Vijf toekenningen NWO Open Competitie aan Utrechtse geesteswetenschappers

Illustratie van een boom © iStockphoto.com/marumaru

Vijf onderzoeksprojecten van eveneens vijf Utrechtse geesteswetenschappers ontvangen een subsidie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) in het subsidieprogramma Open Competitie SGW. Met de competitie wil het NWO-domein Sociale en Geesteswetenschappen onderzoekers de kans geven onderzoek te verrichten naar een onderwerp van eigen keuze, zonder thematische randvoorwaarden.

‘Provinzentjudung’, lokale Jodenvervolging in Nederland

Dr. Geraldien von Frijtag Drabbe Künzel
Dr. Geraldien von Frijtag

Ruim een derde van de circa 104.000 uit Nederland gedeporteerde Joden kwam uit stadjes en dorpen buiten de Randstad. Hoewel er steeds meer lokale studies verschijnen, is er weinig systematisch inzicht in de impact van lokale (f)actoren op de Jodenvervolging.

Dit onderzoek sluit aan bij de internationale trend om de Jodenvervolging niet alleen als centraal geleid, maar ook als lokaal ingebed proces te zien. Tegelijk stijgt deze studie van de ‘Provinzentjudung’ in Nederland uit boven het lokale perspectief door haar vergelijkende benadering en aandacht voor intercommunale verbanden en hun invloed op vervolging van en hulp aan Joden.
 

Een oplossing voor omgang met talige diversiteit

Prof. dr. Rick de Graaff
Prof. Rick de Graaff

Aangezien medezeggenschapsorganen van Nederlandse instellingen meestal het Nederlands als bestuurstaal gebruiken, kan de taalbarrière voor internationals een drempel zijn om te participeren.

Receptieve meertaligheid kan een oplossing zijn voor de omgang met talige diversiteit. Dankzij receptieve meertaligheid hoeven internationals het Nederlands niet productief (spreken en schrijven) te beheersen, maar kunnen zij hun receptieve vaardigheden (lezen en luisteren) ontwikkelen en hun productieve vaardigheden in het Engels gebruiken.

Dit onderzoek heeft als doel om te onderzoeken in hoeverre een receptieve benadering ingezet kan worden om een taal te leren en effectief meertalig te communiceren. Dat draagt bij aan een inclusievere internationale omgeving.
 

Is virtual reality wel de ultieme empathiemachine?

Prof. dr. Sandra Ponzanesi. Foto: Ed van Rijswijk
Prof. Sandra Ponzanesi

Virtual reality (VR) wordt beschouwd als de ultieme ‘empathiemachine’, die het mogelijk maakt de grenzen van het eigen lichaam te overstijgen en het perspectief van een andere in te nemen. Om die reden wordt VR steeds vaker gebruikt voor humanitaire campagnes om de afstand tussen ‘toeschouwer’ en ‘de lijdende ander’ te overbruggen, met als doel donaties te verwerven en maatschappelijke betrokkenheid te versterken.

Dit project analyseert de kracht en wenselijkheid van VR voor humanitaire hulpverlening door media-analyse, empirisch onderzoek en een postkoloniale benadering te combineren, met als doel te komen tot alternatieve collaboratieve en participatieve benaderingen.
 

Duurzaamheidsafwegingen en de modernisering van Nederland

Prof. Johan Schot

Binnen de EU wentelt Nederland duurzaamheidsdoelstellingen het meest af op de minst ontwikkelde landen. De enorme import van grondstoffen en goederen heeft grote economische, sociale en ecologische gevolgen in deze gebieden.

Deze afruil heeft een historische oorsprong. Vanaf de negentiende eeuw droegen wetenschappelijke kennis, koloniale ontwikkelingen en de industriële modernisering bij aan de uitbouw van transnationale productieketens. Deze verbonden Nederland met de rest van de wereld.

Dit historische onderzoek analyseert deze afruilen en brede welvaartsgevolgen op het gebeid van plantaardige oliën en metalen. Hiermee geeft het handelingsperspectieven voor hedendaagse initiatieven op het gebied van de eiwit- en energietransities.
 

De cruciale rol van jongeren in de overgang naar een duurzamer voedingspatroon

Eggo Müller
Prof. Eggo Müller

Jongeren spelen een cruciale rol in de verandering naar een duurzamer voedingspatroon. In het FLY-project (Food-related Lifestyles in Youth) bestuderen we hoe jongeren – met name uit lagere sociaal-economische groepen – denken over duurzamere voeding, wat hen drijft en belemmert bij duurzamer eten en wat zij nodig hebben in de verandering naar een duurzamer voedingspatroon.

Op middelbare scholen gaan we in gesprek met jongeren en volgen we (veranderingen in) hun voedingspatroon en factoren die daarop van invloed zijn. Samen met jongeren ontwikkelen en testen we interventies die de overgang naar een duurzamer voedingspatroon kunnen ondersteunen, met een nadruk op de rol van groepsprocessen.