Onderzoek naar mannelijkheid: “Er is niet één soort man”
Willemijn Ruberg in het AD
De mannelijkheid in onze maatschappij staat onder druk, vinden zes op de tien Nederlandse mannen van 18 tot en met 35 jaar volgens onderzoek uitgevoerd in oktober 2023. Het onderzoek draait om de vraag of het gangbare idee dat jongeren progressief zijn ook opgaat voor jonge mannen, of juist niet. Universitair hoofddocent Cultuurgeschiedenis Willemijn Ruberg reageert in het AD op de resultaten.
Conservatiever
Naast het stellen dat de mannelijkheid onder druk staat, kwam uit de resultaten ook naar voren dat de meerderheid vindt dat de maatschappij ‘vervrouwelijkt’ is en dat het lastig is om een man te zijn. “Het verbaasde me wel dat veel jonge mannen, waarvan ik ook altijd dacht dat die wat progressiever waren, conservatiever antwoordden”, reageert Ruberg. Toch kwamen er ook veel moderne of progressieve dingen terug, voegt ze toe, bijvoorbeeld dat het overgrote deel van de bevraagde mannen vindt dat vaders hun zonen moeten leren over emoties en grensoverschrijdend gedrag.
In de media
De deelnemers werd ook gevraagd naar de rol van mannen in de media. Ruim zestig procent van de ondervraagden schaart zich achter de stelling dat hun gender te negatief naar voren komt in de media. “Dat vind ik ook wel”, zegt Ruberg. “Er zijn weinig positieve voorbeelden van mannelijkheid.” Dat heeft veel invloed, denkt ze, zeker in combinatie met de grote aandacht voor seksueel grensoverschrijdend gedrag van mannen.
Niet één soort man
Voor het onderzoek werden 1050 mannen van 18 tot en met 35 jaar oud ondervraagd, waarbij gefilterd is op leeftijd, opleidingsniveau, kijkgedrag en politieke voorkeur. Op deze methodiek valt echter wat aan te merken, vindt Ruberg, bijvoorbeeld dat seksuele voorkeur en etniciteit buiten beeld zijn gebleven. “Uit al het onderzoek naar mannelijkheid blijkt: er is niet één soort mannelijkheid of één soort man”, legt ze uit. “Wat mannelijkheid betekent voor zwarte of witte mannen, of voor heteroseksuele en homoseksuele mannen, dat maakt echt heel veel uit.”