Adoptie-onderzoek laat zien: rol van historici onmisbaar in overheidsonderzoeken

Een gang in een archief met archiefdozen.
© iStockphoto.com/urbancow

“De omvang van het onderzoek was immens. We hebben onderzoek gedaan naar een praktijk die bestond sinds de jaren vijftig – en nog steeds bestaat vandaag de dag” vertelt Yannick Balk. De historicus was als projectleider vanuit de Universiteit Utrecht betrokken bij de totstandkoming van het rapport over mogelijke misstanden bij interlandelijke/buitenlandse adopties in het verleden, en de rol van de Nederlandse overheid en adoptiebemiddelaars daarbij.

Het rapport van de commissie Joustra (bestaande uit mr. Tjibbe Joustra, prof. dr. Beatrice de Graaf en mr. Bert-Jan Houtzagers) is vandaag gepresenteerd aan Sander Dekker, minister voor Rechtsbescherming.

Duizenden documenten

Onder supervisie van de commissie heeft een team historisch onderzoek verricht in de archieven van een tiental Nederlandse instanties. Daarbij werden zowel overheidsarchieven (denk aan de ministeries van Justitie, Buitenlandse Zaken en ambassades, het OM en de IND) als particuliere archieven van individueel betrokkenen en adoptiebureaus onder de loep genomen. "Duizenden documenten zijn daarbij de revue gepasseerd. Honderden krantenberichten, Kamervragen, parlementaire debatten en politieke documenten zijn geanalyseerd door het team" (bestaande uit hoofdonderzoeker prof. dr. ir Georg Frerks, projectleider Yannick Balk, twee fulltime historici en drie student-assistenten). "Alle historici zijn (voormalig) studenten van de masters International Relations in Historical Perspective en/of de onderzoeksmaster geschiedenis van de Universiteit Utrecht.  Zonder het harde werk van het hele team had het eindrapport van de commissie nooit op deze wijze tot stand kunnen komen”, vertelt Yannick.

Het was soms lastig je een weg te banen binnen de immense hoeveelheid onderzoeksmateriaal (zowel zelf-gevonden, als door betrokkenen aangereikt materiaal), met name in de (overheids)archieven: dui-zen-den documenten bekijken vergt doorzettingsvermogen, op zijn zachts gezegd

Historisch inlevingsvermogen

Het doen van historisch onderzoek is complex. Niet alleen duik je de archieven in en orden en analyseer je documenten maar met een opdracht als deze, het in kaart brengen van ‘misstanden’,  moet je eerst definiëren wat ‘misstanden’ zijn.  “Iedereen heeft wel een bepaald gevoel of beeld bij het begrip ‘misstand’. Maar hoe zorg je dat je een dergelijk ‘vaag’ begrip tastbaar kunt maken, het zo te definiëren dat je het ook adequaat kunt onderzoeken? Is een misstand alleen een misstand als het volgens de wet niet mag? Of houd je ook rekening met de (ethische) context van destijds?  En zo ja: hoe zorg je dan dat je niet je hedendaagse blik of opvatting projecteert op het verleden? Dat vergt een hoge mate van historisch inlevingsvermogen, en daar komt de rol van de historicus om de hoek kijken."

Het adoptiedebat is sterk gepolariseerd, met felle voor- en tegenstanders. Daarbinnen laveren is een noodzakelijke en geregeld spannende uitdaging.

Hoe definieer je misstanden?

“Uiteindelijk, en dat is mede te danken aan het aandeel historici in het onderzoek, hebben we misstanden onderzocht als zowel het handelen in strijd met wet- en regelgeving, als  het handelen dat ethisch gezien onverantwoord is. Dat heeft een zo gebalanceerd en historisch-wetenschappelijk verantwoord mogelijk onderzoek en eindrapport opgeleverd.”

Gepolariseerd debat over adoptie

Voor Yannick was het soms aangrijpend om te lezen over wat (adoptie)kinderen in herkomstlanden of elders is overkomen, bijvoorbeeld als gevolg van onbeschrijflijke armoede, honger en algehele malaise. “Als onderzoeker moet je daar uiteraard wel een zekere professionele distantie voor opbouwen, ook al is dat niet altijd gemakkelijk. Daarnaast vereist het een koel hoofd om als onderzoeker te opereren in zo’n maatschappelijk-, sociaal-, en politiek-gevoelige omgeving. Het adoptiedebat is sterk gepolariseerd, met felle voor- en tegenstanders. Daarbinnen laveren is een noodzakelijke en geregeld spannende uitdaging. Ook dat vereist een professionele aanpak en onafhankelijke distantie.”

De meerwaarde van historici in dergelijke commissies is enorm. Zij weten als geen andere met gedegen archiefonderzoek de onderste steen boven te halen. Volgens voorzitter Tjibbe Joustra is in voorgaande overheidsonderzoeken niet eerder zo grondig te werk gegaan met onderzoek in archieven.

Historicus Yannick Balk aan het werk met archiefstukken.
Yannick Balk

Rol van historici onmisbaar in overheidsonderzoeken

Volgens Yannick zijn historici bij dergelijke, grootschalige (overheids)onderzoeken onmisbaar. “Wij zijn opgeleid om gigantische hoeveelheden informatie op een zo efficiënt mogelijke wijze te verwerken. Dat geldt met name voor het doen van onderzoek in de archieven – een echt ambacht! Zo hebben we voor de totstandkoming van het adoptierapport duizenden documenten, van brieven, rapporten en memoranda, tot handgeschreven kattenbelletjes onderzocht. Historici hebben oog voor een langer-termijn perspectief en voor normen, waarden – kortweg: contexten – van het verleden. Zo keken wij in ons onderzoek niet met de blik van vandaag de dag naar een begrip als ‘misstanden’, maar bezagen we het juist in de blik, woorden en daden van mensen in het verleden: dus hoe men er toentertijd tegenaan keek. Deze (werk)wijze van ‘historiseren’ is onontbeerlijk voor dergelijke onderzoeken. Dit zou naar mijn idee ook absoluut niet mogen ontbreken bij bijvoorbeeld de aanstaande parlementaire enquête naar de gaswinning in Groningen, of vergelijkbare, grootschalige (overheids)onderzoeken.

Toegepaste geschiedwetenschap

Yannick is groot voorstander van toegepaste geschiedwetenschap, historisch onderzoek met als doel diepere, langere-termijn tendensen te ontdekken die ons kunnen helpen hedendaagse problemen op te lossen. “Wij historici zijn niet alleen bezig met een stoffig, obscuur, ver verleden in de donkere krochten van een archief; wij kunnen juist een onmisbare bijdrage leveren aan het vinden van antwoorden op maatschappelijk breed-gedeelde/gevoelde vraagstukken en problemen. Daarvan is dit rapport en de samenwerking met onderzoekers van de Universiteit Utrecht een perfect voorbeeld.”