Wat vogelzang ons zegt over hoe wij leren praten

Twitter-evolutie

"Dieren kunnen wel communiceren, maar hebben geen taal." Volgens professor Johan Bolhuis is mensentaal uniek door onze creativiteit. Wij variëren eindeloos met letters en woorden, en dieren kunnen dat niet. Toch gebruiken sommige dieren wel elementen van taal, die ons iets kunnen leren over onszelf. "Er zijn hele interessante overeenkomsten tussen hoe zangvogels leren zingen en de manier waarop kinderen leren spreken."

Spelen in het KinderKennisCentrum

Hoogleraar cognitieve neurobiologie Johan Bolhuis en zijn onderzoeksgroep bestuderen hoe de zang van de zebravinken in elkaar zit. "Gabriël Beckers, Sita ter Haar en ikzelf zijn bezig met de neurobiologische kant, en collega Carien Mol focust op de gedragskant." De hamvraag: kun je in vogelzang aspecten onderscheiden die ook een rol spelen bij hoe kinderen spraak leren? Prosodie is bijvoorbeeld zo'n aspect. Bolhuis: "Dat wil zeggen de klemtoon, de intonatie en het ritme van spraak, waar je allerlei emoties in kunt leggen. Prosodie is een belangrijk onderdeel van menselijke spraak en speelt een grote rol bij taalverwerving. Kinderen moeten uit de stroom klanken die ze horen leren onderscheiden: wat is eigenlijk een woord?"

 

Een vervolgstap in ons onderzoek: helpt het speciale toontje waarop veel ouders tegen hun baby's praten bij de taalontwikkeling van kinderen?

De vraag is dus of zangvogels ook zo'n prosodische structuur hebben. Bolhuis: "Zebravinken leren een liedje van hun vader. Wij hebben jonge vogels het liedje van hun vader aangeboden met de elementen in een andere volgorde. Dat blijkt niks uit te maken, ze herkennen het nog net zo goed. We hebben ook gekeken naar de stiltes tussen de onderdelen van het liedje. Wat gebeurt er als je die pauzes groter maakt of weghaalt? Ook dat lijkt niet zoveel uit te maken, maar het zou een prosodische cue te kunnen zijn: let op, hier begint een nieuw element. Wij willen weten of dit een hulpmiddel is voor het dier om het liedje te leren."

Uit ander onderzoek blijkt dat zebravinkvaders anders zingen tegen hun jongen dan normaal. Bolhuis: "Er is veel discussie over het speciale toontje waarop veel ouders tegen hun baby’s praten: maakt dat iets uit? Helpt dat kinderen om de taal beter te leren? En zo ja, zou het dan bij die beestjes ook helpen als hun vader bijvoorbeeld iets langzamer zingt, of een iets langere pauze houdt? Dat zou een vervolgstap kunnen zijn in ons onderzoek. Steeds weer gericht op de parallellen tussen zangvogels en mensen."

Als vogels jong zijn kunnen ze heel makkelijk een liedje leren, maar hoe ouder ze worden, hoe moeilijker het gaat.

Je lijkt meer op een zebravink dan je denkt

Die parallellen zijn er op een aantal niveaus, zegt Bolhuis. "Op gedragsniveau zijn er interessante overeenkomsten. Vogels en mensen leren allebei klanken van volwassenen, en bij beide is sprake van een gevoelige leerperiode. Ik heb geprobeerd om Hongaars te leren, maar dat is bijna onmogelijk. Het is een waanzinnig ingewikkelde taal met hele rare klanken. En mijn dochter had er als jong kind totaal geen moeite mee. Bij die zangvogels is het net zo. Als ze jong zijn kunnen ze heel makkelijk een liedje leren, maar hoe ouder ze worden, hoe moeilijker het gaat."

Two zebra finches.

