Jonge klimaatbetogers zijn niet altijd consequent. Nou en?

Jongeren betogen voor het klimaat en stappen daarna een McDonald’s binnen. Ontwikkelingspsycholoog Sander Thomaes vindt kritiek daarop flauw. Het is belangrijker jongeren te helpen hun gedrag aan te passen aan hun zorgen.

Credit: Markus Spiske

Zo’n 70 procent van de tieners ziet klimaatverandering als een mondiale noodtoestand, blijkt uit internationaal onderzoek van de Verenigde Naties en de Universiteit Oxford dat deze maand werd gepubliceerd. Verrassend is het niet. Dit is de eerste generatie voor wie wereldwijde klimaatverandering geen donker toekomstscenario is, maar realiteit. Smeltende poolkappen, bosbranden, en hitterecords zijn geen sciencefiction meer, maar echt. Jongeren van nu zijn de protagonisten in een sociaal-realistisch drama waarin de toekomstdreiging tastbaar is.

Niet verwonderlijk dus dat jongeren van zich laten horen. Op 7 december plantte Youth for Climate NL honderden naambordjes in het Malieveld als virtuele demonstranten, om de overheid te herinneren aan het naleven van de eigen klimaatdoelen. "Als jullie je verantwoordelijk niet nemen, dan wijzen wij jullie daar op." En de klimaatprotesten van 2019 staan nog vers op ons netvlies. Wereldwijd gingen klimaatspijbelaars, in navolging van de destijds 16-jarige Greta Thunberg, de straat op voor meer overheidsmaatregelen tegen klimaatverandering. Dit is een generatie jongeren die ergens om geeft. Die haar stem heeft gevonden. Die in staat is om zich te organiseren en uit te spreken.

Deze jongeren zetten zich in voor een gemeenschappelijk doel en worden vervolgens terechtgewezen op inconsistenties in hun gedrag

Hypocriet

Rondom die protesten kreeg ik de vraag van journalisten of het niet hypocriet was: scholieren die hun stem laten horen voor het klimaat, maar ook massaal met paps en mams het vliegtuig instappen voor vakantie. En ook de plaatjes van demonstrerende pubers die na afloop in de lokale McDonald’s nog wat hamburgers wegwerkten, waren snel gemaakt.

Flauw, vind ik. Jongeren zetten zich in voor een gemeenschappelijk doel en worden vervolgens terechtgewezen op inconsistenties in hun gedrag – inconsistenties waar wij ons allemaal schuldig aan maken. Toch klopt het dat de discrepantie tussen wat jongeren denken en doen groot is, groter dan bij de gemiddelde volwassene. In de kakofonie van alles wat ze willen en moeten, is duurzaamheid vaak maar een zacht stemmetje.

Educatie zou de sleutel kunnen zijn, maar met een ‘maar’. Traditionele onderwijsprogramma’s en mediacampagnes geven jongeren uitleg over ecologische problemen en hoe we die tegen kunnen gaan. Goed voor de bewustwording. Maar als we niet opletten heeft deze aanpak een onbedoelde bijwerking: het zorgt dat duurzaamheid voelt als corvee. Iets wat moet, uit plichtsbesef, maar wat in het hier en nu weinig tastbaars oplevert.

Denk bijvoorbeeld aan de puber die graag lang onder de douche staat. Simpelweg wijzen op het belang van minder energieverbruik zal niet snel in gedragsverandering resulteren. Daarvoor is de douche te aanlokkelijk. Maar wat als dezelfde puber zich zou realiseren dat kort douchen past bij de persoon die hij wil zijn? Dat het beperken van energieverbruik iets is voor onafhankelijk denkende jongeren, die ergens voor staan? Dan is er kans dat de daad bij het woord wordt gevoegd.

Persoonlijke motieven

De psychologie leert dat jongeren vooral te motiveren zijn tot gedragsverandering als ze zien hoe ‘nieuw gedrag’, zoals duurzaamheid, van belang kan zijn in hun persoonlijk leven. Voor hun persoonlijke motieven. Jongeren willen een eigen stem hebben. Voor vol worden aangezien. Laten zien dat ze ergens voor staan en dat ze hun eigen beslissingen kunnen nemen. Niet op de lange termijn, maar nu.

Bovendien laten de meeste pubers zich niet graag vertellen wat ze moeten denken of doen. Ze denken liever voor zichzelf. Ze doen iets niet omdat een volwassene het zegt, maar omdat ze het zelf willen. Een uitdaging voor docenten, ouders en andere volwassenen in het leven van jongeren. Want hoe doen we het dan goed?

Met een aanpak die laat zien dat duurzaamheid meer is dan iets wat moet, maar juist een manier om een eigen stem te vinden. Zo kan het dragen van duurzaam geproduceerde kleding een middel worden om te laten zien dat je een eigen mening hebt en volwassen genoeg bent om je uit te spreken tegen vervuilende modebedrijven. En minder vlees eten tot een manier om uiting te geven aan de persoon die je wilt zijn. Met de kudos van leeftijdsgenoten als welkome bonus.

Dit opiniestuk van Sander Thomaes is op 4 februari 2021 gepubliceerd op de Klimaatblog van NRC Handelsblad

Wetenschappers van de Universiteit Utrecht schrijven regelmatig over hun onderzoek in de klimaatblog van de NRC. Zij werken samen in het strategische thema Pathways to Sustainability.