Marktdominantie en ongelijkheid maken samenlevingen kwetsbaarder voor natuurschokken

Bijdrage Bas van Bavel aan Human Development Report 2019

Portrait of prof. dr. Bas van Bavel. Photo: Ed van Rijswijk
Prof. dr. Bas van Bavel. Foto: Ed van Rijswijk

Markteconomieën leiden niet alleen tot materiële ongelijkheid maar zij worden daardoor ook kwetsbaarder voor rampen door natuurschokken. Dit stelt economisch historicus prof. dr. Bas van Bavel in het zojuist gepubliceerde 2019 Human Development Report van de Verenigde Naties waarin de focus ligt op ongelijkheid wereldwijd.

Het Human Development Report 2019 getiteld: "Beyond Income, Beyond Averages, Beyond Averages, Beyond Today"  kijkt verder dan het dominante discours over inkomensverschillen en houdt ook rekening met ongelijkheden in andere dimensies, zoals gezondheid, onderwijs, toegang tot technologieën en blootstelling aan economische en klimaat gerelateerde schokken. In het rapport gaat Van Bavel in op de gevolgen van marktdominantie voor ongelijkheid en milieurampen.

Historisch langetermijnperspectief

De economisch historicus liet al eerder zien dat de dominantie van de markt op de lange termijn de welvaartsgroei remt: nieuwe economische elites veroveren met hun rijkdom politieke en juridische macht en sluiten nieuwkomers buiten. Daarmee neemt ongelijkheid toe en investeringen af. Zo ging het tijdens de bloeitijd van de Arabische cultuur in Irak, in de Italiaanse steden ten tijde van de Renaissance, en ook in de Gouden Eeuw van Antwerpen en Amsterdam. Maar niet alleen remt dit proces de groei, stelt Van Bavel in het rapport, het leidt ook tot ecologische problemen, zoals een historisch langetermijnperspectief laat zien.  

De grote hongersnood (1315-1317) door Pieter Bruegel de Oude. Bron: Wikimedia/Museo del Prado
De grote hongersnood (1315-1317) door Pieter Bruegel de Oude. Bron: Wikimedia/Museo del Prado
De waardijns van het Amsterdamse lakenbereidersgilde, bekend als ‘De Staalmeesters’, Rembrandt van Rijn, 1662. Bron: Rijksmuseum Amsterdam
De waardijns van het Amsterdamse lakenbereidersgilde, bekend als ‘De Staalmeesters’, Rembrandt van Rijn, 1662. Bron: Rijksmuseum Amsterdam

Voor de markteconomie

In deze samenlevingen waren de welvaart en politieke macht vóór de opkomst van de markteconomie relatief gelijk verdeeld. Organisaties, gildes, coöperaties en verenigingen waren sterk en mensen hadden gelijke toegang tot de markt en konden profiteren van de marktuitwisseling. Deze organisaties hielden rekening met veiligheid en duurzaamheid op de lange termijn. De eigenaar van de grond en de hulpbronnen was vaak dezelfde persoon die deze exploiteerde. Bij marktdominantie is dit niet meer het geval. Van Bavel: “Dit brengt een risico met zich mee: In een markteconomie zijn de eigenaars van grond, kapitaal en natuurlijke hulpbronnen vaak ver verwijderd van degenen die schade ondervinden van de exploitatie ervan. Zij ervaren ook minder beperkingen op de exploitatie dan in de voorafgaande situatie, waarin eigendomsrechten vaak meer verdeeld waren.” 

Historische markteconomieën hadden in hun latere, neerwaartse fases allemaal te maken met ernstige ecologische problemen, van de verzilting en ineenstorting van essentiële irrigatiesystemen in middeleeuws Irak tot de toenemende overstromingen en hongersnood in Renaissance Italië.

Strijd tegen het hoge water

Van Bavel haalt hierbij ook een analyse aan die hij met twee collega’s maakte van drie delen van de Lage Landen (kust van Vlaanderen, het Nederlandse rivierengebied en Groningen) waar de markt lange tijd overheerste in hun strijd tegen het hoge water. De toenemende materiële ongelijkheid ging steeds gepaard met een ernstige toename van ecologische problemen. Dit gebeurde niet rechtstreeks, maar via de negatieve invloed van ongelijkheid op de organisatie van het waterbeheer.

De deltawerken

Gelijkheid leidt tot betere rampenpreventie

Grotere welvaartsongelijkheid en een hogere machtsconcentratie doen het risico op ecologische rampen toenemen.

Economische en politieke gelijkheid vergroot de kans dat instellingen zich aanpassen aan de omstandigheden en werken aan duurzaamheid en schokbestendigheid. “Wanneer zowel het eigendomsrecht als het beslissingsrecht wijd verspreid waren, was de kans het grootst dat de instellingen voor waterbeheer werden aangepast aan de veranderende omstandigheden om het risico op een overstromingsramp te verminderen. Toen rijke actoren echter de eigendomsrechten op de belangrijkste hulpbronnen beheersten en de beslissingsbevoegdheid hadden, beschermden zij hun specifieke belangen, ook al werd de samenleving hierdoor feitelijk minder goed opgewassen tegen het risico van overstroming” stelt Van Bavel. Grotere welvaartsongelijkheid en een hogere machtsconcentratie doen het risico op ecologische rampen toenemen.

Lessen uit het verleden

© iStockphoto.com

Al deze historische gevallen leren ons lessen voor het heden. “Want zelfs in parlementaire democratieën lijkt economische rijkdom zich vandaag de dag weer te vertalen in politieke invloed - door middel van lobbyen, campagnefinanciering en het bezit van media en informatie – en kunnen vermogenden zich gemakkelijk onttrekken aan ecologische risico’s. Ons onderzoek laat zien dat deze ontwikkelingen niet afwijkend zijn of toevallig. Wellicht moet er dieper worden nagedacht over een scala aan beleidsmaatregelen om de concentratie van economische en politieke macht te beteugelen. De concentratie van economische macht (rijkdom), de eerste fase, is het gemakkelijkst te beteugelen. Maar na de vestiging van de economische macht en de vertaling daarvan naar politieke dominantie is dit veel moeilijker te doen” concludeert Van Bavel.

Het werk van professor Bas van Bavel brengt nieuwe ideeën over de lange termijn relatie tussen ongelijkheid en ontwikkeling, door middel van innovatief en multidisciplinair onderzoek. Zijn spraakmakende onderzoek verbindt de spanningen die voortkomen uit ongelijkheid met het vermogen van samenlevingen om nieuwe uitdagingen aan te gaan. Dit alles belicht door een vernieuwde kijk op historische gegevens.