“We zijn zowel geïnteresseerd in scheidingen die harmonieus verlopen, als in scheidingen met meer conflicten”

Zoë Rejaän MSc werkt als junior onderzoeker bij de Afdeling Jeugd en Gezin van de Faculteit Sociale Wetenschappen. Als masterstudent verdiepte zij zich in het onderwerp kinderen en scheiding. “Ik probeer ook te zoeken naar eigenschappen en factoren die er voor kunnen zorgen dat het juist goed gaat met ouders en kinderen.”

Zoë en de Universiteit Utrecht zijn geen onbekenden voor elkaar: ze volgde er haar bachelor Pedagogische Wetenschappen en vervolgens de klinische master Orthopedagogiek. Ze focuste tijdens haar studie vooral op de manier waarop ouders samen opvoeden na een scheiding  en op de relatie tussen opvoedgedrag van ouders en probleemgedrag van Nederlandse jongeren. 

Het kan ook goed gaan

“Als kind van gescheiden ouders heeft dit onderwerp mij altijd geboeid”, legt Zoë uit. “Echtscheiding komt vaak in het nieuws vanwege de negatieve gevolgen die kinderen eraan kunnen ondervinden. Tijdens mijn studie, stage en werk heb ik dit zelf vaak teruggezien.” En haar eigen ervaring? “Zelf heb ik geluk gehad met twee warme, coöperatieve ouders, en heb ik weinig lasten ervaren van hun scheiding. Dit is voor mij een drijfveer om niet alleen te focussen op de negatieve gevolgen van scheiding, maar ook te zoeken naar eigenschappen en factoren die er voor kunnen zorgen dat het juist goed gaat met ouders en kinderen.”

Momenteel zoeken we ouders en jongeren tussen de 12 en 18 jaar uit gescheiden gezinnen die deel willen nemen aan ons onderzoek.

Partners uit de praktijk

“Als junior onderzoeker doe ik mijn best om de ervaringen van ouders en kinderen zo goed mogelijk te vertegenwoordigen in ons onderzoek,” zegt Zoë. Door in het voortraject van het onderzoek de instrumenten te testen en te bespreken met jongeren en hun ouders, probeerde ze zo goed mogelijk aan te sluiten bij hun behoeften en zo veel mogelijk te leren van hun ervaringen. In samenwerking met het onderzoeksteam zijn de instrumenten verder doorontwikkeld en is het nu tijd voor de volgende fase: de dataverzameling.

Zoë: “Door daarnaast samen te werken met maatschappelijke organisaties en praktijkpartners hoop ik dat we met ons onderzoek echt iets kunnen bijdragen.” Volgens Zoë kunnen de maatschappelijke partners bijvoorbeeld ook helpen in het bereiken van een brede doelgroep. “Want we zijn zowel geïnteresseerd in scheidingen die harmonieus zijn verlopen, als in scheidingen met meer conflicten.”

Nu de dataverzameling van start is gegaan, zijn de onderzoekers op zoek naar gescheiden gezinnen met kinderen tussen de 12 en 18 jaar. Uiteindelijk streven ze ernaar om 250 gescheiden gezinnen te volgen tijdens 3 meetrondes. Op deze manier hopen ze meer te leren over hoe en waar jongeren met gescheiden ouders zich thuis voelen.

Van elkaar leren

Het onderzoeksteam brengt verschillende expertises samen. Niet alleen dankzij een samenwerking met partners uit de praktijk, maar ook door de samenstelling van het team. Onder de onderzoekers begeven zich onder andere een stadsgeograaf, jurist en linguïst. “Omdat ik vanuit mijn discipline vaak onderzoek gedaan wordt naar het gedrag van ouders en ouder-kind relatie, is het erg interessant om te zien welke hypotheses onderzoekers uit een ander vakgebied hebben”, vertelt Zoë.

Zoë is vooral benieuwd naar de ‘sociaal-geografische bevindingen’. “Voorheen dacht ik bij ‘thuishoren’ vooral aan een gevoel dat daarbij hoorde en niet zozeer aan de geografische plek. Ik ben erg benieuwd of en hoe deze met elkaar samenhangen, vooral wanneer jongeren opgroeien in twee huizen/buurten.”

Binnen dit interdisciplinaire team heeft Zoë deels een uitvoerende rol. “De onderzoekers in ons team zijn al een tijd bezig geweest met het vormen van dit onderzoek en de onderzoeksvragen. Zelf ben ik later bij het onderzoek betrokken en hebben we door de instrumenten te ontwikkelen en te testen het voortraject samen afgerond.” Haar werkzaamheden bestaan momenteel voornamelijk uit het werven van gezinnen, en het verzamelen en het verwerken van de data. “Ondertussen coördineer ik met het onderzoeksteam wat ik van hen nodig heb, en wat zij van mij nodig hebben.”

Daarnaast gaat Zoë ook zelf, steeds in samenwerking met de onderzoekers uit de andere disciplines, artikelen schrijven over de verzamelde data. Zoë: “Ik kijk er erg naar uit om te zien welke uitkomsten het voorwerk en de dataverzameling ons gaan opleveren en hoop dat we in de toekomst veel mooie resultaten kunnen publiceren en daarnaast, in samenspraak met de doelgroep en maatschappelijke partners, na te gaan welke maatschappelijke implicaties er zijn.”

Onderzoeksthema Jeugd

Wil je maatschappelijke problemen aanpakken, dan kun je het beste beginnen bij kinderen. Het Utrechtse onderzoeksthema Dynamics of Youth investeert in een veerkrachtige jeugd. Wetenschappers uit alle vakgebieden werken samen om kinderontwikkeling beter te leren begrijpen. Hoe helpen we kinderen en jongeren groeien en bloeien in onze snel veranderende samenleving?