NWO Veni-subsidies voor historicus Selin Dilli, literatuurwetenschappers Leila Essa en Mia You en islamwetenschapper Mehrdad Alipour
Selin Dilli (Economische en sociale geschiedenis), Leila Essa (Literatuurwetenschap), Mia You (Engelse taal en cultuur) en Mehrdad Alipour (Islam en Arabisch) hebben een Veni-subsidie toegekend gekregen van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), waarmee zij de komende drie jaar hun onderzoeksideeën verder kunnen ontwikkelen. Dilli gaat onderzoek doen naar vrouwelijke ondernemers vanaf 1900, Essa naar activisme bij schrijvers uit gemarginaliseerde gemeenschappen, You naar Engelstalige poëzie in een mondiale context, en Alipour naar intersekse in de islamitische rechtstraditie.
In totaal 60 jonge onderzoekers uit het domein Sociale en Geesteswetenschappen (SGW) ontvangen in deze uitgestelde Veni-ronde van 2021 een financiering van maximaal 280.000 euro. Veni maakt samen met Vidi en Vici onderdeel uit van het NWO-Talentprogramma. Veni is gericht op onderzoekers die onlangs gepromoveerd zijn. Binnen het Talentprogramma zijn onderzoekers vrij om hun eigen onderwerp voor financiering in te dienen. Op deze manier stimuleert NWO nieuwsgierigheidsgedreven en vernieuwend onderzoek. NWO selecteert onderzoekers op basis van de kwaliteit van de onderzoeker, het innovatieve karakter van het onderzoek, de verwachte wetenschappelijke impact van het onderzoeksvoorstel en mogelijkheden voor kennisbenutting.
De Ontbrekende Ondernemers? De diversiteit van vrouwelijk ondernemerschap in Europa, 1900-2020
Selin Dilli
Vrouwelijk ondernemerschap is geen nieuw verschijnsel, maar toch weten we nog steeds weinig over de historische ontwikkeling ervan, laat staan over de geldigheid van hedendaagse theorieën om veranderingen in de tijd en tussen regio's te verklaren. Dilli's project brengt hier verandering in door benaderingen uit de sociale wetenschappen en geschiedenis te combineren om de verandering in verschillende vormen van vrouwelijk ondernemerschap in Europa sinds 1900 te verklaren. Ze gaat drie belangrijke vragen beantwoorden: 1) Welke belemmeringen vrouwen ondervonden (en nog steeds ondervinden) wanneer ze een bedrijf starten en runnen; 2) Of en hoe deze belemmeringen veranderen in de loop van de tijd, en 3) Hoe de oplossingen van vrouwen voor deze belemmeringen veranderen. Om deze vragen te beantwoorden kijkt Dilli naar de interactie tussen de historische structurele en institutionele factoren en informele lokale oplossingen zoals familiebedrijven. Om deze verklaringen te testen zal ze nieuw historisch bewijsmateriaal verzamelen over vrouwelijke ondernemers en innovators voor een vergelijkende analyse van 28 Europese landen sinds 1980, en archiefbronnen voor een diepgaande casestudy van Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk sinds 1900. Dilli: "Een spannend element van dit project is dat de interdisciplinaire aanpak de basis biedt voor nieuwe instrumenten om vrouwelijk ondernemerschap vandaag de dag te stimuleren."
Dr. Selin Dilli is universitair docent Economische geschiedenis en bestuurslid van de interdisciplinaire bachelor Philosophy, Politics and Economics (PPE). Haar onderzoek richt zich op de mondiale economische geschiedenis van instituties en hun gevolgen voor gender(on)gelijkheid, (vrouwelijk) ondernemerschap en langetermijnontwikkeling sinds 1900 tot nu. Opgeleid als socioloog en economisch historicus, gebruikt ze gemengde methoden om grote historische datasets en archiefmateriaal te analyseren en theorieën uit de sociologie, economie en politieke wetenschappen toe te passen. In haar promotieonderzoek verzamelde ze nieuwe gegevens om de (niet-lineaire) veranderingen in de richting van gendergelijkheid in gezondheid, politiek, economie en huishoudens wereldwijd sinds 1900 te verklaren. Haar postdoctorale onderzoek in het Horizon 2020-project ‘Financial and Institutional Reforms for an Entrepreneurial Society in Europe’ (FIRES) toonde aan hoe de complementariteit van instellingen, in plaats van afzonderlijke instellingen, de diversiteit in (vrouwelijk) ondernemerschap vandaag de dag verklaart. Momenteel voert zij als NIAS/GAK fellow een pilot-onderzoek uit naar Nederlandse vrouwelijke ondernemers, dat de basis vormt voor de vergelijkende case-study analyse van haar Veni-project.
"Een spannend element van mijn project is dat de interdisciplinaire aanpak de basis biedt voor nieuwe instrumenten om vrouwelijk ondernemerschap vandaag de dag te stimuleren."
