Toen een klimaatfysicus een archeoloog ontmoette…

Wat is het belang van een klimaatfysicus in een archeologisch onderzoek naar een schipwrak uit de 18eeeuw? In deze blog van de Utrecht Young Academy vertelt dr. Erik van Sebille, oceanograaf en klimaatwetenschapper, hoe interdisciplinair onderzoek onmisbaar is om sommige grote vragen te beantwoorden.

Ik hou van interdisciplinair onderzoek doen. Misschien nog wel meer dan monodisciplinair onderzoek. Het voelt vaak alsof mijn monodisciplinaire projecten alleen kleine bijdragen leveren aan de cirkel van menselijke kennis, terwijl er nog veel vragen op antwoord wachten aan de grenzen waar disciplines elkaar ontmoeten.

Dr. Erik van Sebille (foto: Ed van Rijswijk)

Ik ben een klimaatfysicus die onderzoekt hoe oceaanstromen ‘dingen verplaatsen’. Ik heb uitgebreid samengewerkt met genetici om mariene ecosystemen te analyseren, met wiskundigen om nieuwe methoden te ontwikkelingen voor het ontrafelen van oceaanstromen, en met ecotoxologen om de schade van plastic voor het mariene leven in kaart te brengen. Dit waren inspirerende en leuke interdisciplinaire onderzoekssamenwerkingen die hebben geleid tot veel super-relevante peer-reviewed artikelen. De combinatie van expertises van twee verschillende disciplines leidde tot nieuwe inzichten in elke samenwerking, die niet mogelijk zouden zijn geweest in monodisciplinaire projecten.

Maar er is één interdisciplinair onderzoek waar ik met name trots op ben: mijn samenwerking met een groep archeologen. Die groep, die ik ontmoette via een collega in Sydney, had zojuist het wrak van een oud Europees schip ontdekt op een afgelegen strand in Nieuw-Zeeland. Carbon-datering liet zien dat het hout voor het schip was verzameld omstreeks 1705, wat het schip veel ouder maakte dan dat van kapitein James Cook toen hij de ‘eerste Europeaan was die Nieuw-Zeeland ontdekte’ in 1769. En een analyse van het wrak zelf suggereerde dat het Nederlands was; hun vondst had dus de potentie om de geschiedenisboeken te herschrijven. 

Veel van de meest interessante vragen die nog beantwoord moeten worden liggen tussen disciplines, maar hebben state-of-the-art expertise nodig uit meerdere van deze disciplines.

Er was alleen één grote vraag: voer het Nederlandse schip bewust naar Nieuw-Zeeland? Of kan het ook ergens anders schipbreuk hebben geleden (de Nederlanders voeren in de tropische Indische Oceaan en de Indonesische Archipel in die tijd) en naar het strand in Nieuw-Zeeland zijn gedreven als een wrak? Dit is waar mijn werk begon, met mijn kennis over (vroegere) oceanische stromingen. Ik gebruikte een speciale versie van mijn plasticadrift.org website om de meest waarschijnlijke oorsprong van wrakken te berekenen die op het Nieuw-Zeelandse strand eindigden, en vond dat het extreem onwaarschijnlijk (of zelfs: onmogelijk) voor een wrak was om daarheen te drijven vanuit de Indonesische Archipel of de tropische Indische Oceaan. De conclusie was dat het actief naar Nieuw-Zeeland moet hebben gevaren, of dat het in ieder geval relatief dichtbij schikbreuk moet hebben geleden, wat de eerste Europese ontdekking van Nieuw-Zeeland ongeveer een halve eeuw terugduwt.

Ik had tijdens mijn studie Natuurkunde nooit verwacht te publiceren in een tijdschrift over archeologie

Ik ben met name trots op dit specifieke project omdat ik tijdens mijn studie Natuurkunde nooit had verwacht te publiceren in een tijdschrift over archeologie. Maar nog belangrijker, ik heb het gevoel dat mijn bijdrage een klein (in tegenstelling tot mijn medeauteurs had ik niet jaren besteed aan het nauwgezet opgraven van het wrak in een afgelegen wildernis) maar belangrijk deel van de puzzel was.    

Kaart door James Cook uit 1770 (National Library of New Zealand)

En dat is waarom ik het doen van interdisciplinair onderzoek zo leuk vind. Omdat ik het gevoel heb dat ik anderen kan helpen met hun ‘grote vragen’. Veel van de meest interessante vragen die nog beantwoord moeten worden liggen tussen disciplines, maar hebben state-of-the-art expertise nodig uit meerdere van deze disciplines. Samenwerking is daarom onmisbaar.

Interdisciplinaire samenwerking is niet altijd makkelijk. Anderen in deze serie blogs hebben reeds gesproken over de vele valkuilen en uitdagingen, net als over de kansen, van interdisciplinair onderzoek. Maar ik beschouw mijn interdisciplinaire werk als de kers op de taart; de echt leuke projecten die opportunistisch en enorm waardevol zijn omdat ze de wetenschap daadwerkelijk verder brengen. Plus, het heeft mij veel vrienden uit de hele wereld opgeleverd." 

Erik van Sebille, PhD. Lid van de Utrecht Young Academy. Universitair hoofddocent oceanografie en klimaatwetenschappen.