Anna Maria van Schurmans rol in culturele uitwisseling met China belangrijker dan gedacht

Portrait of Anna Maria van Schurman by Michiel Jansz. Van Mierevelt en Jacob Willemsz. Delff III, 1637-8 (Museum Martena, Franeker)
Anna Maria van Schurman

De eerste vrouwelijke student aan de Universiteit Utrecht (en mogelijk in Europa) Anna Maria van Schurman, blijkt een bijzondere rol te hebben gespeeld in de culturele uitwisseling tussen Nederland en China. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van kunsthistoricus Thijs Weststeijn.

Anna Maria van Schurman was een pionier

De Nederlandse humaniste, theologe en dichteres Anna Maria van Schurman (1607-1678) was de eerste vrouwelijke student van Nederland. In 1636 werd ze toegelaten aan de net opgerichte Universiteit Utrecht. Ze schreef vooral in het Latijn en was in haar tijd ook een bekende kalligrafe en kunstenares.

Prof. dr. Thijs Weststeijn. Foto: Ed van Rijswijk
Prof. dr. Thijs Weststeijn

Thijs Weststeijn is hoogleraar Kunstgeschiedenis en geïnteresseerd in de vroegste Europese reacties op Chinese en Japanse kalligrafie. Een onderwerp waar nog weinig over bekend is: “Enkele van de eerste demonstraties van deze unieke kunstvorm vonden plaats in Nederland: door Chinese bezoekers in Middelburg in 1601 en Amsterdam in 1654. In dit kader stuitte ik ook op Anna Maria van Schurman, die al bekend stond om haar kwaliteiten als kalligrafe in verschillende Aziatische talen zoals Hebreeuws, Aramees en Perzisch.”

Van Schurman kreeg Japanse en Chinese teksten opgestuurd om eigenhandig te kopiëren

Portret van de predikant Andreas Colvius, Salomon Savery, naar Aelbert Cuyp, 1646-1665. Bron: Rijksmuseum
Portret van de predikant Andreas Colvius, Salomon Savery, naar Aelbert Cuyp, 1646-1665. Bron: Rijksmuseum

Van Schurman richtte zich met name op talen die van belang waren voor de Bijbelse geschiedenis, zoals Hebreeuws en Ethiopisch (Ge’ez). Dit wekte zoveel bewondering bij haar geleerde collega’s dat blijkbaar ook van haar verwacht werd dat ze andere schriften uit Oost-Azië eigenhandig zou kunnen kopiëren.

Aan de Nederlandse universiteiten was er op dat moment niemand die op dat moment het gesproken of geschreven Chinees beheerste. Weststeijn: “Uit haar briefwisseling met dominee Andreas Colvius blijkt nu dat ze ook teksten in andere schriften, waaronder Chinees en Japans, kreeg toegestuurd om ‘in haar eigen hand’ te kopiëren. De correspondentie verwijst bovendien naar een tot nu toe onbekende Chinese man die mogelijk al sinds 1597 in Amsterdam woonde en de teksten voor haar kon vertalen.”

In mijn artikel betoog ik dat Anna Maria van Schurman handgeschreven Chinese of Japanse kalligrafie kreeg toegestuurd, om zelf te kopiëren.

Bijzondere correspondentie tussen Colvius en Van Schurman

Weststeijn onderzocht de correspondentie tussen Van Schurman en Colvius: “Die wordt bewaard in Museum Martena in Franeker en er is een kopie in de universiteitsbibliotheek van de UU. Het bestaan ervan was wel bekend,  maar niet eerder op waarde geschat in de bredere context van de culturele uitwisseling tussen Nederland en China.”

In Museum Martena wordt samen met een brief aan Van Schurman een Chinese gedrukte tekst bewaard. “Maar die is er waarschijnlijk pas naderhand bij gezocht” denkt Weststeijn. “In mijn artikel betoog ik dat ze niet deze maar andere teksten, zoals handgeschreven Chinese of Japanse kalligrafie kreeg toegestuurd, om zelf te kopiëren.”

Een rijker beeld van de Nederlandse ontmoeting met China

Deze nieuwe observaties, meent Weststeijn, kunnen het beeld van de vroege Nederlandse ontmoeting met Oost-Azië weer wat rijker schakeren. “Dat met name porselein in grote hoeveelheden werd verzameld, wisten we natuurlijk. Maar de culturele ontmoeting had veel meer facetten.”

“Nederlandse geleerden, zoals Isaac Vossius, hadden enorme bewondering voor de Chinese beschaving, op een manier die we elders in Europa niet terugzien. Nu blijkt dat Van Schurman, die beschikte over een enorm netwerk van vrienden en geleerden en een bijzondere reputatie kende als uitzonderlijk geletterde vrouw, ook onderdeel is geweest van deze uitwisseling.”