Hoofdverhaal

Een stem voor ongeboren generaties

Nederland behoort tot één van de sterkste democratieën ter wereld en toch heeft onze democratie een enorm mankement. Verreweg het grootste deel van de Nederlandse bevolking wordt namelijk niet vertegenwoordigd en heeft geen enkele stem. Wie zij zijn? Toekomstige generaties.

Het welzijn van de huidige generatie mag niet ten koste gaan van de toekomstige generaties

portretfoto van Eva Rovers
Eva Rovers
Staande foto van Eva Rovers
Beeld: Hans Reitzema

Het gros van democratische besluiten die wij vandaag nemen, heeft de meeste impact op mensen die er niets over te zeggen hebben. Besluiten over bijvoorbeeld de plek van nieuwe woningen. Bouwen we die in lage delen van het land, of op plekken waar ook over honderd jaar mensen hun voeten (en huizen) droog kunnen houden? Of besluiten over de zorgsector: kiezen we nu voor grootschalige investeringen die voorkomen dat de dubbele vergrijzing onze samenleving over enkele decennia ontwricht of stellen we dat uit? Dit democratisch tekort geldt uiteraard niet alleen voor Nederland. Daarom bereiden de Verenigde Naties een Declaration on Future Generations voor, die dit najaar tijdens de VN Summit of the Future (hopelijk) door alle leden wordt onderschreven. Deze verklaring is gebaseerd op het idee van intergenerationele rechtvaardigheid. Het welzijn van de huidige generatie mag niet ten koste gaan van toekomstige generaties (en vice versa). Ondanks mooie beloftes worden ongeboren generaties volgens de VN namelijk nog nauwelijks beschermd.

Kortzichtige democratie

Waarom hebben zelfs de sterkste democratieën zo weinig oog voor de rechten van toekomstige generaties? Twee van de belangrijkste oorzaken liggen in het hart van hedendaagse democratieën: verkiezingen en een groot geloof in marktwerking. Verkiezingen dwingen politici tot een race waarbij politieke belangen op de korte termijn (zo veel mogelijk stemmen krijgen) het winnen van gemeenschappelijke belangen op de lange termijn. Of in de woorden van Barack Obama: Een van de moeilijkste dingen in de politiek is zorgen dat een democratie nú iets aanpakt waarvan de beloning pas op de lange termijn komt, of waarvan de prijs van niets doen nog tientallen jaren op zich laat wachten. De voorbeelden zijn legio. Al sinds de jaren zeventig is bekend dat fossiele brandstoffen leiden tot gevaarlijke opwarming van de aarde, maar tot adequate wetgeving kwam het niet. Zo werd klimaatverandering een klimaatcrisis. Ondanks jarenlange waarschuwingen van de Wereldgezondheidsorganisatie bereidden landen zich nauwelijks voor op een pandemie, en zo werd COVID-19 een wereldwijde gezondheidscrisis. Deze neiging om problemen vooruit te schuiven, wordt versterkt door het geloof in marktwerking dat sinds veertig jaar dominant is in Westerse democratieën. Als gevolg hebben private partijen via intensieve lobby (en in Nederland via ‘de polder’) veel invloed op democratische besluitvorming. Zo slagen zij erin om onwelgevallig beleid te vertragen of tegen te houden met het argument dat maatregelen schadelijk zouden zijn voor hun bedrijfsvoering en daarmee voor de economie — op de korte termijn wel te verstaan.

Democratieën kunnen beschermers voor de toekomst aanstellen

Eva Rovers, staand op een schommel

Beschermers van de toekomst

Die kortzichtigheid is echter geen natuurwet. Democratieën kunnen wel degelijk rekening houden met de lange termijn, bijvoorbeeld door ‘beschermers van de toekomst’ aan te stellen. Zo richtte het Finse parlement in 1993 al een ‘Comité voor de Toekomst’ op, dat beleidsvoorstellen en technologische ontwikkelingen beoordeelt op hun impact op de lange termijn. En de regering van Wales riep in 2016 een Commissioner for Future Generations in het leven, die overheidsinstanties adviseert en kijkt of nieuw beleid niet strijdig is met de belangen van toekomstige Welsh. Een belangrijke eigenschap van dit soort functies is dat ze integraal opereren, dwars door vaak gesegregeerde ministeries heen. De grote zwakte is dat ze vooralsnog weinig zeggenschap hebben. Bovendien, als democratieën meer rekening willen houden met de toekomst moeten ze niet alleen democratische instituties toekomstbewuster maken, maar ook vertrouwen op inwoners. Want ondanks de populaire opvatting dat inwoners vooral aan hun eigen belang denken en de mens ‘van nature’ gericht is op de korte termijn, blijkt uit de praktijk iets anders.

