Hoe werken we samen aan het ‘nieuwe normaal’? Acht adviezen uit de wetenschap.
De belangrijkste do’s & don’ts voor een goed functionerende postcorona-samenleving
Na de maandenlange lockdown begint Nederland voorzichtig aan een herstart. Het inrichten van de anderhalvemeter-samenleving vraagt een hoop van ons wat betreft aanpassing, geduld, solidariteit, veerkracht en begrip. Wat is er nodig om de draad weer op te pakken en de schade zoveel mogelijk te beperken? Hoe voorkomen we dat vooral kwetsbare groepen de dupe worden van de coronacrisis? Wat kunnen we met z’n allen doen om de samenleving zo goed mogelijk draaiende te houden en voor te bereiden op de toekomst, zowel sociaal als economisch gezien?
Acht lessen voor de postcorona-samenleving
In dit artikel zetten we daarvoor belangrijke handvatten op een rij, met de adviezen die onze wetenschappers delen in de media. Hoe zorg je dat de juiste – nieuwe – maatschappelijke spelregels worden ingezet en opgevolgd?
Geef ruimte aan de creativiteit van mensen; maak het makkelijker of leuker.
Les 1: Betrek mensen zelf bij de inrichting van de nieuwe omgeving en beperk verboden.
De anderhalvemeter-samenleving wordt stapje voor stapje ontwikkeld. Geboden helpen daar niet bij, legt De Ridder in een interview voor Sociale Vraagstukken uit. ‘Er zijn maar twee manieren waarop je gedragsverandering volhoudt: het moet makkelijker worden of leuker.’ Hameren op richtlijnen werkt volgens haar contraproductief. ‘Zet in op de creativiteit en inbreng van mensen zelf. We weten inmiddels heus wel dat er echt wat verandert, maar het is belangrijk dat we ruimte krijgen om onze omgeving zelf mee te mogen inrichten. Een sociale norm ontwikkelen we met z’n allen – maar we hebben er wel kleine duwtjes voor nodig. Bijvoorbeeld met persoonlijke verhalen waarin mensen vertellen over hoe zij het aanpakken, dat nieuwe normaal.’
Spreek mensen niet aan op hun moraliteit, maar zoek samen naar nieuwe spelregels voor passend gedrag.
Les 2: Moraliseren is weinig effectief - spreek liever samen nieuwe spelregels af.
In een podcast van BNR legt Ellemers uit: ‘Als je iemand aanspreekt op het feit dat hij of zij amoreel of asociaal is, zal die persoon er alles aan doen om dat recht te praten. Mensen komen zo echter niet in de verbeterstand, waarbij ze daadwerkelijk hun gedrag veranderen. Om dat te bereiken kun je mensen beter direct aanspreken op hun gedrag.’ En omdat we met z’n allen nieuwe spelregels moeten maken voor deze situatie, zou je er met vrienden zelfs beter echt een spel van kunnen maken, adviseert de hoogleraar. ‘Spreek vooraf de nieuwe spelregels af en stel bijvoorbeeld een van je vrienden aan als ‘afstandspolitie’.
Investeer in preventie en maak een goede taakverdeling wat betreft zorg en waakzaamheid.
Les 3. Verdeel taken en verantwoordelijkheden evenredig.
In Trouw legt De Graaf uit: ‘Voor het eerst in de geschiedenis spelen media zo'n grote rol: we kunnen alles op de voet volgen en ons overal mee bemoeien. Maar het is moeilijk om – juist met al die input - zo lang alert te blijven. Het is daarom zaak om praktisch te leren omgaan met risico’s en te leren investeren in preventie. We moeten zoeken naar crisisbeheersinstrumenten die passen bij open, democratische samenlevingen: instrumenten die ons helpen als samenleving alert te blijven, waarbij we waakzaamheid ook kunnen delegeren. Zodat de last van waakzaamheid en zorg eerlijk wordt verdeeld. Het is belangrijk dat we oefenen op de praktijk van caritas en solidaritas. We moeten juist de dagelijkse praktijk van aanpassing aan deze crisis op orde hebben.'
Voorkom dat we terugvallen in oude rolpatronen en verdeel taken thuis gelijk.
Les 4: Zorg ook thuis voor een gelijke taakverdeling.
‘In een crisis lopen we het risico in oude rolpatronen terug te vallen,’ vertelt Derks bij NPO Radio1. ‘Van mannen wordt verwacht dat zij de kostwinner zijn en van vrouwen dat zij zorgen voor de kinderen. Dit soort patronen zit heel diep in ons. Tijdens deze crisis waarin ouders opeens meer tijd bij hun kinderen moeten zijn, wordt dit versterkt. Hierdoor zullen vrouwen op de korte en lange termijn stappen terug gaan zetten als het gaat om arbeidsparticipatie. Belangrijk is dus om thuis de nieuwe zorgtaken zo gelijk mogelijk te verdelen.’ Ook de werkgever heeft volgens haar een duidelijke taak. ‘Werkgevers zullen de neiging hebben vrouwen meer ruimte te geven voor zorgtaken thuis, maar mannen niet. Geef mannen die ruimte ook. Bovendien, als vrouwen tijdens deze uitzonderlijke situatie op het werk minder presteren omdat ze thuis meer andere taken hebben, betekent dat niet dat ze minder goed of ambitieus zijn in hun werk. Trek als werkgever dus geen conclusies op basis van deze tijdelijke situatie.’
