Miljoenen voor onderzoek naar impact van onderwijs over klimaat en duurzaamheid

Universiteit Utrecht leidt groot Europees consortium

Een groot samenwerkingsverband onder leiding van de Universiteit Utrecht heeft een beurs van Horizon Europe toegekend gekregen van 5 miljoen euro. De partners gaan onder de naam IMP>ACT een instrumentarium ontwikkelen waarmee de impact van duurzaamheids- en klimaateducatie in kaart gebracht kan worden. Het aantal initiatieven op dit gebied is enorm gegroeid, maar door gebrek aan zicht op de kwaliteit ervan, is hier volgens de Europese financier grote behoefte aan. Het project start in januari en heeft een looptijd van vier jaar.

De mogelijkheden voor onderwijs over duurzaamheid en klimaat zijn sinds de Decade of Education for Sustainable Development van de UN groot. Onderwijsinstellingen en andere organisaties hebben steeds meer te kiezen als het gaat om lespakketten die, bij verschillende doelgroepen, bewustzijn van klimaatverandering en duurzaam gedrag willen aanwakkeren. Docenten willen het beste voor hun leerlingen, maar hoe maken zij een juiste keuze? Hoe weten zij of een onderwijsmethode er inderdaad voor zorgt dat een leerling anders gaat denken over klimaatverandering en écht overgaat tot actie?

Het is fantastisch dat ons harde werk heeft geloond en dat we dit nu mogen gaan doen

Kinderen nemen deel aan een onderwijsactiviteit op het gebied van klimaat
Foto: Lize Kraan | Summerschool Junior Utrecht University

Moordende concurrentie

Het belangrijke fonds Horizon Europe van de Europese Commissie ziet de grote toename aan initiatieven als een positieve ontwikkeling, maar vraagt zich af hoe we beter zicht krijgen op de kwaliteit ervan. Het fonds nodigde daarom Europese consortia uit om met ideeën te komen. Na een moordende concurrentiestrijd kwam IMP>ACT als winnaar uit de bus. Coördinator Jelle Boeve-de Pauw kan het nog steeds maar moeilijk geloven. “Er waren veel andere inschrijvingen en de kans was zo klein!”, zegt hij. Boeve-de Pauw is universitair docent wetenschapseducatie aan het Freudenthal Instituut van de Universiteit Utrecht. “Het is fantastisch dat ons harde werk heeft geloond en dat we dit nu mogen gaan doen.”

Voorbij aan standaardtests

Het doel van het project is om een instrumentarium te ontwikkelen waarmee verschillende gebruikers zelf in kaart kunnen brengen wat de impact is van een lespakket of activiteit. Het meten van die impact staat nog in de kinderschoenen en dat komt mede doordat de leeropbrengst van onderwijs over klimaat en duurzaamheid erg complex is en daardoor verder gaat dan standaardtests. Het gaat om leeropbrengsten als kennis van mogelijkheden om actie te ondernemen, het vermogen om in te kunnen schatten wat je zelf kunt doen tegen klimaatverandering, en de motivatie om daadwerkelijk tot actie over te gaan. Met de resultaten van IMP>ACT kunnen gebruikers die leeropbrengst straks wél meten.  

Het project bestaat uit verschillende fases, waaronder een theoretische fase waarin de onderzoekers expliciet definiëren wat leerlingen zouden moeten leren en hoe je dat kunt meten. Een andere belangrijke fase bestaat uit zes casestudies om het instrumentarium bij verschillende gebruikers te testen: organisaties die onderwijs over klimaat en duurzaamheid inrichten brengen in deze casestudie zelf hun impact in kaart.

Gebruikers kiezen onderwijsmateriaal nu vaak op basis van hun onderbuikgevoel. Liever zou je deze belangrijke keuzes mede maken op basis van inzichten uit wetenschappelijk onderzoek

Op maat voor verschillende gebruikers

De Universiteit Utrecht leidt het consortium en er zijn onderzoeksinstellingen uit Duitsland, België, Zweden, Italië, Servië en Tsjechië betrokken. Daarnaast zijn er maatschappelijke organisaties aangehaakt waar duurzaamheids- en klimaateducatie wordt gegeven, zoals een onderwijskoepel en scoutingvereniging. Maar er doet ook een overheidsinstelling mee die verantwoordelijk is voor beleid over duurzaamheidseducatie. “We hebben onze partners heel strategisch gekozen”, benadrukt Boeve-de Pauw. “Ze vormen een afspiegeling van potentiële gebruikers van de instrumenten die wij gaan ontwikkelingen. Zo kunnen we direct rekening houden met verschillen in hun behoeftes.”

Onderbuikgevoel

Het onderwijs en andere educatieve instellingen spelen een grote rol in de werken naar een oplossing van klimaatproblemen, vindt Boeve-de Pauw. Zij zorgen immers mede voor de vorming van burgers die willen en kunnen bijdragen aan een duurzame toekomst. “Om dit te bereiken kiezen praktijkbeoefenaars en beleidsmakers onderwijsmateriaal en activiteiten nu vaak op basis van hun onderbuikgevoel. Liever zou je deze belangrijke keuzes mede maken op basis van inzichten uit wetenschappelijk onderzoek”, stelt hij. “Het is wat mij betreft de rol van ons als universiteit om ervoor te zorgen dat dat inzicht er komt.”

IMP>ACT partners

Utrecht University (Freudenthal Institute and U-Talent), Karlstad University, University of Vechta, University of Antwerp, Masaryk University, INVALSI: National Institute for the Evaluation of the Education and Training System, Centre for the promotion of science in Serbia, Keep Sweden Tidy, DGHochN: German Society for Sustainability at Higher Education Institutions, Flemish Government: Sustainable Education Hub, Scouting Institute in Czech Rebublic.