Gratis zaden Vrienden 2025
Al eeuwenlang wisselen botanische tuinen over de hele wereld zaden van de meest uiteenlopende plantensoorten met elkaar uit. Daartoe sturen we elkaar ieder jaar een zaadlijst toe: in proper latijn Index Seminum genoemd. Speciaal voor onze Vrienden stellen we elk jaar een speciale zaadlijst samen: 10 tot 15 soorten die bijzonder genoeg zijn om zelf te kweken in je tuin, maar waar niet zo gemakkelijk aan te komen is.
Hierna vind je de beschrijving van de soorten die dit voorjaar op de lijst staan. Tijdens het Voorjaarsweekend (22 en 23 maart 2025) kun je op vertoon van je Vriendenpas drie zakjes uitzoeken om zelf op te kweken. En als het je lukt om daar weer zaden van te winnen, wissel die dan naar hartenlust uit met vrienden!
Amaranthus cruentus (‘Hot Biscuits’)

Tussen de sierlijke groenten in de Ontdektuin stonden ze dit jaar weer, de kaneelbruine pluimen van deze fraaie amarant. Deze eenjarige is heel simpel te kweken door binnen voor te zaaienof nog eenvoudiger door eind april buiten ter plaatse te zaaien. Ze groeien vrij snel uit tot flinke planten, op zandgrond gemakkelijk tot een meter, op onze klei tot wel 1,5 meter. De bruine bloeiwijzen zijn prachtig in de tuin, goed als verse snijbloem en als droogbloem te gebruiken. Je kunt de rijpe overvloedige zaden gemakkelijk oogsten en als heerlijke vervanger van rijst of quinoa eten.
Hibiscus trionum (Drie-urenbloem)

Dit is het kleine broertje van Hibiscus cannabinus die we wel eens eerder in de Index Seminum hebben aangeboden. Een leuke, eenjarige plant die 30 tot 50 cm hoog wordt en bloeit met fraaie, zachtgele bloemen met een donkerrood hart. De naam zegt het al: de bloemen zijn alleen open in de ochtend. Een gemakkelijke plant die meestal het volgende jaar vanzelf weer uit zaad opkomt. Langbloeiend en kan goed tegen droogte.
Digitalis-mix (ferruginea, lutea, grandiflora enpurpurea)

Een mengsel van vingerhoedskruiden. Het klinkt misschien als een griezelig, giftig brouwsel, maar het is erg leuk voor een (half)schaduwplekje in een wat grotere tuin. Ontdek al tijdens het zaaien en opkweken de variatie van dit leuke geslacht.Het eerste jaar bouwen ze een mooi rozet op, het tweede jaar bloeien ze. D. grandiflora is een betrouwbare, vaste plant van ongeveer 60 cm hoog. De andere soorten worden gemakkelijk een meter hoog en zijn kortlevend. Laat die dus wel elk jaar een beetje zaad vormen. Knip daarvoor, als de hoofdstengel voor 80% uitgebloeid is, de stengel net onder de onderste uitgebloeide bloemen af, dan vertakt de stengel meestal en bloeit nog een keer. Die nabloei geeft dan meestal nog genoeg zaad.
Allium cyathophorum var. farreri

Eén van mijn favoriete sieruitjes. Het plantje doet wat ‘bieslook-achtig’ aan: mooie polletjes fijn loof die niet hoger worden dan zo’n 25 cm. De fraaie, halfronde schermpjes met hangende, purperen bloemetjes verschijnen van eind juni tot soms wel in september. Is perfect winterhard en wordt na verloop van jaren alleen maar mooier. Knip na de bloei de uitgebloeide bloemschermen eruit om overdadig uitzaaien te voorkomen.
Trillium erectum (Boslelie)

