Het grote plaatje

Foto van een zeevlinder
Beeld: Alexander Semenov

Zeevlinders, de onbezongen helden in de klimaatcrisis

In de open oceaan, ver van de kust, leven heel bijzondere wezentjes. De zeevlinders. Deze piepkleine diertjes dragen een schelp die ze maken van het mineraal aragoniet.

Onderzoekers Olivier Sulpis, Jack Middelburg en Mariette Wolthers van de Universiteit Utrecht en hun collega’s van de Université de Liège, University of Lincoln en University of Leeds bestudeerden het ontbindingsproces van aragoniet en calciet. Calciet is een ander mineraal dat organismen zoals mosselen en oesters gebruiken om hun schelp op te bouwen. Ze waren verbaasd dat ze overal op de zeebodem calciet aantroffen, maar heel weinig aragoniet, terwijl recente studies aantonen dat zeevlinders aan het oppervlak van de oceaan enorme hoeveelheden aragoniet produceren. Wat blijkt?

De schelp van de zeevlinder is zeer gevoelig voor klimaatverandering. Als de CO2 in de atmosfeer toeneemt, verzuren de oceanen. De schelp van de zeevlinder incasseert de eerste klap. Door de verzuring lost het aragoniet waarvan de schelp gemaakt is gemakkelijker op dan calciet.

Wanneer aragoniet oplost, compenseert het gedeeltelijk de verzuring van de oceaan. Dit wordt een buffereffect genoemd. Dit betekent dat dit mineraal, en dus de zeevlinder, een zeer belangrijke rol speelt bij het reguleren van de zuurgraad van de oceanen, en daarmee CO2-opname en het klimaat.

Zeevlinders worden daarom ook wel gezien als de kanarie in de kolenmijn; zij attenderen ons op toenemende verzuring. Want door de verzuring van de oceanen maakt de zeevlinder dunnere schelpen en kunnen zij in aantal afnemen.