Zolang LHBTI'ers gediscrimineerd worden, blijft het COC noodzakelijk

Gay Pride Parade Amsterdam © iStockphoto.com/Cloud-Mine-Amsterdam

Op 7 december vierde COC Nederland, de belangenvereniging voor LHBTI’ers, haar 75ste verjaardag. Ter ere van dit jubileum sprak universitair docent Public History, Education and Civic Engagement Marijke Huisman bij radioprogramma Utrecht is Wakker over de evolutie van LHBTI-rechten in de afgelopen 75 jaar.

Steun en zorg

Het COC werd in 1946 opgericht. In deze tijd stond homoseksualiteit nog in het wetboek van strafrecht en was het verboden om homoseksueel contact te hebben met iemand van jonger dan 21. Voor heteroseksuelen was deze leeftijdsgrens 16. “Dit geeft weer dat homoseksualiteit nog niet acceptabel was in deze tijd,” legt Huisman uit. “Het COC richtte zich tegen deze criminalisering, maar richtte zich ook vooral op het creëren van veilige en gezellige ontmoetingsplaatsen.” Ook lag er volgens Huisman een nadruk op steun en zorg voor een groep mensen die niet geaccepteerd werd in de maatschappij.

Belangrijk werk

Als in 1971 homoseksualiteit uit het strafboek wordt gehaald, zie je volgens Huisman dat de LHBTI-gemeenschap meer naar buiten treedt en zich inzet voor het veranderen van negatieve overtuigingen over homoseksualiteit in de maatschappij. Het COC wordt destijds al bekritiseerd om haar gebrek aan activisme, en ook vandaag de dag zijn er nog mensen die het COC te gematigd vinden. Toch is het werk dat het COC doet volgens Huisman nog steeds erg belangrijk: “Ze zijn al 20 jaar bezig om seksuele oriëntatie in de grondwet verankerd te krijgen, zodat discriminatie op grond van seksuele oriëntatie verboden wordt.” Zolang homo nog een scheldwoord is, en een groot deel van de LHBTI’ers te maken krijgt met verbaal en fysiek geweld, blijft het werk van het COC volgens Huisman noodzakelijk.