Thijs Weststeijn in de media over de 17e-eeuwse contacten tussen China en Nederland

Bron: chineseimpact.nl
Bron: chineseimpact.nl

Prof. dr. Thijs Weststeijn (Kunstgeschiedenis) sprak naar aanleiding van de door hem samengestelde tentoonstelling Barbaren & Wijsgeren in het Frans Hals Museum met het Haarlems Dagblad (12 april), NEMO Kennislink (21 april) en het Nederlands Dagblad (19 mei). De tentoonstelling komt voort uit zijn onderzoeksproject 'The Chinese Impact. Images and Ideas of China in the Dutch Golden Age'.

Nieuws uit China

"Nederland liep in de zeventiende eeuw, de periode van het eerste structurele contact, voorop met publicaties over China", vertelt Weststeijn. In de late zeventiende eeuw had het Haarlems Dagblad - toen de Oprechte Haerlemsche Courant geheten - zelfs een wekelijkse kolom met nieuws uit China. Dat nieuws had er soms wel een jaar over gedaan om Europa te bereiken, vertelt hij. Dit nieuws bepaalde de beeldvorming over China in de Nederlanden en inspireerde menig kunstenaar. Zo schreef Joost van den Vondel bijvoorbeeld een historisch toneelstuk over de val van een Chinese keizer, en ontdekte Weststeijn eerder al met Lennert Gesterkamp dat de vermeende Koreaan op en schilderij van Rubens eigenlijk het eerste portret van een Chinees in Europa was.

Prof. dr. Thijs Weststeijn. Foto: Ed van Rijswijk
Prof. dr. Thijs Weststeijn

Tweeslachtige beeldvorming

Toen de Nederlanders in aanraking kwamen met de millennia-oude Chinese cultuur zorgde dat bij sommigen voor groot ontzag voor de Chinese kennis. Door de leeftijd van de Chinese cultuur begonnen wetenschappers ook te twijfelen aan de Bijbel als historische bron en begon bij sommigen het eurocentrische wereldbeeld te wankelen.

Maar na 1700 ebde de interesse in China en de bijbelse discussie langzaam weg omdat er geen directe handelscontacten met China meer waren en door een veranderende politieke situatie in Nederland. In de achttiende eeuw bleven er in Nederland nog enkele stereotypen over: China was of hemels, of de Chinezen waren onbetrouwbaar tuig dat vooral te vinden was in satirische literatuur. Aan de hand van verschillende opmerkelijke ontdekkingen die al gedaan zijn in het onderzoeksproject schetst Weststeijn de ontwikkeling die de beeldvorming doormaakt.

Hedendaagse parallellen

Terugblikkend vertoont de zeventiende eeuw opvallende parallellen met de huidige tijd, concludeert Weststeijn. "China is nog steeds op een alledaagse manier in ons leven aanwezig", constateerde de kunsthistoricus al in het Haarlems Dagblad. Ook in het Nederlands Dagblad benadrukt hij de parallellen tussen Oost en West vroeger en nu: "De heroriëntatie op China hangt in de lucht. We zijn bezig om van het Eurocentrisch wereldbeeld af te stappen. Mede doordat het economisch zwaartepunt verschuift naar het oosten. Hoe gaan we ons verhouden tot China? In China zelf is een renaissance, een wedergeboorte gaande waarbij weer oog is voor de rijkdom en de beschaving van de eigen cultuur."

Nieuwsgierig geworden naar meer informatie over de contacten tussen China en Nederland? De tentoonstelling in het Frans Hals Museum is nog tot en met 20 augustus 2017 te bezoeken.