Tine De Moor in de media over ‘citizen science’

© Universiteit Utrecht/Jelmer de Haas
© Universiteit Utrecht/Jelmer de Haas

In steeds meer onderzoeksprojecten spelen burgers een actieve rol als onderzoekers, bijvoorbeeld om data te verzamelen of te ontsluiten. Historicus prof. dr. Tine De Moor, leidt een project waarin 500 vrijwilligers helpen om de trouwarchieven van de stad Amsterdam vanaf de 16e eeuw digitaal toegankelijk te maken. De Moor was bovendien mede-organisator van een symposium van de KNAW over ‘citizen science’ dat op 16 juni plaatsvond, en sprak over dit onderwerp in verschillende nieuwsmedia.

"Citizen science is geen goedkope manier om gegevens te verzamelen," zegt De Moor in Trouw (4 juni): de inzet en begeleiding van vrijwilligers kost veel tijd, energie en geld. Met die investering kan echter veel worden bereikt. Tijdens haar eigen project ‘Ja, ik wil’ bleek dat de vrijwilligers steeds beter werden in het ontcijferen van de ondertrouwakten en niet terugdeinsden voor uitdagingen: “hoe moeilijker leesbaar de akten waren, hoe leuker de vrijwilligers het vonden.” De Moor benadrukt hoe belangrijk goede communicatie met de vrijwilligers is, om hen op de juiste manier te belonen en te motiveren.

Prof. dr. Tine De Moor. Foto: Ed van Rijswijk
Prof. dr. Tine De Moor

Ook in de Volkskrant (16 juni) vertelt de Moor onder andere over het gepast belonen van vrijwilligers: "Ik moet weleens aan collega's uitleggen dat het geen goedkope slavenarbeid is. Mensen doen heel veel werk voor je, dan moet je ook iets teruggeven. Aan het begin van het project hebben we gevraagd wat de vrijwilligers het liefst wilden. Aanvankelijk dacht ik dat ze materiële dingen wilden - boeken bijvoorbeeld. Het bleek ze vooral om kennis te gaan," aldus de onderzoeker. De onderzoekers hebben daarom diverse lezingen en andere evenementen voor hen georganiseerd.