Didactische Intentie en Culturele Interventie: Hedendaags activistisch auteurschap in Duitsland en Groot-Brittannië
Leila Essa
Dit project onderzoekt hoe we 'didactische kunst' moeten herdefiniëren in het licht van de strategieën die schrijvers uit gemarginaliseerde gemeenschappen ontwikkelen voor interventies in het maatschappelijk debat. Essa’s onderzoek richt zich op schrijvers die expliciet en vaak collaboratief hun activisme voor sociale rechtvaardigheid en hun artistieke werk combineren, en ze onderzoekt in het bijzonder netwerken die schrijvers van kleur en zwarte, (post)migranten- en Joodse schrijvers in Duitsland en Groot-Brittannië met elkaar verbinden. Door deze expliciete focus op auteurs wier positie in de maatschappij en in de culturele scene hoe dan ook gepolitiseerd is, beweegt het project weg van zogenaamd ‘universele’ kritische benaderingen van de intentie van de auteur.. In plaats daarvan houdt het rekening met de discriminerende structuren waarmee gemarginaliseerde auteurs in de culturele industrieën te maken krijgen en met hun existentiële belangen bij het strategisch ontwerpen van hun werken om een breed publiek te bereiken - en te onderwijzen. Aan de hand van vergelijkende, cross-mediale case studies onderzoekt Essa hoe dergelijke strategieën esthetisch vorm krijgen in hun werken in literatuur, theater en film. Ze combineert close readings en analyses van productieprocessen met interviews en workshops met de makers van het corpus zelf. In plaats van louter intentionaliteit toe te schrijven, positioneert dit project auteurs als actieve onderzoeksdeelnemers in het verkennen van hedendaagse didactische strategieën - en de vertaalbaarheid van die strategieën over culturele contexten heen.
Dr. Leila Essa is universitair docent Literatuurwetenschap. Voordat ze in 2021 bij de Universiteit Utrecht kwam, was ze Teaching Fellow bij het departement Germanic Studies aan Trinity College Dublin en promoveerde ze in Duitse, Engelse en Vergelijkende Literatuurwetenschap aan King's College London. Haar promotieonderzoek Partitioned Nations, Shared Narratives onderzocht het allegorische potentieel van gedeelde ruimtelijke motieven in romans over de koloniale verdeling van India en over de grensverschuivingen in Duitsland tijdens de Koude Oorlog. Het resulterende boek werd bekroond met de Women in German Studies Book Prize 2021 en haar onderzoek is gepubliceerd in Comparative Literature Studies, Anglia en de bundel Displacement and Citizenship. Naast haar academische werk schrijft ze ook voor media gericht op een breder publiek, waaronder Zeit Online.
Mijn project positioneert auteurs als actieve onderzoeksdeelnemers in het verkennen van hedendaagse didactische strategieën - en de vertaalbaarheid van die strategieën over culturele contexten heen.
Poëzie in het tijdperk van globaal Engels
Mia You
Dit project onderzoekt hoe hedendaagse Engelstalige poëzie reageert op de verschuivende politieke, economische en esthetische dynamiek die de Engelse taal op wereldschaal hercontextualiseert en herdefinieert. Engels is de meest gebruikte taal ter wereld, maar er zijn inmiddels veel meer niet-moedertaalsprekers van het Engels dan moedertaalsprekers. Verschillende taalkundigen hebben daarom opgemerkt dat het zogenoemde "Global English" moet worden beschouwd als een breder wordende variëteit van "New Englishes". Met een combinatie van wetenschappelijk en artistiek onderzoek verkent Mia You hoe Engelstalige literatuur strategieën kan helpen ontwikkelen om in te grijpen in de wereldwijde dominantie van de taal, in plaats van deze alleen maar te versterken.
You: “Ik ben geïnteresseerd in manieren waarop de Engelse taal de vitaliteit van lokale culturen kan versterken. Om die manieren te vinden is poëzie misschien wel het best uitgeruste laboratorium van de taal. De waarde van poëzie ligt in de manier waarop ze het standaardtaalgebruik ontleedt, vervreemdt en vernieuwt. Daarmee heeft poëzie het vermogen om niet alleen taalgrenzen maar ook culturele en mediumspecifieke grenzen te overschrijden. Poëzie, als creatieve vorm, biedt een ruimte waar we kunnen onderzoeken hoe we kritisch met het Engels kunnen omgaan in plaats van het puur communicatief te gebruiken. De manier waarop we poëtische taal interpreteren en analyseren is altijd meerlagig en soms ambivalent. Die manier van lezen kan ons helpen om meer algemene creatieve strategieën te ontwikkelen - niet alleen gericht op poëzie - om te begrijpen hoe het gebruik van de Engelse taal gelijktijdig maar verschillend werkt binnen globale en lokale contexten.”
