Mogelijk maken
Een paar dagen voor het verschijnen van deze Illuster bereikte ons het verdrietige bericht dat mevrouw Hennipman is overleden.
Meer dan 230.000 mensen studeerden al af aan de Universiteit Utrecht. Iedere alumnus heeft een eigen, uniek levensverhaal. Het Utrechts Universiteitsfonds gaat in gesprek om verhalen over Utrecht, de studietijd en al die bijzondere levenservaringen op te halen. Deze keer spraken wij Doryne HennipmanGerritsen.
Ik was de wildebras
De 92-jarige mevrouw Doryne Hennipman-Gerritsen is een opgewekte spraakwaterval met heldere oogopslag. We zitten met koffie en koek in haar zonnige huiskamer en ze valt met de deur in huis: ik heb een grándioze opleiding gehad!
Mevrouw Hennipman start begin jaren 50 met de studie medicijnen aan de Rijksuniversiteit Utrecht en specialiseert zich tot kinderarts. Daarna neemt ze een kinderartsenpraktijk in Gouda waar, werkt ze als kinderarts bij consultatiebureaus, geeft EHBO-trainingen en runt bijna 10 jaar, samen met haar man, een huisartsenpraktijk in Enschede.
Uit wat voor gezin komt u? Uit een heel warm nest. Mijn vader was predikant, een mensenmens met groot gevoel voor rechtvaardigheid. Ik ben de tweede uit een vier-meiden-gezin. Ik was de wildebras. De trapleuningen in ons huis waren afgesleten omdat ik er altijd van af gleed. Ik denk wel eens dat ik verkeerd gebakken ben. Dat ik een jongen had moeten zijn. Onbevreesd, kapotte knieën, altijd druk. Ik was dol op mijn vader en hij ook op mij. Hij heeft dat nooit gezegd, maar dat weet ik wel.
Bent u onbevreesd gebleven? Nee, dat is verdwenen. In die dagen in september* heb ik veel ingeleverd. Die angst knijpt je in elkaar. Als enige van de vier dochters uit het gezin mag ze studeren. Haar vader stemt erin toe. “Ook al moet ik er krom voor liggen”, zei hij erbij. “In die tijd had je geen beurzen.
*Die dagen in september
Op 17 september 1944, tijdens de Slag om Arnhem, is ze twaalf jaar oud. Ze ziet vanuit de zondagschool de droppings, ze ziet de bommen vallen. De tocht die de drie zusjes naar huis ondernemen is gevaarlijk. Vliegtuigen komen gierend over en de meisjes bonken onderweg op deuren in de hoop een schuilplek te vinden. Niemand doet open. Een paar dagen later vlucht het gezin op de fiets naar Ugchelen, onderweg zien ze brandende lichamen in het weiland. Als ze een harde klap hoort en haar vader ziet wankelen, denkt ze dat hij geraakt is. Hij krabbelt weer overeind, het bleek een klapband.
Waarom koos u voor medicijnen? Mijn moeder was verpleegster en mijn vader dominee. Ik wist altijd al dat ik dokter wilde worden. Klaarstaan voor anderen is een belangrijke waarde in onze familie.
Utrecht De keus valt op Utrecht, haar vader heeft daar zelf ook gestudeerd en ze verhuist naar een zolderkamer in Oog en Al. Mijn moeder dropte me bij de UVSV. Daar viel ik meteen in de ontgroening. We zaten allemaal op de grond, hadden een rood lintje om ons hoofd, strikje bovenop. We moesten breien voor de arme kinderen.
Wat vond u van het studentenleven en UVSV? Ik ben niet zo’n verenigingenmens. Kwam terecht in een wereld waar veel meisjes zaten die uit de betere milieus kwamen. Waar veel geld was. Terwijl ik uit een gematigd gezin kom, ik wist dat mijn ouders er veel voor moesten laten om m’n studie mogelijk te maken.
En hoe zat het met de liefde? M’n vader was duidelijk. Hij zei: 'denk erom' (tikt met vuist op de salontafel) 'éérst de bul, daarna kan je met een vent aankomen'.
Ze ging wel eens uit. Met Bram, die in de baggerij zat en haar mee wilde nemen toen hij een baan aangeboden kreeg in het buitenland. Geen sprake van.
En een keer met Karel. Maar ik was niet zo zoenerig aangelegd en toen Karel nog een keer wilde afspreken heb ik duidelijk gemaakt dat we dat niet gingen doen. Dus daar ging Karel.
Was uw studie meteen wat u ervan verwachtte? Het viel niet altijd mee maar ik heb nooit gedacht aan ophouden. Ik had een doel. Collegelopen deed ik trouw, ik zat altijd op de eerste rij. Kan me nog herinneren dat ik examen deed bij professor Jongbloed. Dat was niet de gemakkelijkste man op deze wereld.
En dan, peinzend, maar ik heb het er toch heel goed gehad
.
Hoe was het voor de eerste keer aan de snijtafel? Ik kreeg een been. Een been is overzichtelijk. Ik heb het netjes afgepeld.
