“Kwetsbare werkenden helpen is goed voor de economie”

Sonja Bekker, nieuwe hoogleraar Europees Sociaal Beleid

Sonja Bekker
Foto: Patrick Post.

Sonja Bekker is per 1 september 2023 benoemd tot hoogleraar Europees Sociaal Beleid aan de faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie van de Universiteit Utrecht. Een leerstoel bij Rechtsgeleerdheid, maar de samenwerking met andere vakgebieden zal stevig zijn, want “een eerlijkere, inclusievere arbeidsmarkt is belangrijk voor de samenleving en de economie”, aldus Sonja Bekker. En de EU heeft grote ambities op dit terrein.

Dit is een nieuwe leerstoel, waar richt hij zich op?

De leerstoel richt zich op Europees sociaal beleid en de manier waarop de EU samen met lidstaten en sociale partners de arbeidsmarkt inclusiever en eerlijker kan maken. De Europese sociale agenda is nieuw leven ingeblazen en geeft innovatieve oplossingen voor hedendaagse problemen. Zo investeert de EU in een digitale, groene en inclusieve economie. Een van de Europese doelen is bijvoorbeeld om álle werknemers het recht geven op eerlijke arbeidsvoorwaarden, toegang tot sociale bescherming en scholing, ook als ze een tijdelijk contract hebben. Dat is niet alleen goed voor de positie van werkenden, maar ook belangrijk voor de samenleving en de economie. Zo kan investeren in scholing de kwaliteit van het arbeidsaanbod vergroten. Dit helpt het personeelstekort te verzachten. 

Op dit moment worden de meest kwetsbaren op de arbeidsmarkt het minst goed beschermd. Werknemers met een laag inkomen of een flexibele baan hebben vaker te maken met fysieke belasting en staan vaker bloot aan gevaarlijke stoffen, terwijl ze tegelijkertijd minder goede toegang hebben tot goede sociale bescherming. Ze stapelen als het ware kwetsbaarheden in één baan. We doen daarmee niet alleen deze werkenden, maar ook de Nederlandse economie tekort.

Wat doet Europa dan om dit te verbeteren?

De EU gebruikt een combinatie van wetgeving, beleidscoördinatie en fondsen om samen met nationale overheden, vakbonden, werkgevers, en het maatschappelijk middenveld stappen te zetten naar een inclusieve en eerlijke arbeidsmarkt. 

Europa wil álle werknemers het recht geven op eerlijke arbeidsvoorwaarden, zoals scholing.

Ik ga als hoogleraar onderzoeken hoe deze instrumenten precies werken en op welke manier dit bijdraagt aan de verbetering van de arbeidsmarktpositie van kwetsbare groepen. Zo heeft de EU tijdens de Covid-pandemie een tijdelijk instrument gelanceerd (SURE), waardoor landen goedkoop geld konden lenen om hun nationale systemen van deeltijd-WW te financieren. Hiermee konden bedrijven in nood, bijvoorbeeld tijdens lockdowns, hun loonkosten verlagen door hun werknemers tijdelijk naar een uitkering te laten vloeien, zonder dat ze hun personeel hoefden te ontslaan. Het mooie aan SURE was dat ook zelfstandigen zonder personeel en sommige groepen flexwerkers bereikt werden. Overigens heeft Nederland geen gebruikgemaakt van SURE. We konden dit soort hulp toen zelf financieren, maar voor andere landen werkte het heel goed.

Waarom heeft deze leerstoel een Europese blik?

Het thema van sociaal Europa is onderbelicht in het Nederlandse debat. Dat is jammer, want Europa kan veel leren van Nederland, bijvoorbeeld over het poldermodel van sociale dialoog tussen werkgevers en werknemers. Tegelijkertijd valt er voor Nederland veel te leren van de Europese aanbevelingen om onze sociaaleconomische positie te verbeteren. Bijvoorbeeld, de nieuwe Europese Richtlijn voor toereikend minimumloon geeft alle reden om kritisch naar de hoogte van het Nederlandse minimumloon te kijken en een verhoging te bepleiten. Ook kunnen praktijken in andere landen inspiratie geven voor het inperken van de flexibiliteit op de arbeidsmarkt. Zo zijn er landen waar in beginsel deeltijdcontracten met een wekelijkse arbeidsduur van minder dan een derde van een voltijdse baan verboden zijn of waar een bedrijf maximaal twintig procent uitzendkrachten mag hebben. Er liggen binnen Europa veel aanknopingspunten voor reflectie en ideeën voor innovatieve oplossingen.

Hoe ga je met andere disciplines samenwerken?

Naast meer aandacht voor het thema Europees sociaal beleid, wil ik de leerstoel een vliegwiel laten zijn voor samenwerking tussen verschillende wetenschappelijke disciplines, denk aan recht, economie, sociologie, human resources, politicologie. Daarbij gaan we ook samenwerken met  maatschappelijke organisaties, zoals werkgeversorganisaties, vakbonden en NGO’s zoals EAPN, die aan armoedebestrijding werken. Grote vraagstukken rondom arbeid en sociaal beleid, maar ook rondom de dynamiek tussen de EU-lidstaten zijn niet op te lossen vanuit een enkele discipline. Juist door dit soort vraagstukken vanuit meerdere invalshoeken te bekijken, kan je stappen maken. De verhalen van mensen en maatschappelijke organisaties kunnen richting geven aan wetenschappelijk onderzoek. De EU kan wel juridische kaders stellen, maar hoe verloopt het in de praktijk op de werkvloer?
 

Grote vraagstukken rondom arbeid en sociaal beleid zijn niet op te lossen vanuit een enkele discipline.

Hoe biedt de Universiteit Utrecht die ruimte?

Er zijn veel plekken binnen de Universiteit Utrecht waar interdisciplinair wordt samengewerkt aan vraagstukken rondom arbeid, maar ook rondom instituties die een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van sociaal-economisch beleid. Dit is bijvoorbeeld zo binnen het strategische thema ‘Instituties voor Open Samenlevingen’ en binnen het ‘Future of Work’ onderzoek, dat zich richt op de oorzaken en consequenties van innovatie, globalisering op het werkend bestaan van mensen, organisaties en markten. De Universiteit Utrecht geeft hiermee ruimte aan ontmoetingen tussen wetenschappers op thema’s die belangrijk zijn voor wetenschap en maatschappij. Bovendien start dit academisch jaar (2023-2024) een nieuwe master Arbeidsrecht, dus ook in het onderwijs krijgen deze vraagstukken een plek.

Over onderzoeker Sonja Bekker

Sonja Bekker publiceert vaak over zogenoemde 'atypische' werknemers, zoals werknemers met een tijdelijk contract, deeltijdwerkers, jongeren of mensen die met hun baan niet genoeg verdienen om boven de armoedegrens uit te komen. Ze was betrokken bij een project binnen het Horizon 2020 programme Working Yet Poor en doet mee aan een project over huishoudelijk werk. Bekker heeft gewerkt aan de Radboud Universiteit Nijmegen en is gepromoveerd aan Tilburg University. Van 2017 tot 2020 heeft ze een Jean Monnet leerstoel bekleed op het gebied van Europees Sociaal Beleid en arbeidsverhoudingen. Deze leerstoel is door de Europese Commissie toegekend. Sinds 2020 is Sonja Bekker verbonden aan de Universiteit Utrecht waar ze ook trekker is van ERI, waar juristen empirisch juridisch onderzoek uitvoeren naar conflictoplossende instituties.