Biodiversiteit vergroten
De biodiversiteit staat wereldwijd onder druk. Meer dan 35.000 soorten planten en dieren worden met uitsterven bedreigd, volgens de International Union for Conservation of Nature. Daarom wil de Universiteit Utrecht de biodiversiteit helpen vergroten op lokaal, nationaal en mondiaal niveau. In 2035 willen we een groenere campus door versterking en herstel van de lokale biodiversiteit.
Hoe gaan we dat doen?
- meer ecologisch inrichten en beheren van de campus
- bescherming van dieren en planten
- ecologische voetafdruk verkleinen
- meer onderwijs en onderzoek over biodiversiteit
- impact vergroten
Meer biodiversiteit op de campus
Samen met onderzoeksbureau Dactylis heeft de universiteit een inrichtings – en beheerplan gemaakt voor het herstel van de biodiversiteit in het USP. Daarin is het gebied een landschap waar het groen met elkaar én met de natuurlijke gebieden rondom verbonden is. We nemen in het gebied van het USP tot aan 2035 verschillende maatregelen om de biodiversiteit te vergroten, zoals het ecologisch beheren van bermen en gazons. Als universiteit willen we het eigen gebied vergroenen om lokaal de biodiversiteit te herstellen, te versterken en duurzaam te gebruiken.
Interactieve routekaart voor meer biodiversiteit
Biodiversiteit gaat over alle levensvormen op het USP. Alle planten- en diersoorten zijn op de een of andere manier van elkaar afhankelijk. Ze houden elkaar in balans. De Universiteit Utrecht beheert zelf een gebied van 350 hectare: het Utrecht Science Park (USP). Dit gebied heeft een essentiële rol als verbindend element tussen de omliggende natuurgebieden. Denk bijvoorbeeld aan kruidenrijke bermen, natuurvriendelijke oevers, soortenrijke akkers, fruitboomgaard in een autoluw, energieopwekkend gebied en de Botanische Tuinen als groen hart.
Bescherming van dieren en planten
De universiteit beschermt actief het leefgebied van planten en dieren. We maken het gebied toegankelijker door het anders in te richten en te beheren. Zo gaan meer planten en dieren zich thuis voelen in het Utrecht Science Park. We maken bijvoorbeeld schuilplekken voor marters, reeën en dassen en richten natuurvriendelijke oevers in voor kikkers, padden en salamanders. We zorgen voor vliegroutes voor vleermuizen en creëren bloemrijke graslanden, die we ecologisch beheren. Zo vergroten we de biodiversiteit. De Universiteit Utrecht heeft twintig gidssoorten benoemd. We monitoren deze dier- en plantsoorten en leefgebieden en verbeteren waar dat kan. Ben je benieuwd welke soorten dat zijn, en wat zij bijdragen aan het gebied? Bekijk de gidssoorten in de galerij.
Boerderij bij Diergeneeskunde gaat voor meer biodiversiteit
Op de Tolakker maakt tien hectare grasland plaats voor ecologische verbindingsstroken en natuurvriendelijke slootoevers. Dat kan doordat de faculteit het aantal koeien vermindert en dus minder voer nodig heeft. Boer Jorn Vernooij ploegt minder diep, zaait op sommige akkers kruidenmengsel in, en gaat voor het maaien met een drone controleren op kievitseieren. Biologen onderzoeken ondertussen wat de maatregelen opleveren voor de biodiversiteit. “Practice what you teach.”
Impact vergroten
Daarnaast willen we als Universiteit Utrecht meer impact maken op dit thema, door meer draagvlak voor biodiversiteitsherstel en het delen van kennis. Zo dragen we bij aan de bescherming en het herstel van ecosystemen en bereiken we meer mensen die zich kunnen inzetten voor biodiversiteit. Hiermee vergroten we de (positieve) impact op biodiversiteit.
Verkleinen ecologische voetafdruk
De universiteit wil de biodiversiteit vergroten op lokaal, nationaal en mondiaal niveau. Daarom kijken we ook kritisch en open naar onze eigen (mondiale) ecologische voetafdruk. Deze voetafdruk wordt gevormd door wat we als universiteit inkopen, bouwen en weggooien. Dit heeft invloed op biodiversiteit ver weg en dichtbij. Het hangt af van waar materialen geproduceerd worden en hoe afval verwerkt wordt.
We leggen de nadruk bij het verkleinen van onze voetafdruk op de vijf componenten van de Nederlandse ecologische voetafdruk. Dit zijn:
- gebruik van vlees, zuivel en ander voedsel
- hout en papier
- bebouwing
- transport en infrastructuur
- kleding en textiel
Daarnaast is het relevant te kijken naar de impact van CO2-compensatiemaatregelen.