Kan RM leverschade behandelen of herstellen?

De regeneratieve geneeskunde richt zich vaak op het beter behandelen of herstellen van schade aan de lever. Onder andere stamcellen, gentherapie en bioprinten worden hierbij ingezet.

De lever is een bijzonder orgaan: anders dan andere organen kan het zichzelf grotendeels herstellen na schade. Maar soms is deze schade te groot, of kan de lever de oorzaak niet oplossen. Binnen de regeneratieve geneeskunde worden nieuwe manieren onderzocht om schade aan de lever te herstellen. In dit artikel lees je meer over een aantal van die onderzoeken. 

Hoe wordt de lever ziek?

De lever speelt een grote rol in de stofwisseling. Zo verwerkt het orgaan koolhydraten, vetten en eiwitten. De lever kan door verscheidene oorzaken ziek worden, zoals virusinfecties en alcoholmisbruik. Daardoor raakt de lever beschadigd en kan het zijn functie minder goed uitvoeren. Sommige aandoeningen zijn te genezen of onder controle te houden met medicijnen. Als dit niet mogelijk is, is in het eindstadium van de ziekte een levertransplantatie vaak de laatste mogelijkheid. Maar er zijn lange wachtlijsten voor orgaandonatie. Het vinden van een alternatief voor levertransplantatie is dan ook een belangrijk doel van de regeneratieve geneeskunde. 

Ontstekingsremmende stamcellen

Soms is de lever zodanig beschadigd dat die zichzelf niet meer kan herstellen, bijvoorbeeld bij een langdurige ontsteking. Bij zulke ontstekingen aan de lever, ook wel hepatitis genoemd, kunnen ontstekingsremmende stamcellen ingezet worden. Deze cellen komen vaak van de patiënt zelf en kunnen in de bloedbaan worden gebracht. Ze onderdrukken de ontsteking waardoor de lever zelf kan herstellen. Dit kan succesvol zijn in een vroeg stadium van de ontsteking. In een later stadium, wanneer er eenmaal te veel schade is veroorzaakt, werkt deze behandeling helaas niet meer. 

Geprinte lever voor transplantatie

Een andere manier waarop onderzoekers proberen transplantatie overbodig te maken is door het bioprinten van leverweefsel. Hierbij worden stamcellen van de patiënt afgenomen en buiten het lichaam vermeerderd. Een speciaal protocol zet deze stamcellen aan om levercellen te worden. De cellen worden vervolgens geprint, samen met bloedcellen, om de structuur van de lever zo goed mogelijk na te bootsen. Dit nieuwe, gezonde weefsel wordt vervolgens in de patiënt geplaatst, waar het kan helpen het zieke weefsel van de patiënt te herstellen. 

Een geprint stukje weefsel met levercellen en bloedvaten

Fout in het DNA herstellen

Ook voor patiënten met een aangeboren afwijking aan de lever wordt geprobeerd transplantatie overbodig te maken. In deze gevallen is het herstellen van de genetische fout het grote doel, bijvoorbeeld met gentherapie. Dit kan op twee manieren. Ten eerste kunnen speciale virussen worden toegediend die in de cellen van de patiënt de genetische fout rechtzetten. Ten tweede kunnen cellen van de patiënt worden afgenomen, waarna de fout in de cellen in het lab gecorrigeerd wordt. Daarna kunnen ze weer terug in de patiënt. 

Een voorbeeld van die tweede methode is de behandeling van een patiënt met de ziekte van Wilson in een recente klinische studie. De ziekte van Wilson is een stofwisselingsziekte waarbij het metaal koper zich ophoopt in het lichaam. Dat zorgt voor schade, onder andere aan de lever. Ook deze ziekte wordt veroorzaakt door een foutje in het DNA. Bij de behandeling namen artsen stamcellen af van de patiënt, waarna de fout in het lab werd hersteld. Daarna kreeg de patiënt de gezonde stamcellen terug, die ervoor zorgden dat het koper weer goed werd verwerkt. 

Alle hierboven genoemde technieken zijn nog niet algemeen beschikbaar voor patiënten, maar wel veelbelovend. De verwachting is dat deze technieken op termijn klinisch toegepast gaan worden bij leverziekten.