Deze fraaie plant komt uit het noordoosten van de Verenigde Staten, waar hij groeit in loofbossen op kalkrijke bodem. Wanneer je een bos- of schaduwtuin hebt met een humusrijke grond, die ’s winters niet te nat is en in het voorjaar voldoende vochtig, dan heb je hier een superplant aan. Ze bloeien in april/mei met meestal donkerrode bloemen, maar ook witte en allerlei tinten ertussen kunnen voorkomen. Laat in de zomer gaat de plant in zomerrust. Dit is echt ‘slow gardening’! Het duurt soms wel twee jaar voor de zaden kiemen en dan duurt het nog eens een jaar of vier voordat je een bloeiende plant hebt. Maar daarna wordt het elk jaar alleen maar mooier!
Silene nutans (Nachtsilene)

Inheemse planten staan erg in de belangstelling. Dat slaat weleens een beetje door vind ik, maar bij deze inheemse plant kan ik het me helemaal voorstellen. Bloeiwijzen met ragfijne, crème-witte bloemetjes aan 60 cm lange stelen verschijnen van mei tot en met juli. De bloemen gaan ’s avonds en ’s nachts verder open en geuren dan licht zoet om allerlei nachtvlinders te lokken. Maar ook overdag zijn de bloemen nog mooi! Een sterke, vaste plant voor een droge, zonnige plek. Zelfs in schraal grasland of in een zonnige bosrand weten ze zich prima te handhaven.
Camassia leichtlinii subsp. suksdorfii (Prairielelie)

Dit bolgewas uit vochtige bergweiden in het westen van de Verenigde Staten vind ik nog steeds zwaar ondergewaardeerd. Ze worden in de herfst volop in allerlei vormen en kleuren als bollen aangeboden, maar in tuinen zie je ze relatief weinig. Misschien omdat ze in mei-juni bloeien? Geen klassieke bol voor in een bloempot of perkje, maar heel geschikt voor verwildering in bloemrijk gras dat pas laat gemaaid wordt. Bloemstengels tot 80 cm hoog. De plant houdt van vochtige, voedzame grond in de zon of halfschaduw.
Salvia ringens

Het sortiment Salvia is eindeloos. En net als je denkt dat je de mooiste wel kent, komt er weer een nieuwe voorbij die nog mooier is. Deze soort uit Griekenland en Macedonië houdt van een zonnige en droge plek en beloont je dan de hele zomer met breed uitstaande, 80 cm lange, ijle bloemstelen met kransen van fraai blauwe lipbloemen die onnoemelijk veel insecten aantrekken. Het driedelige blad vormt een mooi laag heuveltje dat netjes bodembedekkend is.
Trautvetteria caroliniensis

Een heel fijne, onbekende schaduwplant die ongeveer 80-100 cm hoog wordt. Het donkergroene, ruwe blad is handvormig en vormt een mooie pol. De bloemstengels die daar van juni tot in augustus (wat een fijne tijd voor een schaduwplant) uit oprijzen, dragen massa’s fijne, crème-witte bloempjes die ook nog eens geuren. Vaste plant voor humusrijke, niet te droge grond in (half)schaduw.
Succisella inflexa

Hebben we deze al eens eerder in de Index gehad? Wat een fantastische vaste plant en nog steeds zien we hem veel te weinig. Zoals de naam al doet vermoeden, lijkt deze uit Oost-Europa afkomstige vaste plant op onze inheemse Blauwe knoop (Succisa pratensis). De frisgroene planten bedekken de bodem al lekker snel, terwijl vanaf juni tot ver in september de bloemstengels met fijne roze knoopjes steeds meer vertakken en uiteindelijk zo’n 80 cm hoog worden. Als plant in een wat grotere, natuurlijke border of verwilderd in bloemrijk gras trekt hij de hele zomer massa’s insecten aan. Niet te droge grond in de volle zon.
Tinantia pringlei

Ziet er tropisch, ‘Tradescantia-achtig’ uit maar is behoorlijk winterhard. En zelfs als hij een keer doodvriest, komt hij wat later in het jaar uit zaad wel weer op. Dit is zo’n plantje dat elke keer op de meest onmogelijke plekjes weer opduikt, zonder echt vervelend te worden. Hij doet het in de zon, maar heeft ook geen enkele moeite met droge schaduw. Het donkerroodbruine blad met nog donkerder vlekken is al prachtig, maar als van juli tot aan de vorst de zachtblauwe bloempjes er ook nog bij komen, snap je niet dat we deze plant niet veel vaker zien.
Iris prismatica