Het is belangrijk dat er ruimte blijft voor improvisatie. We moeten structuren uit de eerdere fase van deze crisis tegen het licht blijven houden en waar nodig bijstellen.
Les 5: Faciliteer improvisatie om bij te kunnen sturen.
‘Crises leiden tot allerlei vormen van improvisatie, informele arrangementen, die op hun beurt weer ‘stollen’ als ze blijken te werken. Dat is natuurlijk prachtig. Maar het is toch goed de structuren die zich in de vroege fase hebben ontwikkeld af en toe tegen het licht te houden en waar nodig bij te stellen’, legt crismanagement-deskundige ’t Hart uit. Want in een langdurige, grensoverschrijdende crisis zal het zwaartepunt verschuiven, waardoor andere expertise, andere middelen, andere overleg- en besluitvormingslijnen nodig blijken. Improvisatie moet daarom worden gefaciliteerd en gekanaliseerd.’
Voor goed werkende gedragsinterventies moet je beleidsinstrumenten aanpassen op de situatie. Daarbij zijn ‘nudging’ en testen heel belangrijk.
Les 6. Stimuleer gewenst gedrag door maatwerk en een duwtje in de goede richting.
Volgens gedragsbestuurskundige Tummers zijn er wat betreft beleidsmaatregelen ver- en geboden, maar ook nudges nodig (een duwtje in de goede richting), zoals het benadrukken van sociale normen. ‘Recent onderzoek laat zien dat dit om maatwerk vraagt, aangezien sociale normen van groep tot groep en over tijd verschillen. Maar minstens zo belangrijk in deze crisis is testen: niet zozeer of je corona hebt, maar vooral in hoeverre gedragsinterventies werken. Neem niet altijd aan dat je weet wat werkt vanuit vorige crises,’ raadt hij daarom aan in een video voor State of Science.
Zorg voor reminders aan de gedragsregels. Ook het delen van verhalen over persoonlijke ervaringen zijn belangrijk in het omgaan met het huidige sociale dilemma.
Les 7: Zorg voor regelmatige reminders en persoonlijke verhalen.
Volgens Van den Bos hebben we momenteel te maken met een klassiek sociaal dilemma, vertelt hij in Trouw. ‘Als een persoon de regels overtreedt, is er weinig aan de hand. Maar als een grote groep mensen dat doet, wordt het een probleem.’ Hoe zorg je ervoor dat mensen het grotere belang voor ogen houden? ‘De langdurigheid van de maatregelen maakt het steeds moeilijker, maar ook de ambiguïteit van de regels. Het is lang niet altijd duidelijk wat er nu wel en niet mag.’ Om onszelf en anderen te disciplineren zijn reminders aan de gedragsregels heel belangrijk: ‘Plak een sticker op je trui met ‘houd anderhalve meter afstand’, of teken een cirkel om jezelf heen als je in het park je kleedje uitspreidt. Een andere manier: vertel elkaar over de gevolgen van te weinig afstand houden, over wat besmettingen met mensen dichtbij of verder weg van jou doen. Zoals het verhaal van Edith Bosch, de topfitte ex-judoka, die doodziek werd van het coronavirus’, aldus Van den Bos.
Zorg dat mensen het vertrouwen hebben – en krijgen - dat ze samen het verschil kunnen maken.
Les 8: We moeten het samen doen – dus ondersteun en faciliteer burgercollectieven.
De verantwoordelijke en solidaire burger is in korte tijd rolmodel geworden. Alle reden om beter naar het fenomeen burgercollectieven te kijken, zeggen Eva Vriens, Ton Duffhues en Tine de Moor in De Groene Amsterdammer. ‘Daarin wordt immers al langer gewerkt aan het heruitvinden van solidariteit tussen burgers en worden deels de gaten gevuld die binnen onze samenleving zijn gevallen op het gebied van zorg, welzijn, geestelijke gezondheid en gemeenschapsvorming.’ Om deze initiatieven bestendig te maken, moet de solidariteit tussen burgers worden teruggevonden. ‘De veerkracht die door burgerinitiatieven op de korte en langere termijn wordt opgebracht, zou door elk toekomstig overheidsbeleid erkend, bemoedigd en gefaciliteerd moeten worden. Door het belang te erkennen en de initiatieven serieus te nemen, kunnen ze helpen en bijdragen om samen de nieuwe samenleving vorm te geven.’