De vooruitziende blik van een burgerberaad

Die praktijk is te zien in steeds meer landen en gemeenten, waar politici bij complexe langetermijnvraagstukken de hulp inroepen van inwoners. Zo organiseerden onder meer Frankrijk, Schotland, Denemarken, Spanje en Luxemburg een nationaal burgerberaad over klimaatbeleid. Aan zo’n burgerberaad nemen zo’n honderdvijftig inwoners deel die een afspiegeling vormen van de samenleving. Mensen kunnen zichzelf niet opgeven voor een burgerberaad, maar worden uitgenodigd via een gewogen loting. Dankzij die loting ontstaat een groep mensen uit alle hoeken van het land, met alle mogelijke leeftijden, opleidingsniveaus en opvattingen. Deze mensen komen minimaal vijf dagen bijeen om met elkaar en met deskundigen in gesprek te gaan over het onderwerp. Dat gesprek is geen debat, maar een dialoog, waarbij mensen elkaar proberen te begrijpen in plaats van te overtuigen. Hoewel ook dialogen flink kunnen knetteren, blijken mensen via deze gespreksvorm heel goed in staat om voorbij culturele of politieke verschillen te kijken, voorbij persoonlijke belangen en … voorbij hun eigen generatie. Binnen enkele maanden komen deze inwoners met haalbare, constructieve aanbevelingen die rekening houden met de toekomst. In Nederland vinden burgerberaden voorlopig alleen lokaal plaats. Een recent voorbeeld is de gemeente Borsele, waar inwoners door middel van een burgerberaad de voorwaarden hebben geformuleerd voor de bouw van een nieuwe kerncentrale. Een opvallende aanbeveling: bouw geen tijdelijke woningen voor de mensen die de komende vijftien jaar aan die centrale gaan bouwen, maar bouw een duurzame wijk waarvan de woningen in de toekomst met prioriteit naar jonge inwoners van Borsele gaan. Zo gaven de inwoners meteen ook een antwoord op het toekomstige woningtekort. De gemeente gebruikt deze aanbevelingen als uitgangspunt in de onderhandelingen met het Rijk. Wereldwijd laten burgerberaden zien dat inwoners de sleutel zijn tot een minder kortzichtige democratie. Inwoners hoeven geen verkiezingen te winnen en blijken meer waarde te hechten aan gemeenschappelijke belangen dan aan marktwerking. Dat leidt regelmatig tot keuzes die ingaan tegen hun eigen belang of wensen — zoals het betalen van meer belastingen (Schotland) of een lagere maximumsnelheid (Frankijk) — maar die ten goede komen aan toekomstige generaties.

Het zeven-generaties-principe van de Iroquois: wat is wijsheid volgens de zeven generaties die vóór hen kwamen en de zeven generaties die na hen komen

Blauwe sneakers met op de achtergrond Eva Rovers

De wijsheid van zeven generaties

Dit effect van burgerberaden kan zelfs nog versterkt worden. De Japanse econoom Tatsuyoshi Saijo (Universiteit van Osaka) ontwikkelde Future Design, een manier van besluitvorming die de toekomstvaardigheid van mensen vergroot. Hij liet zich inspireren door het Zeven Generatiesprincipe van de Iroquois. Deze oorspronkelijke bewoners van Noord-Amerika vragen zich bij belangrijke beslissingen af wat wijsheid is volgens de zeven generaties die vóór hen kwamen en de zeven generaties die na hen komen. Future Design laat mensen niet alleen toekomstige belangen afwegen, maar laat hen ook namens toekomstige anderen spreken. Een voorbeeld is de stad Yahaba, die een stadsontwikkelingsplan tot 2060 wilde ontwerpen. Saijo organiseerde vijf bijeenkomsten met inwoners uit de hele stad. Ze werden verdeeld in een ‘hedengroep’ en een ‘toekomstgroep’, die op geen enkele manier van elkaar verschilden behalve dat de deelnemers in de tweede groep een gele kimono droegen. Die symboliseerde dat zij de bewoners van 2060 vertegenwoordigden. Tijdens de eerste bijeenkomsten spraken de groepen alleen onderling over de stadsontwikkeling en formuleerden ze een lijst met beleidsmaatregelen. De ‘heden-groep’ ontwikkelde maatregelen die vooral rekening hielden met de behoeften en beperkingen die ze vanuit het heden kenden. Het waren veelal maatregelen die bestaande systemen zouden verbeteren, waarbij ze de meeste prioriteit gaven aan maatregelen die onmiddellijk effect zouden hebben. De toekomstgroep daarentegen formuleerde een meer creatieve en innovatieve visie, die nadrukkelijk rekening hield met de kwaliteit van leven in 2060. Deze inwoners namen in hun maatregelen sociaaleconomische en demografische veranderingen mee, waar de heden-groep weinig rekening mee had gehouden. De toekomstgroep gaf bovendien prioriteit aan maatregelen die vroegtijdig werk maakten van langetermijnproblemen, maar zonder de belangen van huidige generaties te vergeten.

De toekomstvaardige samenleving

Een democratie met oog en hart voor toekomstige generaties heeft een toekomstvaardige samenleving nodig. Ieder van ons kan die toekomstvaardigheid eenvoudig oefenen. Plaats op je bureau een paar kinderschoenen als symbool van ongeboren generaties. Ze zullen je eraan herinneren om af en toe in hun schoenen te gaan staan, maar ze zullen ook gegarandeerd het begin zijn van een gesprek over het welzijn van die toekomstige kinderen met iedereen die aan je bureau verschijnt.

Over Eva Rovers

Alumna Eva Rovers studeerde kunstgeschiedenis in Utrecht en promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze is directeur van Bureau Burgerberaad en actief als non-fictieschrijfster. Als expert op het gebied van democratische vernieuwing treedt ze regelmatig op in de media, zowel op conferenties als op festivals als Lowlands en Brainwash.