Veel van de ‘moeras- en vijver’-Irissoorten stammen af van onze Gele lis of van de Japanse Iris ensata. Iris prismatica is een blauwbloeiende lis uit het oosten van de Verenigde Staten die ook prima langs de sloot of vijver kan. De slanke, fraai geaderde, blauwe bloemen zitten met twee of drie bij elkaar aan tot 70 cm hoge stelen die boven het grasachtige blad uitsteken. Het blad is niet wintergroen, wat eigenlijk wel fijn is omdat je dan ongestraft de oever- of moerasvegetatie in de winter een keer kunt afmaaien. Hij kan tegen afwisselend droge en natte periodes en is zouttolerant. Een leuke soort dus om in wadi’s langs de weg te proberen!
Galega officinalis (Geitenruit)

Oorspronkelijk uit het steppegebied in Zuid- en Oost-Europa, maar soms vind je hem ook wel verwilderd in ons land. Het is een sterke, wat ruige vaste plant met veervormig samengestelde bladeren als van een Wikke. De roze of witte bloemen zijn blauwpurper geaderd en verschijnen van juni tot augustus in dichte trossen. Wordt tot ruim 120 cm hoog, een ongedwongen vaste plant voor een natuurlijke tuin.
Ageratina ligustrina

Dat we deze heester voor het eerst zagen tijdens de reis met tuinmedewerkers in Cornwall en Devon in 2007 deed vermoeden dat hij niet winterhard is. Maar na inmiddels 15 jaar ervaring durf ik dat wel tegen te spreken. Zelfs na serieuze vorst vriest de plant misschien tot de grond toe af, maar hij loopt tot nu toe in het voorjaar gewoon weer uit. Het is een wintergroene, brede struik met donkere stelen en donkergroen blad die tot 150 cm hoog wordt. Vanaf augustus begint de bloei met enorme, losse wolken van fijne, witte bloemetjes die in de knop roze zijn. De bloei houdt aan tot ver in oktober en soms zelfs november en trekt dan een menigte insecten.
Cistus creticus

Een heerlijk wintergroen heestertje met fluwelig, grijsbehaard blad. Ideaal voor een zonnige, droge en bloedhete plek, waar ze prima winterhard zijn. De struikjes worden zo’n 60-70 cm hoog en bloeien van mei tot in juli met fraaie, roze bloemen, net crêpepapier! Als oudere struikjes wat flodderig worden, kun je ze direct na de bloei wat terugsnoeien. Niet later, want dan loop je het risico dat de jonge scheuten niet genoeg afgehard zijn voor de winter. Leuk weetje: de bloemen van deze plant vormen, net als veel andere soorten uit de Zonneroosjesfamilie, massa’s stuifmeel om bestuivers aan te trekken. Ze maken geen nectar, want om dat te maken is veel water nodig en dat is erg schaars op de plekken waar ze van nature groeien.
Nog even de kweektips
Voor het gemak kweek je alle soorten als volgt. Zaai de zaden in het voorjaar binnen in een potje, dek de zaden af met een heel dun laagje grond en zet het potje, afgedekt met een plastic zakje, op een warme plaats. Dun zaaien! Als de kiemplanten hun eerste echte bladpaar hebben gevormd, kun je de plantjes verspenen of direct oppotten. Houd ze daarna op een zo licht mogelijke, koele plaats in huis. Na half mei buiten uitplanten. Mochten de zaden van vaste planten niet binnen vier weken kiemen dan kun je de pot, goed vochtig en afgedekt met een plastic zakje, vier weken in de koelkast plaatsen. Zo bootsen we een koude winterperiode na, wat de kieming kan bevorderen. Daarna kan de pot op een beschaduwd plekje in de tuin worden ingegraven en kun je rustig afwachten of de zaden kiemen. Sommige soorten kiemen in de loop van de zomer, Trillium en Allium waarschijnlijk pas het volgende voorjaar.