Waarom Maria van Hongarije een muziekstuk op een tafelkleedje kreeg

Eric Jas in Sancta Maria Succurre Miseris

Screenshot van Benedictus Appenzellers canon en een afbeelding van Maria van Hongarije.

Landvoogd van de Nederlanden Maria van Hongarije (1505-1558) kreeg in 1548 een canon aangeboden. Op zich niets geks, edelen kregen wel vaker muziekstukken, alleen was deze compositie op een tafelkleedje gedrukt. In de minidocumentaire Sancta Maria Succurre Miseris: A Canon for Mary of Hungary vertelt musicoloog Eric Jas wat de onderliggende boodschap van de canon is en waarom de componist koos voor deze manier van drukken.

De hofcomponist van de landvoogd

“Maria van Hongarije was een zus van keizer Karel V”, vertelt Jas. Karel (1500-1558) was koning van Spanje, keizer van het Rooms-Duitse Rijk en landsheer van de Nederlandse gewesten. “Op zijn verzoek volgde Maria in 1531 haar tante Margaretha van Oostenrijk op als landvoogdes van de Nederlanden. Dat zou ze blijven totdat zij en Karel in 1555 afscheid namen van de Lage Landen.”

Dr. Eric Jas
Dr. Eric Jas

“Aan Maria’s hof in Brussel verbleef ook Benedictus Appenzeller. Appenzeller was Maria’s hofcomponist en componeerde onder meer stukken voor de liturgische diensten in haar kapel en meerstemmige chansons voor het vermaak tijdens en na de maaltijden.”

Ode aan Maria van Hongarije

Een van Appenzellers werken is een complexe canon, een ode aan Maria van Hongarije. “Zoals de eerste regel, ‘Sancta Maria succurre miseris’, al laat zien heeft de canon de tekst van een Mariagezang”, zegt Jas. “Maar het is duidelijk dat er een onderliggende boodschap is.”

Appenzeller componeerde de canon in 1548, het jaar van de Transactie van Augsburg. “Dit is een overeenkomst waarin de ‘nedere erflanden’ van Karel V, inclusief Gelre, Utrecht en Overijssel, werden samengebracht in de zogeheten Bourgondische Kreits. Zo konden de Lage Landen het Roomse Rijk als regioverbond beschermen tegen een inval van Frankrijk, terwijl ze ook onafhankelijkheid kregen. En dat het zover kwam was vooral te danken aan Maria en haar adviseurs.”

Uitzonderlijke canon op een tafelkleedje

Appenzellers ode aan Maria van Hongarije is een uitzonderlijke canon, legt Jas uit. “Het is een uiterst ingewikkeld stuk. Twee zangers zingen hun melodieën gewoon zoals ze gedrukt zijn en twee andere zangers zingen diezelfde melodieën, maar moeten alle intervallen ‘spiegelen’. Voor hen wordt iedere stijgende stap of sprong in het stuk een dalende, en omgekeerd.”

Tijdens de uitvoering moesten twee van de vier zangers dus steeds het tegenovergestelde doen van wat in de bladmuziek stond. Om het ze iets makkelijker te maken bedacht Appenzeller om de canon op een tafelkleedje te drukken. “Het gaf het werk niet alleen een nóg specialere uitstraling, maar als de vier zangers twee aan twee tegenover elkaar aan tafel gingen zitten zagen twee van hen hun partijen op de kop. Dat is handig, want als je er ondersteboven naar kijkt en je van rechts naar links leest, wordt een stap omhoog een stap omlaag en dan kloppen de melodieën.”