Nieuw magazine over Utrechts kind- en jeugdonderzoek

Voorkant van het magazine, skatende jongens met de tekst 'Be Real'
Fotografie: Sandra Stokmans

Het magazine Be real staat in het teken van de onderlinge, interdisciplinaire samenwerking in het Utrechtse kind- en jeugdonderzoek, en is een publicatie van UU-Dynamics of Youth en Child Health, één van de zes speerpunten van het UMC Utrecht. Het bevat bijdragen van (onder meer) onderzoekers Joost Huijer en Jet Tigchelaar (beiden verbonden aan het Utrecht Centre for European Research into Family Law, UCERF), Thomas Van Huizen (verbonden aan de Utrecht University School of Economics) en Kathrine van den Bogert (verbonden aan het Departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap).

In ‘Be real’ spreken onderzoekers uit verschillende vakgebieden over kansengelijkheid en hoe we daar voor kinderen en jongeren aan kunnen bijdragen. Zij constateren een cultuurverandering in de zorg, bijvoorbeeld dat de blik de laatste jaren breder en integraler is geworden. Onderzoekers met heel verschillende achtergronden werken tegenwoordig met elkaar samen in onderzoeksprogramma’s zoals Dynamics of Youth. Daarin groeit de aandacht voor de omstandigheden waaronder kinderen opgroeien en de kansen(on)gelijkheid die dat met zich meebrengt. Het langlopende TRAILS-onderzoek (TRacking Adolescents’ Individual Lives Survey) is een mooi voorbeeld van multidisciplinair onderzoek naar de psychische, sociale en lichamelijke ontwikkeling van adolescenten en jongvolwassenen. De samenhang tussen sociale, psychologische en biologische factoren wordt hiermee duidelijk.

De eerste levensperiode is heel belangrijk, zo niet bepalend voor latere ongelijkheid

Daarom is investeren in voorschoolse voorzieningen belangrijk. “Daar kunnen we echt een verschil maken”, zegt Thomas. Anderzijds ziet hij dat de verschillen zo groot zijn dat het niet realistisch is om te denken dat een wereld met gelijke kansen ooit helemaal mogelijk zal zijn. “Je hebt te maken met een hardnekkig probleem.”

Recht op gelijke kansen voor kinderen

Jet Tigchelaar schreef over het recht op een eerlijke, gelijke kans in het leven in het licht van het internationale Kinderrechtenverdrag. Ze gaat in op het dilemma van kansenongelijkheid. Hoe kan dit vermeden worden? “Een rechtvaardige samenleving begint met gelijke kansen voor alle kinderen. Het is een fundamenteel recht en ik zie het vooral als een plicht van ons allemaal om dit te realiseren.”

Denk aan het recht op toegang tot onderwijs, of het recht om niet te worden gediscrimineerd. Juridisch is het goed geregeld dus. De praktijk is weerbarstiger.

Vaccinatie: een regionaal of mondiaal vraagstuk?

Is een academisch kinderziekenhuis er alleen voor de kinderen in de regio, of draagt het ziekenhuis ook een verantwoordelijkheid voor alle kinderen wereldwijd? Over deze vraag boog Joost Huijer zich samen met kinderinfectioloog Louis Bont.

Neem bijvoorbeeld het verkoudheidsvirus RSV – nog steeds de tweede doodsoorzaak onder zuigelingen wereldwijd. Gelukkig worden er nu twee vaccins ontwikkeld; als deze in het Rijksvaccinatieprogramma worden opgenomen, is het probleem in dit deel van de wereld opgelost.

Het recht op geneeskundige zorg kan botsen met andere grondrechten.

Toch zijn er op heel veel plekken in de wereld geen ziekenhuizen waar je gemakkelijk terecht kan met je besmette kind. Kunnen wij daar hier iets aan doen? Er ligt een juridische basis in het VN Kinderrechtenverdrag voor een ziekenhuis om alle kinderen, ook die in ontwikkelingslanden, te bereiken. Lid 4 van Artikel 24 van het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind stelt ten aanzien van het recht van kinderen op gezondheid: “Wat dit betreft wordt in het bijzonder rekening gehouden met de behoeften van ontwikkelingslanden.” Inentingen zijn daarvoor een belangrijk middel. 

Ook is goede voorlichting vanuit de overheid een belangrijke voorwaarde voor bewustwording. Joost: “Het recht op geneeskundige zorg kan botsen met andere grondrechten, zoals het recht op godsdienstvrijheid. Meer kennis kan mensen helpen om voor hun kinderen een afgewogen keuze te maken.”

Sportparticipatie maakt jongeren fitter – in alle opzichten

Kathrine van den Bogert onderzocht eerder hoe meiden met een migratie- en moslimachtergrond in de Haagse Schilderswijk zelf hun voetbaltrainingen en -wedstrijden organiseerden. Nu richt zij zich op sportparticipatie bij voetbalclub SVO De Dreef in Utrecht Overvecht, waar een informeel lidmaatschap de kans biedt aan jongeren om in clubverband te voetballen die anders buiten de boot zouden vallen.

Ik zie in mijn onderzoek hoe belangrijk het is dat je sport zo laagdrempelig en informeel mogelijk aanbiedt.

Bij De Dreef is maar een derde van de leden officieel geregistreerd als KNVB-lid. De andere voetballers doen niet mee in de officiële competitie. “Dat zijn bijvoorbeeld jongeren met gescheiden ouders, die veel op verschillende plekken wonen, waardoor het lastig is om mee te doen aan reguliere competities. Of er zijn geldzorgen of praktische belemmeringen zoals vervoer, waardoor ze niet volledig lid kunnen zijn. Maar met dit informele lidmaatschap kunnen ze toch meedoen.”

Leest het volledige magazine hier