In haar derde jaar wordt ze gevraagd als practicum assistent. In ruil daarvoor betaalt ze dat jaar geen collegegeld. Dan moest je met die kikkers aan de slag. Oh gottogot, zo’n kikkertje haalde je dan helemaal uit elkaar om het hartje te prepareren. Dat moest vast aan een machientje, zodat het hartje bleef kloppen. Héél pietepeuterig werk.
Na vijf jaar in Utrecht verhuist ze naar Rotterdam om coschappen te lopen bij de Stichting Klinisch Hoger Onderwijs (nu: Erasmus Medisch Centrum Rotterdam). Voor het vak Verloskunde werd ik ingedeeld op Katendrecht. Een wijk met armoede en achterstand. Je ziet hier de lelijke en daardoor ook de waardevolle kanten van het vak. Dan kwam ik met m’n tas met spullen aan bij de bevallende vrouw en dan was er hélemaal niks in huis. Moest ik eerst de instrumenten uitkoken. Ergens schone theedoeken vandaan trekken. De vroedvrouwen lieten veel aan me over. Ik zeg altijd: aan de periferie leer je het vak. Heb een keer een puddingschaal uit de kast gepakt om de placenta op te vangen. Je hebt geen idee wat ik allemaal heb meegemaakt. Eén keer kwam ik onder de vlooien thuis. Vreselijk.
Ik zeg altijd: aan de periferie leer je het vak
Tijdens de coschappen leert ze haar man kennen. Ze beginnen een huisartsenpraktijk in Enschede en stichten een gezin. Binnen drie jaar krijgen ze drie zonen. Het echtpaar besteedt veel tijd en aandacht aan de mensen, ook als ze al beter waren bleef het contact. Soms moet haar man onverwacht weg tijdens het spreekuur. Dan hangt ze een briefje aan de deur:
Wie door mij geholpen wil worden kan blijven en anders is mijn man waarschijnlijk om een uur of 1 weer terug.
"Veel mannen gingen weg. Haha, ja, dat had je nog in de jaren zestig. Vrouwen bleven meestal zitten. Er waren ook mensen die niet echt een kwaal hadden maar met verdriet zaten. Dan kwam er ineens een verhaal los. Dat vond ik ook wel een beetje een gouden handdruk".
‘Het kan een poepbroek schelen’ Ook bij het consultatiebureau is ze een vraagbaak voor jonge ouders. De baby’s werden gewogen en sommige moeders waren onzeker als hun kind niks was aan gekomen.
En dan zei ik ja hoor ‘ns, heb je hem nog verschoond voordat je de deur uitging? Het kan een poepbroek schelen. En dan zag ik ze opklaren. Er was in die tijd nog ruimte om een band op te bouwen. Dat is veranderd, we mochten op een gegeven moment de kinderen niet vaker dan één keer in de zes weken zien. Toen was voor mij de lol eraf.
Tot slot: heeft u wel eens wijze raad gekregen van iemand, advies waaraan u vaak terugdenkt? Wat ik meekreeg van mijn ouders is: eerlijk zijn, je moet een ander niet belazeren. Dat heb ik overgedragen aan mijn kinderen.” Dan denkt ze even na. “Tsja, wat geef je ze mee? Het besef dat we leven in rijkdom maar niet mogen vergeten dat een groot deel van de wereld die rijkdom niet heeft. Ik heb ze m’n hart meegegeven.
Gelijke kansen op studeren
In het gezin waar mevrouw Hennipman opgroeide, was studeren niet voor alle dochters mogelijk. En ook in deze tijd is studeren niet zomaar vanzelfsprekend. Soms hebben studenten financiële steun nodig. Daarom probeert het Utrechts Universiteitsfonds te helpen met het zo belangrijke beurzenprogramma, mogelijk gemaakt door al onze donateurs. Help je mee? Want de studenten hebben ons nu nodig. Doneer voor gelijke kans op studeren in Utrecht.
uu.nl/doneren
Utrechtse miniatuur cadeau
Heb je in Utrecht gestudeerd, dan ken je natuurlijk het Academiegebouw. Sinds kort bestaat dit prachtige gebouw ook als Delftsblauw miniatuurhuisje. Het huisje is er één uit een serie van vijf monumentale Utrechtse gebouwen. Een uniek cadeau, speciaal voor donateurs van het Utrechts Universiteitsfonds. De oplage is beperkt, elk huisje is genummerd. Je ontvangt een miniatuur als je het universiteits- fonds steunt met een periodieke schenking van ten minste € 500 per jaar. Kijk op onze website of mail naar ufonds@uu.nl.
University Dinner
Het Utrechts Universiteitsfonds is een fonds voor en door alumni. Door alumni te betrekken bij het ondersteunen van onderwijs en onderzoek, krijgen nieuwe generaties studenten volop kansen en wordt bijzonder wetenschappelijk onderzoek mogelijk gemaakt. Op 7 juni 2024 organiseerde het fonds het University Dinner, een geweldige benefietavond op de mooiste plek van Utrecht: het Academiegebouw. En met succes! Er is op deze avond maar liefst € 230.170 aan donaties voor gelijke kansen voor al onze studenten opgehaald.