Universitair docent Sanne Geeraerts ontvangt Marie Skłodowska Curie Postdoctoral Fellowship

Sanne Geeraerts, universitair docent bij de afdeling Jeugd en Gezin, heeft een Marie Skłodowska Curie Postdoctoral Fellowship ontvangen. Daarmee kan ze twee jaar fulltime onderzoek doen naar het overdragen van opvoedingsstijlen – een jaar in de VS en een jaar in Nederland.

In hoeverre speelt de manier waarop je bent opgevoed een rol in de opvoeding van je eigen kinderen? Dat verschilt: sommige ouders lijken heel erg op hun ouders in hun opvoeding en andere ouders juist helemaal niet. Sanne Geeraerts probeert deze verschillen te verklaren en maakt daarvoor binnenkort een lange reis naar het noordwesten van de Verenigde Staten: ze gaat naar zowel Oregon State University als het Oregon Social Learning Center.

Sanne: “Hier werkt een groep onderzoekers (Dr. Deborah Capaldi, Dr. David Kerr en Dr. Stacey Tiberio) die onderzoek doen naar intergenerationele overdracht van o.a. opvoeding. Daarnaast hebben ze ervaring met het synthetiseren van verschillende datasets. Dat zijn, in een notendop, ook de twee pijlers van mijn onderzoeksproject. Een goede match dus.” Na het jaar in Oregon zal Sanne haar onderzoek nog een jaar voortzetten in Utrecht.

Opvoedingsdimensies doorgeven

Het project begint in februari 2023. Wat gaat Sanne doen? “In dit project zal ik bestaande studies combineren om te onderzoeken welke opvoedingsdimensies meer of minder worden doorgegeven van ouders op kinderen. Denk hierbij aan de mate waarin ouders hun kind accepteren zoals hij of zij is, hoe streng ze zijn en wat voor soort straffen ze gebruiken. Daarbij onderzoek ik ook onder welke omstandigheden deze intergenerationele overdacht sterker dan wel zwakker is. Het doel is om meer zicht te krijgen op individuele verschillen in intergenerationele overdracht van opvoeding. De methode die ik hiervoor gebruik is een IPD (Individual Participant Data) meta-analyse.”

Een generatie lang wachten

Onderzoek naar intergenerationele overdracht van opvoeding is niet zo makkelijk. Onderzoekers meten opvoeding natuurlijk het liefst op het moment dat het plaatsvindt en niet achteraf, als deelnemers al volwassen zijn. Het risico dat mensen niet meer precies weten hoe ze hun opvoeding als kind hebben ervaren is namelijk erg groot. “Maar bij onderzoek naar intergenerationele overdracht van opvoeding betekent dit dat je als onderzoeker heel lang moet wachten”, legt Sanne uit. “Het kan zo twee tot drie decennia duren voordat de oorspronkelijke kinderen in een studie zelf een gezin beginnen. Het is dus heel belangrijk om goed gebruik te maken van de gegevens die er al zijn, omdat ze zo waardevol zijn.

Hoe mooi zou het zijn als we de gegevens die we al hebben kunnen combineren om nog krachtigere uitspraken te kunnen doen?

Individual-Participant-Data-meta-analyse

In haar onderzoek combineert Sanne daarom de gegevens van bestaande studies door middel van een Individual-Participant-Data (IPD)-meta-analyse. Deze analyses lijken op traditionele meta-analyses: gegevens van studies worden op een systematische wijze onderzocht. Maar er is een groot verschil. Waar traditionele meta-analyses zijn gebaseerd op samengestelde effecten, zijn IPD-meta-analyses gebaseerd op gegevens van individuele deelnemers. Daardoor lenen IPD-meta-analyses zich zo goed voor onderzoek naar verschillen tussen mensen.

Data slim combineren: ook voor andere sociale wetenschappers

In andere vakgebieden, zoals de biomedische wetenschappen, zijn IPD-meta-analyses al de gouden standaard van de systematische review. In de sociale wetenschappen is dit type onderzoek echter nog relatief zeldzaam. Sanne hoopt met haar onderzoek IPD-meta-analyses verder te introduceren in de sociale wetenschappen. “Veel onderzoeken maken gebruik van dure longitudinale studies. Hoe mooi zou het zijn als we de gegevens die we al hebben kunnen combineren om nog krachtigere uitspraken te kunnen doen?”