen in de cardiologie of het Rijksvaccinatieprogramma).
Tegenstanders wijzen op de grote inefficiëntie van medische interventies, wanneer de omgeving waarin ongezond gedrag ontstaat onveranderd blijft (“dweilen met de kraan open”). In de woorden van Marmot (2015): “What good does it do to treat people and send them back to the conditions that made them sick?”. Steven wij af op een ‘zieke’ samenleving met bijbehorende afhankelijkheid van medische zorg om hen op de been te houden? En in hoeverre is dit houdbaar gezien de toenemende druk op de zorg; zowel op financieel, personeel als maatschappelijk vlak? 

Centrale vragen:

  • Wat is medicalisering? Wanneer is medicalisering (on)gepast? 
  • Waarom zoeken we naar medische oplossingen voor sociaal-, cultureel en/of economische problemen? Wat zegt dit over onze maatschappij? 
  • Waarom worden veel preventieve gezondheidsinterventies beschouwd als ‘betuttelend’ of ‘paternalistisch’? Waarom blijkt het maatschappelijk draagvlak voor primaire preventie zo beperkt?

Dit doen we samen met onze sprekers:

(Volgt)