Bert Janssen benoemd tot hoogleraar Structural Cell Biology

Groep brengt interacties tussen cellen in beeld

Bert Janssen is door de Universiteit Utrecht benoemd tot hoogleraar Structural Cell Biology. Janssen en zijn team gebruiken en ontwikkelen technieken om interacties tussen cellen zeer gedetailleerd in beeld te brengen. Omdat deze interacties essentieel zijn voor het goed functioneren van onze weefsels, kunnen nieuwe inzichten daarover uiteindelijk mogelijk bijdragen aan efficiëntere behandelingen van bijvoorbeeld kanker en ziektes van het zenuwstelsel, zoals multiple sclerose.

Portret van Bert Janssen
Bert Janssen

Ziektes

Cellen in ons lichaam hebben contact met elkaar via eiwitten die op het oppervlak van de cellen zitten. Hoe die eiwitten precies zijn opgebouwd is daarbij heel belangrijk, omdat dat onder andere bepaalt hoe specifiek eiwitten binden aan andere moleculen. Cellen hebben onder andere contact met elkaar om informatie uit te wisselen, zoals in ons immuunsysteem of zenuwstelsel, en weefsels te vormen, groepjes samenwerkende cellen.

Wanneer interacties tussen cellen niet goed verlopen, dan kan dat leiden tot ziektes. Bij uitzaaiende kanker zijn de processen die ervoor zorgen dat de kankercellen bij elkaar blijven bijvoorbeeld verstoord, waardoor cellen loskomen en zich door het lichaam verspreiden.

Binnen de natuurlijke context

De afgelopen tien jaar gebruikte Janssen al allerlei technieken uit de structuurbiologie, het vakgebied dat onderzoekt hoe grote biologische moleculen zijn opgebouwd, om te bepalen hoe eiwitten op het celoppervlak precies in elkaar zitten en hoe ze complexen vormen met andere moleculen. Maar vanwege de technieken die tot nu toe gebruikt werden, was het steeds nodig de eiwitten te zuiveren, waardoor ze buiten hun natuurlijke context werden bekeken.

We hebben nog veel kleine succesjes nodig om daar te komen, maar uiteindelijk willen we interacties tussen cellen in beeld brengen binnen weefsels, hun natuurlijke omgeving.

Dat geeft een onvolledig beeld van de werkelijke complexiteit. Janssen: “Als je twee cellen bij elkaar hebt, dan gebeurt er van alles wat invloed heeft op de processen die wij onderzoeken. Het is dus belangrijk die context mee te nemen.”

De volgende stap

Nu is het volgens Janssen tijd voor de volgende stap. Janssen: “Uiteindelijk willen we interacties tussen cellen in beeld brengen binnen weefsels, hun natuurlijke omgeving. Nieuwe technieken bieden kansen om dat mogelijk te maken. We zijn nog niet zover en we hebben nog veel kleine succesjes nodig om daar te komen, maar we willen die stap wel maken.”

Janssen geeft aan dat hij veel heeft aan samenwerkingen met Utrechtse collega’s met andere expertises. Het helpt hem onder andere om expertise op te bouwen op nieuwe gebieden. Een voorbeeld daarvan is cryo-elektronentomografie, een techniek waarmee het mogelijk is zeer gedetailleerde driedimensionale beelden te maken van eiwitten met behulp van bevroren samples en elektronenmicroscopie.

Tussenstap

Totdat interacties daadwerkelijk binnen weefsels in beeld kunnen worden gebracht, maakt Janssen gebruik van een tussenstap: een modelsysteem. Janssen legt uit: “Wij maken de buitenkant van cellen, de celmembranen, na, waarna we de eiwitten die we willen onderzoeken er zelf aan kunnen koppelen. Dus eiwit één op het ene membraan, en eiwit twee op het andere membraan. Omdat je zelf precies weet wat je hebt toegevoegd, weet je waar je naar zit te kijken. Dat maakt het een stuk eenvoudiger. Bij echte interacties tussen cellen komen honderden eiwitten kijken, waardoor het lastig is om de eiwitten die je wilt onderzoeken te visualiseren.”

Het is belangrijk om de kennis die we nu hebben in de groep te combineren en te delen.

Fundamenteel van aard

Het onderzoek van Janssen en zijn groep is fundamenteel van aard, puur gericht op het begrijpen van hoe interacties tussen cellen werken. Maar Janssen kiest de onderwerpen die hij onderzoekt heel bewust. Janssen: “Ik kijk vooral naar processen waarvan bekend is dat ze een rol spelen bij ziektes, maar waarbij nog geen goed begrip is van hoe die processen precies werken. Want als je dat wel weet, kun je beter en efficiënter ingrijpen.”

Janssen heeft zelf ook al ervaren dat zijn fundamentele onderzoek uiteindelijk kan leiden tot toepassingen bij geneesmiddelen. Janssen: “Zeventien jaar geleden werkte ik aan onderzoek waarvan ik niet wist of het nuttig zou zijn. Nu is er twee jaar geleden een medicijn op de markt gekomen voor een oogaandoening en bloedziekte dat gebruikt maakt van de inzichten die ik toen opdeed. Het kan dus even duren, maar dan draag je uiteindelijk wel direct bij.”

Meer dan onderzoek

Janssen benadrukt dat een wetenschapper meer doet dan alleen maar onderzoek. Zo speelt ook onderwijs een grote rol. Op dit moment ontwikkelen de onderzoeker en zijn collega’s bijvoorbeeld een nieuwe cursus binnen de bachelor Scheikunde, en draagt de groep ook bij aan de bacheloropleiding Molecular and Biophysical Life Sciences en de masteropleiding Molecular and Cellular Life Sciences. Janssen: “Het is belangrijk om de kennis die we nu hebben in de groep te combineren en te delen.”

Daarnaast zet Janssen zich in om zijn onderzoeksveld in Nederland te verenigen. Janssen: “Ik heb me hard gemaakt om een platform te ontwikkelen om samen op te trekken, het Structural Biology Platform, zodat bijvoorbeeld discussies tot stand komen en apparatuur gedeeld wordt.”

Ook droeg Janssen bij aan de zichtbaarheid van jongere groepsleiders binnen het strategische thema Life Sciences van de Universiteit Utrecht. Janssen: “Het strategisch thema is zo groot dat het vaak niet in het gezichtsveld ligt van jongere groepsleiders, en dat jongere groepsleiders op hun beurt niet in beeld zijn binnen het thema. Ik heb me ingezet om deze groepsleiders een stem te geven en samen te laten komen.”