Meer parallellen zijn te vinden op het niveau van het brein. "Dat zou je misschien niet verwachten, want die vogels hebben hele kleine breintjes. Maar we hebben onder andere hier in Utrecht ontdekt dat bij zowel zangvogels als mensen de linkerhersenhelft een belangrijke rol speelt. Als wij spreken of luisteren zien we vooral activiteit in bepaalde gebieden aan de linkerkant van het brein. Bij vogels is ook zoiets aan de hand. Als ze het liedje horen dat ze van hun vader geleerd hebben is er veel activiteit in de linkerhersenhelft."

De cruciale vraag volgens Bolhuis: hebben zangvogels dan ook taal zoals wij dat hebben? "Daar zijn hele felle discussies over. Wij hebben ons daarin gemengd, samen met taalkundigen van MIT met interesse voor de biologie en evolutie van taal. Wij hebben toen geconstateerd: er zijn geen aanwijzingen dat de structuur van die liedjes talig is. Wij denken dat de manier waarop zangvogels geluiden aan elkaar voegen, een fundamenteel ander principe is dan dat van menselijke taal." Bij het onderzoek met de zebravinken maken de onderzoekers dus onderscheid tussen taal en spraak: de manier waarop je klanken leert maken.

De stap van vogelzang naar kindertaal

Voordat dit onderzoek de dagelijkse praktijk bereikt is er nog een lange weg te gaan. "Het is belangrijk dat we meer te weten komen de fundamentele principes van leerprocessen, wil je daar toepassingen uit kunnen halen. Is prosodie inderdaad ook bij zebravinken van belang? Kun je daar beter door leren? Misschien kunnen we met die kennis therapieën ontwikkelen voor kinderen met taalmoeilijkheden."

De vogels bieden een belangrijk startpunt voor onderzoek met mensen. "Je kunt bij kinderen natuurlijk geen ingrepen doen in de hersenen, wat je bij die zangvogels wat makkelijker kunt doen. Zo kun je op breinniveau kijken: hoe zit dat in elkaar? Gabriël Beckers kijkt bijvoorbeeld met elektroden naar de hersenactiviteit. Wat gebeurt er als je liedjes aanbiedt die je op een kunstmatige manier ingewikkeld maakt?  De bevindingen kunnen we in een later stadium misschien toepassen op kinderen met taalontwikkelingsstoornissen."

Zebravink zit op een takje.

Dankzij Dynamics of Youth konden Bolhuis en zijn team bij dit project samenwerken met René Kager en Martin Everaert, taalkundigen bij de Faculteit Geesteswetenschappen. "Het idee is om samen verder onderzoek te doen met zangvogels én kinderen. We hebben bijvoorbeeld ontdekt dat hoe meer vogels leren, hoe meer de informatie naar de linkerkant van de hersenen verhuist. Dat gebeurt met name tijdens de slaap. Dat proces is bij mensen nooit gemeten. Het zou best kunnen dat als je slapende kinderen in een MRI-scanner legt, er allerlei interessante dingen gebeuren. Ik heb al een gesprek gehad met Serge Dumoulin, hoogleraar Perceptie, Cognitie & Neurowetenschap en directeur van het Spinoza Centre for Neuroimaging in Amsterdam. Die heeft ook oren naar samenwerking."


Dynamics of Youth

Dit is een project van Dynamics of Youth, een van de vier strategische thema’s van de Universiteit Utrecht. Dynamics of Youth verbindt excellent kinder- en jeugdonderzoek uit alle zeven faculteiten, en zoekt het antwoord op een cruciale vraag voor volgende generaties: hoe kunnen we onze kinderen helpen bij hun ontwikkeling tot gebalanceerde individuen, die zich succesvol kunnen handhaven in een snel veranderende omgeving?

Lees ook

Brigitta Keij MA MSc onderzocht tijdens haar promotieonderzoek de vroege verwerving van taalritme en het gebruik daarvan in spraaksegmentatie, het opdelen van spraak in woorden.

Het gebruik van klemtonen door baby’s voor het leren van taal

Lees ook

Dr. Ao Chen en dr. Sita ter Haar onderzoeken spraak- en taalstoornissen bij kinderen. Waarom leren de meeste baby’s zonder problemen taal, terwijl andere bijvoorbeeld dyslexie ontwikkelen?

Taal en het jonge brein