Dr. Mia You is universitair docent Engelse taal en cultuur. Ze promoveerde in Engelse literatuur aan UC Berkeley. Ze is de auteur van de dichtbundel I, Too, Dislike It (1913 Press, 2016), en haar volgende bundel zal tweetalig (Engels en Nederlands) worden uitgegeven door Uitgeverij Chaos/Das Mag. Naast bijdragen aan bundels als De Goede Immigrant (Uitgeverij Pluim, 2020) en Gertrude Stein in Europe (Bloomsbury Academic, 2015), verscheen haar werk in tijdschriften en magazines als Artforum, Boston Review, ELH, Los Angeles Review of Books, Poetry en Public Books. Momenteel werkt ze aan de vertaling van poëziebundels van de Zuid-Koreaanse dichters Kim Haengsook en Kim Hyesoon.
Ik ben geïnteresseerd in manieren waarop de Engelse taal de vitaliteit van lokale culturen kan versterken. Om die manieren te vinden is poëzie misschien wel het best uitgeruste laboratorium van de taal.
De tweedeling voorbij: Intersekse in de islamitische rechtstraditie
Mehrdad Alipour
Terwijl sjiitische moslimjuristen al in de zestiende eeuw een derde gendercategorie introduceerden voor intersekse personen, zijn hedendaagse islamitische discoursen ondubbelzinnig intolerant ten aanzien van transgenderisme of niet-binaire sekse/gender-indelingen. Dit verwaarloosde idee van een 'derde natuur' vormt een uitdaging voor de binaire opvattingen van sekse of gender in Islamitische Studies. De neiging van de geleerden in het Westen om zich te verdiepen in de klassieke islamitische bronnen heeft de postklassieke en moderne debatten over intersekse echter vrijwel onaangeroerd gelaten. Dit project onderzoekt de juridische beoordeling van intersekse als een derde categorie in de Shiʿi wetgeving vanaf de postklassieke periode tot het begin van de twintigste eeuw. 'Beyond Binaries' is gebaseerd op tekstuele, historische en juridisch-hermeneutische benaderingen, die het mogelijk maken om de rigiditeit van de huidige debatten over geslacht/gender in de Islam te deconstrueren door te verwijzen naar het repertoire van Shiʿi rechtsbronnen. De studie combineert deze benaderingen met een genealogische benadering van sekse/gender in het postklassieke islamitische recht. Deze combinatie maakt het mogelijk om het moderne fenomeen van intersekse te vergelijken met premoderne geslacht/gender categorieën met betrekking tot intersekse personen in islamitische samenlevingen. Door deze onderzoekslijn te verbinden met de bestaande wetenschap over islamitisch recht met betrekking tot intersekse, beoogt het project: (1) een baanbrekende bijdrage te leveren aan het begrip van de islamitische rechtstraditie van de postklassieke periode tot het begin van de twintigste eeuw met betrekking tot intersekse personen; (2) de ontbrekende studie van de Shiʿi-wetgeving over intersekse-identiteit te integreren in het bredere veld van islamitische rechtswetenschappen, en een essentiële aanvulling te bieden op de gangbare, op soennieten gebaseerde benadering van het onderwerp; en (3) een basis te bieden voor een vergelijking tussen intersekse-identiteit in Shiʿi en de huidige internationale wetten met betrekking tot de derde geslacht/gender-categorie.Deze juridisch-hermeneutische studie bevraagt die binaire benadering en onderzoekt de weinig begrepen non-binaire genderopvattingen in sjiitische Islamitische wetgeving, die essentieel blijven voor intersekse en transgender moslims vandaag de dag.
Dr. Mehrdad Alipour is momenteel postdoctoraal onderzoeker aan de Goethe Universiteit Frankfurt in het tweejarige project 'Wege zu einer Ethik,' dat klassieke islamitische ideeën onderzoekt en hoe deze kunnen worden ingezet om moderne kwesties rond gender en seksualiteit in moslimgemeenschappen aan te pakken. Na te zijn afgestudeerd aan het Seminarie van Qum (Iran) en zijn eerste doctoraat in Vergelijkende Filosofie (Centrum van de Tarbiyat Modarres Universiteit van Qum, Iran) te hebben behaald, verschoof dr. Alipour in 2014 zijn academische interesse naar islamitische wetgeving en ethiek met betrekking tot gender en seksualiteit. In 2017-2020 deed hij een tweede promotieonderzoek in Arabische en Islamitische Studies aan de Universiteit van Exeter (V.K.). Zijn proefschrift getiteld Negotiating Homosexuality in Contemporary Shiʿi Islam is de eerste academische verkenning van discursieve ruimte(s) voor het debatteren over homoseksualiteit in de moderne Shiʿi Islam, gebaseerd op een juridisch-hermeneutische analyse van islamitisch recht. Zijn monografie Ḥikmat-i Ishrāq-i Suhrawardī (The Philosophy of Illumination of Suhrawardī) werd in 2013 bekroond met de prestigieuze Fārābī International Award in Iran.
Dit project vergelijkt het moderne fenomeen van intersekse met premoderne geslacht/gender-categorieën met betrekking tot intersekse personen in islamitische samenlevingen.