Science Education
In de naoorlogse jaren heerste er in Nederland een onderwijshervormingsgezindheid, waarin ook de natuurwetenschappen meegenomen werden. Sterrenkundige prof. dr. Marcel Minnaert richtte bijvoorbeeld in 1950 de Werkgroep Natuurkundedidactiek (WND) op. Deze hervormingszin vertaalde zich in de jaren ’60 in een aantal commissies die de taak kregen het leerplan van verschillende vakgebieden te moderniseren. In 1966 werd de eerste “Woudschoten conferentie” voor natuurkunde didactiek georganiseerd, een jaarlijkse conferentie die op heden nog steeds bestaat.
Begin jaren ‘70 werd het Project Leerpakket Ontwikkeling Natuurkunde (PLON) gelanceerd. Dit werd ondergebracht bij de vakgroep natuurkundedidactiek van de Universiteit Utrecht. Het project, gefinancierd door OCW, liep van 1972 tot 1985. Het PLON project had onder andere als doel om de fundamentele doelstellingen van het natuurkundecurriculum te onderzoeken. De medewerkers van het PLON wilden “een radicaal nieuw perspectief ontwikkelen op goed natuurkunde-onderwijs.”
In de jaren ’80 werden vier collega’s, Eijkelhof, Jörg, Van der Valk en Wierstra, beloond met een doctoraat in natuurkunde didactiek, gebaseerd op onderzoek binnen het PLON project. In die jaren was de didactiek van de natuurwetenschappen binnen de UU ondergebracht bij de verschillende didactische vakgroepen (natuurkunde, scheikunde, biologie en wiskunde (OW&OC)). Hoewel deze (en verwante) groepen fysiek en institutioneel gescheiden waren, vond er op initiatief van Lijnse (natuurkunde onderwijs) en Verdonk (scheikunde onderwijs) wel vakdidactische samenwerking plaats. In 1983 verscheen bijvoorbeeld het eerste nummer van het Tijdschrift voor Bètadidactiek (TD-β).
In de jaren ’90 werd deze samenwerking uitgebreid en geformaliseerd in het Centrum voor Didactiek van Wiskunde en Natuurwetenschappen (CD-ß). Dit centrum ging officieel 1 januari 1989 van start en streefde naar een nauwere samenwerking tussen de verschillende vakgroepen op het gebied van onderwijs, ontwikkelwerk en onderzoek. CD-ß speelde een centrale rol bij de ontwikkeling van het voortgezet onderwijs vak Algemene Natuurwetenschappen (ANW), en vanaf 2005 bij het vak Natuur, Leven en Technologie (NLT).
In 2006 gingen de twee groepen daadwerkelijk samen op in het Freudenthal Institute for science and mathematics education (FIsme). Aanvankelijk zaten de vakgroepen nog fysiek op verschillende locaties, maar in de loop van de jaren daarop verzamelden de vakgroepen van bio-, chemie- en natuurkunde zich in het Buys Ballotgebouw op de Uithof, waar in 2010 ook de wiskundegroep introk en waar het huidige Freudenthal Instituut nog steeds huist. Belangrijke onderzoeksthema’s in de didactiek van de natuurwetenschappen in die jaren waren de zogeheten probleemstellende benadering, het micro-macro denken, de context-concept benadering en systeemdenken.
In 2014 vond de fusie plaats van FIsme met de afdeling History and Philosophy of Science, waaruit het huidige Freudenthal Instituut is ontstaan.